Basisonderwijs: scholengemeenschap binnen het vrije net

Moet je een OCSG oprichten? Hoe is het OCSG samengesteld? Waarvoor is het OCSG bevoegd? Welke rechten/plichten hebben de vertegenwoordigers?

Oprichting

sla link op in klembord

Kopieer

Is de oprichting van een OCSG verplicht?

sla link op in klembord

Kopieer

Ja, de decreetgever heeft deze verplichting als basisregel opgelegd …

sla link op in klembord

Kopieer

De basisregel is dat iedere scholengemeenschap één overkoepelend LOC moet oprichten (art. 37bis LOC-decreet), waarbij het initiatief tot oprichting moet genomen worden door de schoolbesturen van de scholengemeenschap (Parl.St. Vl.Parl. 1377, 1998-1999, nr. 1, 17).

Dus ook in het extreme geval dat er slechts één school van één schoolbestuur reglementair vertegenwoordigd zou kunnen zijn in het OCSG, moet een OCSG opgericht worden.

… maar er is één uitzondering op die basisregel

sla link op in klembord

Kopieer

Een scholengemeenschap moet geen OCSG oprichten indien er twee voorwaarden vervuld zijn:

  • alle scholen van de scholengemeenschap behoren tot hetzelfde bestuur;
  • op het niveau van de scholengemeenschap is er één ondernemingsraad opgericht.

Onder die voorwaarden moet de ondernemingsraad de bevoegdheden van het OCSG uitoefenen (art. 37ter, § 4 Codex Secundair Onderwijs).

Geldt de verplichting om OCSG op te richten ook voor een scholengemeenschap die slechts bestaat uit één bestuur?

sla link op in klembord

Kopieer

Ja, de verplichting voor iedere scholengemeenschap om één overkoepelend LOC op te richten (art. 37bis LOC-decreet), houdt geen rekening met de samenstelling van de scholengemeenschap.

Ook als alle scholen van de scholengemeenschap tot hetzelfde schoolbestuur horen, moet het schoolbestuur dus het initiatief nemen om een OCSG op te richten.

Om dubbelwerk in de LOC’s van die scholen en in het OCSG van de scholengemeenschap te vermijden, kun je ernaar streven om de vergaderingen van de LOC’s en van het OCSG te laten samenvallen. Daarvoor heb je wel het akkoord van de personeelsvertegenwoordigers nodig.

Welke sanctie riskeer je als je geen OCSG opricht?

sla link op in klembord

Kopieer

Geen, maar vanuit goed werkgeverschap is een forum op het niveau van de scholengemeenschap waarin je personeelsgerelateerde materies met de vakbonden kunt bespreken, onontbeerlijk.

Welke rol speelt het OCSG bij een wijziging aan een scholengemeenschap?

sla link op in klembord

Kopieer

De wijziging aan een scholengemeenschap is als zodanig geen onderhandelingsbevoegdheid van het OCSG. In het OCSG zal je wel moeten onderhandelen over de gevolgen van die wijziging voor de verdeling over de scholen van de scholengemeenschap van lesuren, uren en punten. Hoe dit concreet moet verlopen, is niet in regelgeving vastgelegd.

Aangezien de voorbereiding van de verdeling van de middelen over de scholen van de scholengemeenschap in het begin van het schooljaar, in de praktijk al begint op het einde van het voorgaande schooljaar, lijkt volgend scenario aangewezen:

  • De afgevaardigden van de school die toetreedt tot de scholengemeenschap, worden op het einde van het schooljaar dat de toetreding voorafgaat, als waarnemers uitgenodigd op de vergaderingen van het OCSG van die scholengemeenschap. Zo kunnen ze minstens input geven als de verdeling van de middelen voor het volgend schooljaar onderhandeld wordt. Als waarnemers hebben ze wel geen stemrecht.
  • De afgevaardigden van de school die een scholengemeenschap verlaat, mengen zich in het OCSG van hun scholengemeenschap niet meer in de onderhandelingen over de verdeling van de middelen voor het volgend schooljaar.

Samenstelling

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe gebeurt de samenstelling van het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

In het OCSG zetelen altijd afgevaardigden van de LOC’s of van de ondernemingsraden van de scholen die tot de scholengemeenschap behoren (art. 37ter, § 2-3 LOC-decreet). Voor de samenstelling van het OCSG moet je dus nooit verkiezingen organiseren.

Als er scholen zijn die ervoor gekozen hebben om volgens de bepalingen van artikel 12, § 2 van het LOC-decreet één LOC op te richten voor meerdere instellingen, gebeurt de afvaardiging naar het OCSG natuurlijk vanuit dit ene LOC. Dit kan tot gevolg hebben dat niet elke school van de scholengemeenschap rechtstreeks in het OCSG vertegenwoordigd is.

Aantal mandaten

sla link op in klembord

Kopieer

De basisregel is dat elke geleding van elk LOC of van elke ondernemingsraad van de scholen van de scholengemeenschap één persoon aanduidt als haar vertegenwoordiger in het OCSG (art. 37ter, § 2-3 LOC-decreet).

In het OCSG moet elke geleding wel bestaan uit minimaal vier personen (art. 37ter, § 1 LOC-decreet). In scholengemeenschappen van minder dan vier scholen zullen beide geledingen er in onderling overleg moeten over waken dat het minimale quorum van vier bereikt wordt. Het decreet staat daarom toe dat van de basisregel van één afgevaardigde per geleding per LOC afgeweken wordt (art. 37ter, § 2 LOC-decreet).

Het maximaal aantal mandaten per geleding in het OCSG is onbegrensd. Dit is een verschil met het LOC waarin het maximaal aantal mandaten per geleding begrensd is tot acht (art. 14, § 2 LOC-decreet).

Net zoals in het LOC, moeten de beide geledingen in het OCSG altijd gelijk in aantal (“paritair”) zijn (art. 37ter, § 2 LOC-decreet).

Wie kan afgevaardigd worden?

sla link op in klembord

Kopieer

Het decreet heeft het over de aanduiding van “één persoon” als lid van het OCSG door elke geleding van elk LOC (art. 37ter, § 2 LOC-decreet). Hoewel het bewuste artikel niet expliciteert dat de aangeduide persoon zelf ook lid moet zijn van het LOC dat hem afvaardigt, interpreteert het Departement Onderwijs en Vorming dit artikel als zodanig. De memorie van toelichting bij het decreet geeft geen uitsluitsel.

Opvolgers

sla link op in klembord

Kopieer

Opvolgers zijn voor het OCSG niet voorzien in het LOC-decreet maar zijn mogelijk op basis van artikel 4 van het model van huishoudelijk reglement van het OCSG. Dit artikel bepaalt dat het toekomt aan de personeelsafvaardiging van het LOC of van de ondernemingsraad om een opvolger aan te duiden voor zijn afgevaardigde in het OCSG die zijn mandaat voortijdig beëindigt.

Plaatsvervangers

sla link op in klembord

Kopieer

Vervanging van leden die verhinderd zijn om aan een vergadering van het OCSG deel te nemen, is niet voorzien in het LOC-decreet, noch in het model van huishoudelijk reglement.

Technisch adviseurs

sla link op in klembord

Kopieer

Technisch adviseurs zijn voor het OCSG niet voorzien in het LOC-decreet, maar zijn onder bepaalde voorwaarden mogelijk op basis van artikel 12 van het model van huishoudelijk reglement van het OCSG. Die adviseurs hebben natuurlijk geen stemrecht.

Kan een school zonder LOC in het OCSG vertegenwoordigd zijn?

sla link op in klembord

Kopieer

Neen, tenminste toch niet formeel. De redenering is eenvoudig: in het OCSG zetelen altijd afgevaardigden van de LOC’s of van de ondernemingsraden van de scholen die tot de scholengemeenschap behoren (art. 37ter, § 2-3 LOC-decreet). De geledingen van een niet-bestaand LOC of van een niet-bestaande ondernemingsraad kunnen dus geen vertegenwoordiger afvaardigen naar het OCSG.

De leden van het OCSG kunnen natuurlijk wel overeenkomen om vertegenwoordigers van een school van de scholengemeenschap zonder een LOC of ondernemingsraad als waarnemer zonder stemrecht toe te laten. Op die manier is de informatiedoorstroming ten minste verzekerd.

Verwante vraag

sla link op in klembord

Kopieer

Om de hoeveel jaar moet het OCSG hersamengesteld worden?

sla link op in klembord

Kopieer

Een mandaat in het OCSG duurt vier jaar. Die bepaling is niet ingeschreven in het LOC-decreet, maar volgt uit de regeling dat het OCSG samengesteld is uit een afvaardiging vanuit de LOC’s van de scholen van de scholengemeenschap (art. 37ter, § 2 LOC-decreet) en dat een LOC-mandaat vier jaar duurt (art. 20 LOC-decreet).

De hersamenstelling van het OCSG kan dus enkel gebeuren nadat de LOC’s van de scholen van de scholengemeenschap hersamengesteld zijn.

Wanneer start een OCSG-mandaat effectief?

sla link op in klembord

Kopieer

De startdatum van een OCSG-mandaat is niet decretaal geregeld. De afspraak erover moet je maken in het huishoudelijk reglement van je OCSG.

In artikel 5 van het model van huishoudelijk reglement is afgesproken dat de nominatieve lijst van de OCSG-vertegenwoordigers als bijlage gevoegd wordt bij de notulen van de eerste vergadering van het OCSG. Uit die bepaling kan afgeleid worden dat het OCSG-mandaat start op de eerste vergadering die volgt op de hersamenstelling van het OCSG.

Om welke redenen kan een OCSG-mandaat voortijdig eindigen en wat zijn de gevolgen?

sla link op in klembord

Kopieer

Om welke redenen een OCSG-mandaat voortijdig eindigt, is niet decretaal geregeld.

Ook het model van huishoudelijk reglement bevat er geen bepalingen over. Artikel 4 van dit model stelt enkel dat bij de voortijdige beëindiging door een lid van de personeelsdelegatie, de personeelsdelegatie van het LOC of van de ondernemingsraad die de betrokken mandataris naar het OCSG afgevaardigd heeft, een vervanger moet aanduiden (art. 4 huishoudelijk reglement).

Alleszins eindigt het mandaat indien de betrokken persoon door de geleding van het LOC van de school die hem afvaardigt, niet meer als afgevaardigde beschouwd wordt.

Welke rol hebben de opvolgers in het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

Het LOC-decreet maakt geen melding van opvolgers voor het OCSG. Het model van huishoudelijk reglement van het OCSG heeft het enkel over een plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangende secretaris bij verhindering van respectievelijk de voorzitter of de secretaris (art. 6, § 3 en 7, § 3 model van huishoudelijk reglement). Een vervanging van een verhinderd OCSG-lid is niet voorzien.

Werking

sla link op in klembord

Kopieer

Waarom moet het OCSG een huishoudelijk reglement opstellen?

sla link op in klembord

Kopieer

Decretaal ben je niet verplicht om een huishoudelijk reglement op te stellen, maar in de praktijk heb je dergelijk reglement wel nodig om de werking van het OCSG mogelijk te maken.

Een model van huishoudelijk reglement is beschikbaar is op de PRO.-website.

Het model regelt onder andere:

  • de samenstelling (arts. 3-5);
  • het voorzitterschap en het secretariaat (arts. 6-7);
  • de frequentie van het aantal vergaderingen en de manier waarop de leden uitgenodigd moeten worden (arts. 8-9);
  • de wijze waarop de agenda opgemaakt moet worden (arts. 10-11);
  • de aanwezigheid van technisch adviseurs (art. 12);
  • de wijze waarop de verslagen van de vergaderingen opgemaakt en bijgehouden moeten worden (arts. 13-15);
  • de wijze waarop de protocollen opgesteld en bekendgemaakt moeten worden (arts. 16-20);
  • de faciliteiten die de leden moeten krijgen om hun taak naar behoren te kunnen uitvoeren (arts. 21-23);
  • de wijze waarop om bemiddeling gevraagd kan worden van het Centraal Paritair Comité (art. 24).

Het model van huishoudelijk reglement is afgesloten voor onbepaalde duur (art. 26 huishoudelijk reglement). Dit heeft als voordeel dat het niet na iedere hersamenstelling van het OCSG opnieuw onderhandeld moet worden. Artikel 27 biedt de mogelijkheid om het inhoudelijk aan te passen.

Moeten alle gemandateerden altijd deelnemen aan elke OCSG-vergadering?

sla link op in klembord

Kopieer

Het aantal mandaten waarop iedere OCSG-geleding maximaal recht heeft, staat los van het aantal leden van elke geleding dat effectief aan een vergadering deelneemt.

Het model van huishoudelijk reglement bevat geen minimaal quorum om geldig beslissingen te kunnen nemen en afspraken te maken. Artikel 9, § 2 ervan bepaalt enkel dat indien de agenda voor een OCSG-vergadering niet reglementair bezorgd is, de “aanwezige leden” in consensus beslissen welke agendapunten behandeld zullen worden.

Wat kun je doen als de goede werking van het OCSG onmogelijk gemaakt wordt?

sla link op in klembord

Kopieer

Indien de goede werking van een OCSG op de een of andere manier structureel onmogelijk gemaakt wordt, kan elke geleding een beroep doen op het Centraal Paritair Comité. Dit Comité kan komen bemiddelen of kan vaststellen dat de goede werking van het OCSG structureel onmogelijk gemaakt wordt door inbreuken tegen de regelgeving. Het Comité kan echter maar interveniëren op verzoek van minstens twee leden van een geleding (art. 54 LOC-decreet).

Indien de interventie van het Centraal Paritair Comité geen soelaas biedt, kan de Vlaamse regering beslissen dat het bestuur voor een bepaalde periode of voor een bepaalde materie beslissingen kan nemen zonder onderhandelingen in het OCSG (art. 55, § 3 LOC-decreet). Maar als het Centraal Paritair Comité oordeelt dat het schoolbestuur verantwoordelijk is voor de malaise, kan de Vlaamse overheid tot tien procent van de werkingstoelagen terugvorderen (art. 55, § 2 LOC-decreet).

Bevoegdheden

sla link op in klembord

Kopieer

Welke soorten bevoegdheden heeft het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

Het OCSG van een scholengemeenschap van het basisonderwijs in het vrije net heeft in essentie enkel onderhandelingsbevoegdheid. Sinds 1 september 2021 moet je het OCSG wel meedelen hoeveel omkaderingsmiddelen 'Samen School Maken' je instelling ontvangen heeft. Indien er in je instelling geen vakbondsafgevaardigde is, kunnen die  middelen namelijk  herverdeeld worden op het niveau van de scholengemeenschap (Afsprakenkader samen school maken; art. 44

Dit is een verschil met het OCSG van een netoverschrijdende scholengemeenschap van het basisonderwijs en met het OCSG van een scholengemeenschap van het secundair onderwijs die allebei ook nog informatierecht en een toezichtsbevoegdheid hebben.

Niets belet je natuurlijk om het OCSG te informeren over materies die niet onmiddellijk personeelsgerelateerd zijn maar die toch van belang zijn voor de scholengemeenschap. Een (zo) open (mogelijke) communicatie is een blijk van goed werkgeverschap en zal het sociaal klimaat in je scholengemeenschap normaliter ten goede komen.

Het is ook belangrijk dat je niet uit het oog verliest dat je OCSG niet enkel bevoegd is voor het gesubsidieerd personeel, maar ook voor het contractueel personeel.

Over welke onderwerpen moet je in het OCSG onderhandelen?

sla link op in klembord

Kopieer

Artikel 37bis van het LOC-decreet geeft het OCSG onderhandelingsbevoegdheid over “de aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is”. De memorie van toelichting perkt die onderhandelingsbevoegdheid wel in tot “de mate waarin die beslissingen gevolgen hebben voor het personeel” (Parl.St. Vl.Parl. 1377, 1998-1999, nr. 1, 17).

De bevoegdheden van de scholengemeenschappen van het basisonderwijs zijn vastgelegd in de artikels 125novies tot 125undecies van het Decreet basisonderwijs. Artikel 125novies somt de bevoegdheden op waarover op niveau van de scholengemeenschap afspraken gemaakt moeten worden of op basis van een beheersovereenkomst beslissingen genomen moeten worden. Artikel 125decies somt de bevoegdheden op waarvoor de scholengemeenschap het initiatief kan nemen om vrijblijvende afspraken over te maken (Parl.St. Vl.Parl., 1720, 2002-2003, 1, 12-15). Artikel 125undecies laat de schoolbesturen toe bijkomende bevoegdheden toewijzen.

Ook andere reglementaire bepalingen hebben onderhandelingsbevoegdheid toegekend aan het OCSG.

1 Aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de scholengemeenschap (art. 125novies Decreet basisonderwijs)

sla link op in klembord

Kopieer

Over de aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is, moet je in het OCSG onderhandelen over de aangelegenheid zelf of over de mogelijke gevolgen van een beslissing erover voor het personeel.

1.1 De aanwending van de puntenenveloppe voor de werking van de scholengemeenschap

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de de mogelijke gevolgen op personeelsvlak van het gebruik van de puntenenveloppe die toegekend is aan de scholengemeenschap ter ondersteuning van haar werking (art. 125novies, § 1, 1° Decreet basisonderwijs).

1.2 Het zorgbeleid in de scholen van de scholengemeenschap

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak van het zorgbeleid van de scholengemeenschap (art. 125novies, § 1bis-1quater Decreet basisonderwijs). Zo kan afgesproken worden om meerdere zorgcoördinatoren aan te stellen als aanspreekpunt voor de overheid voor de kleuterparticipatie binnen de scholengemeenschap.

Alleszins moet je in het OCSG verplicht onderhandelen over de manier waarop de puntenenveloppe voor het zorgbeleid aangewend zal worden in de scholen van de scholengemeenschap (Parl.St. Vl.Parl., stuk 1669, 2007-2008, 1, 10).

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig als je meer dan tien procent van de puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid wil gebruiken voor het aanstellen van personeelsleden die een beleidsondersteunende functie in het kader van zorgbeleid uitoefenen (art. 125duodecies1, § 4 Decreet basisonderwijs).

1.3 De punten beleids- en ondersteunend personeel die op het niveau van de scholengemeenschap samengelegd kunnen worden

sla link op in klembord

Kopieer

Als de partners van de scholengemeenschap ervoor kiezen om een deel van de puntenenveloppe voor beleids- en ondersteunend personeel samen te leggen op het niveau van de scholengemeenschap, dan moet je in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak van die beslissing (art. 125novies, § 1, 2° Decreet basisonderwijs).

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig indien je op het niveau van de scholengemeenschap meer dan tien procent van de puntenenveloppe administratieve ondersteuning en ICT wil samenleggen (art. 153sexies, § 4 Decreet basisonderwijs).

1.4 De aanwending van de puntenenveloppe voor ICT

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak van de manier waarop de punten voor ICT in de scholengemeenschap gebruikt zullen worden (arts. 125novies, § 1, 3° en 153sexies, § 4 Decreet basisonderwijs).

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig indien je op het niveau van de scholengemeenschap meer dan tien procent van depuntenenveloppe ICT en administratieve ondersteuning wil samenleggen (art. 153sexies, § 4 Decreet basisonderwijs).

1.5 De manier waarop een school voor buitengewoon onderwijs van de scholengemeenschap haar expertise deelt

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het LOC onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak van de manier waarop een school voor buitengewoon onderwijs van de scholengemeenschap haar deskundigheid ter beschikking zal stellen van scholen voor gewoon onderwijs (art. 125novies, § 1, 4° Decreet basisonderwijs).

1.6 Het afsluiten van een samenwerkingsakkoord

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak die het afsluiten van een samenwerkingsakkoord door de scholengemeenschap of door een school van de scholengemeenschap met afzonderlijke scholen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs of volwassenenonderwijs kan hebben (art. 125novies, § 1, 5° van het Decreet basisonderwijs).

1.7 Het opnemen van bijkomende scholen in de scholengemeenschap

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen op personeelsvlak die het opnemen van bijkomende scholen in de scholengemeenschap kan hebben (art. 125novies, § 1, 6° Decreet basisonderwijs).

1.8 Het personeelsbeleid dat je wil voeren

sla link op in klembord

Kopieer

Artikel 125novies, § 1, 8° van het Decreet basisonderwijs verplicht je om in het OCSG te onderhandelen over de gevolgen van de algemene afspraken die de scholengemeenschap gemaakt heeft over de afstemming van het personeelsbeleid.

Minimaal moet je het in het OCSG hebben over:

  • de invulling die de scholengemeenschap zal geven aan de aanvangsbegeleiding waarop ieder tijdelijk personeelslid met een aanstelling van tijdelijke duur, recht heeft (art. 125novies, § 1, 8° Decreet basisonderwijs en art. 20bis, § 1, 3de lid Rechtspositiedecreet);
  • welke criteria de scholengemeenschap zal hanteren om het functioneren te beoordelen van de personeelsleden die menen aanspraak te maken op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (art. 23bis, § 3, 9de lid Rechtspositiedecreet). Welke afspraken je daarover maakt, laat de decreetgever over aan het lokale comité. Voorbeeldsgewijs heeft hij het over de afstemming van de beoordeling tussen verschillende scholen en over de uitwisseling van informatie tussen verschillende scholen (OD XXXI, MvT, Parl.St. Vl.Parl. 827, 2020-2021, 1, p. 41);
  • Je kunt in het OCSG afspreken welke criteria je zult hanteren om een vaste benoeming toe te kennen als er meerdere personeelsleden gekandideerd hebben voor eenzelfde betrekking (art. 31, § 5 Rechtspositiedecreet);
  • de contouren van de functiebeschrijvingen en de manier waarop personeelsleden geëvalueerd zullen worden (art. 125novies, § 1, 7° Decreet basisonderwijs en 47ter, § 3 en 47novies Rechtspositiedecreet). Zo moet je in het OCSG algemene afspraken maken over de taakinvulling van de tweede evaluator (Parl.St. Vl. Parl., 1246, 2006-2007, 1, 11). De afspraken die in het OCSG gemaakt worden, kun je dan in je LOC verfijnen.

Het komt natuurlijk op de eerste plaats ieder schoolbestuur toe om een eigen – aangepast – personeelsbeleid uit te werken. Maar omdat een personeelslid door de onderwijsregelgeving ook tewerkgesteld kan worden in een school van een ander schoolbestuur van de scholengemeenschap, vindt de decreetgever het logisch dat er over een aantal aspecten van het personeelsbeleid op het niveau van de scholengemeenschap een gezamenlijke visie ontwikkeld wordt (Parl.St. Vl. Parl., 1720, 2002-2003, 1, 14-15 en Parl.St. Vl.Parl., 1083, 2010-2011, 1, 8-9, 10).

1.9 De deelname aan het lerarenplatform en de manier waarop personeelsleden van het lerarenplatform ingezet zullen worden

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over:

  • de deelname aan het lerarenplatform;
  • de criteria voor aanstelling van de betrokken personeelsleden;
  • de criteria voor inzetbaarheid van de betrokken personeelsleden in pedagogisch zinvolle taken;
  • de inzetbaarheid in de verschillende scholengemeenschappen indien het samenwerkingsplatform bestaat uit meerdere scholengemeenschappen, of in de scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap (art. 153seciesdecies Decreet basisonderwijs).

1.10 De inzet van personeelsleden die aangesteld worden met overgedragen lestijden

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de manier waarop personeelsleden die aangesteld worden met overgedragen lestijden, ingezet zullen worden voor opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap (art. 36octies, 1ste lid, 4° Rechtspositiedecreet). Die onderhandeling moet niet alleen plaatsvinden in het OCSG maar ook in het LOC van elke school van aanstelling (Parl.St. Vl.Parl., 1796, 2012-2013, 1, 53).

1.11 De criteria voor de aanwending van het werkingsbudget voor het project leerkrachten in het basisonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet in het OCSG onderhandelen over de criteria die gebruikt zullen worden om het werkingsbudget dat de overheid toegekend heeft om de leerkrachten in de klas te ondersteunen, aan te wenden (art. 172septies, § 2, 2de lid Decreet basisonderwijs).

1.12 (Indien nodig) Het percentage aan betrekkingen dat op het niveau van de scholengemeenschapsinstelling vacant verklaard zal worden

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig als je op het niveau van de scholengemeenschapsinstelling in de puntenenveloppes die in aanmerking komen, meer betrekkingen vacant wilt verklaren dan het percentage dat op 1 september 2020 samengelegd of aangewend werd op het niveau van de scholengemeenschap. Opgelet, je mag niet hoger gaan dan tien procent (art. 125duocecies2, § 3 Decreet basisonderwijs).

2 Aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap het initiatiefrecht heeft (art. 125decies Decreet basisonderwijs)

sla link op in klembord

Kopieer

De scholengemeenschap heeft het initiatiefrecht om over een aantal materies afspraken te maken. Hoewel die bepaling duidelijk lijkt, heeft de decreetgever zelf onduidelijkheid geschapen over de draagwijdte ervan. In de memorie van toelichting geeft hij aan dat het gaat om bevoegdheden die behoren “tot het wezen van de inrichtende machten”. De scholengemeenschap kan het initiatief nemen om eventuele afspraken die over die materies gemaakt zijn, voor te leggen aan de schoolbesturen van de scholengemeenschap waarbij de schoolbesturen de vrijheid hebben om “in dezen eventueel een beslissing te nemen hierbij al dan niet rekening houdend met de afspraken die hierover gemaakt zijn” (Parl.St. Vl. Parl., 1720, 2002-2003, 1, 14-15).

Indien de scholengemeenschap van dit initiatiefrecht gebruikmaakt, moet in het OCSG onderhandeld worden over de materie zelf of over de mogelijke gevolgen van die beslissing voor het personeel.

2.1 De overdracht van lestijden en uren uit het urenpakket

sla link op in klembord

Kopieer

Als de scholengemeenschap het initiatief neemt om afspraken te maken over de overdracht van lestijden en van uren kinderverzorgster en uren paramedisch personeel, dan moet je in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen van die beslissing op personeelsvlak (art. 125decies Decreet basisonderwijs).

Alleszins heb je het akkoord van het OCSG nodig om meer dan drie procent van het lestijdenpakket of van het urenpakket over te dragen aan een andere school van de scholengemeenschap (art. 125terdecies, 2° Decreet basisonderwijs).

2.2 De inhoud en de toepassing van de engagementsverklaring

sla link op in klembord

Kopieer

Als de scholengemeenschap afspraken gemaakt heeft over de inhoud en de toepassing van de engagementsverklaring – een verplicht onderdeel van je schoolreglement (art. 37, § 2, 3° Decreet basisonderwijs) –, dan moet je in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen van die afspraken op personeelsvlak (art. 125decies, 2° Decreet basisonderwijs).

2.3 De overdracht van punten zorgbeleid naar een andere scholengemeenschap

sla link op in klembord

Kopieer

Als naar aanleiding van de overgang van een school van de ene scholengemeenschap naar de andere, de scholengemeenschap waaruit de school vertrekt, afspraken gemaakt heeft over de overdracht van punten voor het zorgbeleid naar de scholengemeenschap waartoe de school toetreedt, dan moet het OCSG van de scholengemeenschap waaruit de school getreden is, onderhandelen over de mogelijke gevolgen van die afspraken op personeelsvlak (art. 125decies, 2° en 6° Decreet basisonderwijs).

2.4 De overdracht van punten zorg naar een andere scholengemeenschap voor speciale zorgprojecten

sla link op in klembord

Kopieer

Als de scholengemeenschap afspraken gemaakt heeft over de overdracht naar een andere scholengemeenschap van punten voor het voeren van een specifiek zorgbeleid – bijvoorbeeld om specifieke aandacht te geven aan autisme – dan moet je in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen van die afspraken op personeelsvlak (art. 125decies, 3° Decreet basisonderwijs).

2.5 Het gebruik van de infrastructuur

sla link op in klembord

Kopieer

Als de scholengemeenschap afspraken gemaakt heeft over de wederzijdse terbeschikkingstelling van infrastructuur van de scholen van de scholengemeenschap, dan moet je in het OCSG onderhandelen over de mogelijke gevolgen van die afspraken op personeelsvlak (art. 125decies, 5° Decreet basisonderwijs).

2.6 De manier van kandidaatstelling voor TADD

sla link op in klembord

Kopieer

Sinds 1 september 2020 kan de scholengemeenschap zelf bepalen op welke manier personeelsleden kunnen kandideren voor een TADD-aanstelling. De manier van kandidaatstelling moet je wel onderhandelen in het OCSG. Inhoudelijk moet de eigen regeling minimaal dezelfde garanties bieden als een aangetekend schrijven (art. 23bis, § 3, 7de lid Rechtspostiedecreet).

Over welke onderwerpen moet je in het OCSG een akkoord bereiken?

sla link op in klembord

Kopieer

Artikel 37bis van het LOC-decreet kent het OCSG onderhandelingsbevoegdheid toe over “de aangelegenheden waarvoor de scholengemeenschap bevoegd is”. Na de onderhandeling kun je in regel de maatregel gewoon uitvoeren, ook zonder het akkoord van de personeelsdelegatie.

Voor enkele aangelegenheden volstaat het echter niet om ze ter onderhandeling voor te leggen maar heb je het akkoord van het OCSG nodig om ze te kunnen uitvoeren.

1 De voorafname van meer dan tien procent van de punten voor zorgbeleid

sla link op in klembord

Kopieer

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig als je meer dan tien procent van de puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid wil gebruiken voor het aanstellen van personeelsleden die een beleidsondersteunende functie in het kader van zorgbeleid uitoefenen (art. 125duodecies1, § 3 Decreet basisonderwijs, Parl.St. Vl.Parl., stuk 1669, 1, 10).

2 De overdracht van meer dan drie procent van het lestijdenpakket of van het urenpakket

sla link op in klembord

Kopieer

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig om meer dan drie procent van het lestijdenpakket of van het urenpakket over te dragen aan een andere school van de scholengemeenschap (art. 125terdecies, 2° Decreet basisonderwijs).

3 De samenlegging van meer dan tien procent van de puntenenveloppe administratieve ondersteuning en ICT

sla link op in klembord

Kopieer

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig indien je op het niveau van de scholengemeenschap meer dan tien procent van de puntenenveloppe voor administratieve ondersteuning en ICT wil samenleggen (art. 153sexies, § 4 Decreet basisonderwijs).

4 (Indien nodig) Het percentage aan betrekkingen dat op het niveau van de scholengemeenschapsinstelling vacant verklaard zal worden

Je hebt het akkoord van het OCSG nodig als je op het niveau van de scholengemeenschapsinstelling in de puntenenveloppes die in aanmerking komen, meer betrekkingen vacant wilt verklaren dan het percentage dat op 1 september 2020 samengelegd of aangewend werd op het niveau van de scholengemeenschap. Opgelet, je mag niet hoger gaan dan tien procent (art. 125duocecies2, § 3 Decreet basisonderwijs).

Hoe moeten de onderhandelingen in het OCSG concreet gevoerd worden?

sla link op in klembord

Kopieer

Hoe de onderhandelingen in het OCSG concreet gevoerd moeten worden, is eigenlijk niet wetgevend geregeld. De enige aanknopingspunten zijn de afspraken die over de werking van de lokale comités gemaakt zijn in Onderwijscao IX van 10 december 2010, en de bepalingen over de manier van onderhandelen in het LOC in het LOC-decreet. Verschillende van die aanknopingspunten zijn verwerkt in het model van huishoudelijk reglement dat voor het OCSG opgesteld is.

Voor de onderhandelingen

sla link op in klembord

Kopieer

Om de onderhandelingen in het OCSG behoorlijk te kunnen voorbereiden, is in Onderwijscao IX van 10 december 2010 afgesproken dat de OCSG-leden vooraf alle documenten – officiële en andere – moeten ontvangen (punt 2.1. Onderwijscao IX). Die afspraak geldt uiteraard niet voor de documenten die opgesteld zijn op basis van de uitkomst van de onderhandelingen.

Tijdens de onderhandelingen

sla link op in klembord

Kopieer

Artikel 16 van het model van huishoudelijk reglement schrijft voor dat de voorzitter een ontwerp van protocol moet opmaken “overeenkomstig artikel 34 van het LOC-decreet”. Artikel 34 vat eigenlijk enkel de werking van de LOC’s, maar het is normaal dat het OCSG een gelijkaardige werking volgt.

Als er consensus is

sla link op in klembord

Kopieer

Indien de onderhandelingen tot een consensus leiden, wordt dit zo opgetekend in een protocol (art. 34, § 1 LOC-decreet). Opgelet, dit protocol bindt niet alleen elk schoolbestuur van de scholengemeenschap, maar ook elke individuele school.

Wat vandaag misschien een goede afspraak is, komt in de toekomst mogelijk onder druk door veranderde inzichten of door een veranderde context. Het is daarom aangewezen om in het protocol van akkoord ook af te spreken hoe de overeenkomst beëindigd kan worden, ofwel om het protocol van akkoord zelf in tijd te beperken. Bepalingen over de geldigheidsduur zijn in de privésector trouwens een verplicht onderdeel van de cao’s die afgesloten worden in het kader van de Cao-wet van 5 december 1968 (art. 16, 5°).

Als er geen consensus is

sla link op in klembord

Kopieer

Als er na onderhandeling geen akkoord bereikt wordt, moeten de standpunten van de partijen in het protocol opgetekend worden (art. 34, § 1 LOC-decreet). Dit betekent dat er in het OCSG niet hoofdelijk gestemd wordt, maar per geleding.

Als er een gedeeltelijk akkoord is

sla link op in klembord

Kopieer

Een onderhandeling kan ook leiden tot een gedeeltelijk akkoord. In dit geval wordt in het protocol genoteerd waarover er een akkoord bestaat en waarover niet. Over de aspecten waarover er geen akkoord is, worden in het protocol de respectievelijke standpunten geformuleerd.

Na de onderhandelingen

sla link op in klembord

Kopieer

Pas als een onderhandeling afgelopen is en de neerslag ervan in een protocol opgenomen is, kan het schoolbestuur een beslissing nemen. Dit is zo overeengekomen in punt 2.3. van Onderwijscao IX van 10 december 2010. Indien er consensus of een gedeeltelijk akkoord bereikt is over een voorgenomen maatregel, moet je die maatregel uitvoeren zoals overeengekomen is.

Maar ook bij een protocol van niet-akkoord heb je als bestuur juridisch de mogelijkheid om de voorgenomen maatregel toch te nemen. Besef daarbij wel dat dit de sociale vrede in de scholengemeenschap wellicht niet ten goede zal komen.

Als je na de onderhandeling een beslissing wil uitvoeren, moet je altijd verwijzen naar de gevoerde onderhandelingen en moet je het nummer van het protocol in kwestie vermelden (punt 2.3. Onderwijscao IX).

Strikt genomen gelden de afspraken die in Onderwijscao IX gemaakt zijn enkel voor die materies die je verplicht ter onderhandeling aan het OCSG moet voorleggen. In het kader van goed werkgeverschap kan het natuurlijk geen kwaad om dezelfde werkwijze te hanteren voor die materies die je uit eigen initiatief ter onderhandeling aan het OCSG voorgelegd hebt.

Wat is een protocol?

sla link op in klembord

Kopieer

Een protocol is een document waarin het resultaat van een onderhandeling genotuleerd moet worden (art. 16 huishoudelijk reglement). Idealiter wordt over een voorgenomen maatregel een volledig akkoord bereikt. Het kan natuurlijk ook zijn dat er slechts over bepaalde onderdelen van de maatregel een akkoord bereikt wordt of dat er zelfs helemaal geen akkoord bereikt wordt.

Bij een consensus wordt een ‘protocol van akkoord’ gegeven.

Bij een gedeeltelijk akkoord is er sprake van een ‘protocol van gedeeltelijk akkoord’.

Wanneer beide geledingen het helemaal niet eens geraakt zijn, wordt een ‘protocol van niet-akkoord’ gegeven.

Artikels 16 tot 20 van het model van huishoudelijk reglement schrijven voor hoe het protocol tot stand moet komen. Dit model is beschikbaar op de PRO.-website.

Om de inspraak van de personeelsleden te verbeteren, is in Onderwijscao IX van 10 december 2010 ook de afspraak gemaakt dat alle personeelsleden na afloop van de onderhandelingen de protocollen en de bijhorende beslissingen vlot moeten kunnen raadplegen (punt 2.3 Onderwijscao IX). Dit kan bijvoorbeeld door die documenten op het intranet beschikbaar te stellen.

Rechten en plichten van de personeelsvertegenwoordigers

sla link op in klembord

Kopieer

In het OCSG genieten de personeelsvertegenwoordigers dezelfde rechten en plichten die ze in het LOC genieten.

Welke rechten hebben de personeelsvertegenwoordigers in het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

De OCSG-personeelsvertegenwoordigers hebben de volgende rechten:

  • Ze mogen aan de voorzitter een bijkomende bijeenkomst van het OCSG vragen, los van de geplande vergaderingen die bij het begin van het schooljaar afgesproken zijn. Voor die vergadering kunnen ze dan ook agendapunten inbrengen (art. 38 LOC-decreet).
  • Ze mogen mondeling en schriftelijk alle professionele en syndicale informatie meedelen die nuttig is voor het personeel. Ze doen dit onder eigen verantwoordelijkheid (art. 39, 1ste lid LOC-decreet).
  • Ze mogen mededelingen aanbrengen op plaatsen die daarvoor aangewezen zijn, op voorwaarde dat die mededelingen op voorhand aan de directie voorgelegd zijn (art. 39, 2de lid LOC-decreet).
  • Ze mogen buiten de schooluren in de school informatievergaderingen organiseren voor het personeel. Ze moeten daarvoor wel op voorhand de directie ingelicht hebben (art. 39, 3de lid LOC-decreet).
  • Ze mogen het schoolbestuur contacteren in het gemeenschappelijk belang van het personeel (art. 40 LOC-decreet).
  • Ze mogen jaarlijks deelnemen aan drie vormingsdagen die door de vakbonden georganiseerd worden (art. 41, 1ste lid LOC-decreet). Voorwaarde daarbij is dat ze de datum van elke vormingsdag minimaal één maand op voorhand aan het bestuur meedelen (art. 41 LOC-decreet).
  • Ze moeten de nodige faciliteiten krijgen om hun taak naar behoren uit te oefenen. De afspraken erover moet je vastleggen in het huishoudelijk reglement van je OCSG (art. 42 LOC-decreet).
  • Bij de toewijzing van de instellingsgebonden opdrachten moet je rekening houden met de tijd die ze besteden aan het OCSG (art. 47ter/1 Rechtspositiedecreet). Aan die verplichting is voldaan als je de vertegenwoordiging in het OCSG beschouwt als een beleidsondersteunende taak die gecompenseerd wordt met een vorm van vrijstelling van lesopdracht (BPT-uren of uren voor taak- en functiedifferentiatie). Indien de vertegenwoordiging in het OCSG niet gecompenseerd wordt door een vrijstelling van lesopdracht, dan moet je ze meenemen in de weging bij de billijke verdeling van de instellingsgebonden opdrachten.
  • Ze hebben recht op dienstvrijstelling om de vergaderingen van het OCSG te kunnen bijwonen. Die vrijstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit (art. 26quinquies BVR van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs). Dit betekent dat je de personeelsvertegenwoordigers voor de duur van de OCSG-vergadering moet vrijstellen van de opdracht die ze dan op basis van het wekelijkse uurrooster zouden hebben.
  • Ze hebben recht op terugbetaling van de verplaatstingskosten die ze extra voor deelname aan OCSG-vergaderingen moeten maken. Dit kan het geval zijn indien ze voor de vergadering speciaal naar de school moeten komen of als de vergadering in een andere school plaatsvindt. De terugbetaling gebeurt volgens de regeling die geldt voor de dienstverplaatsingen (punt 4 Onderwijscao X). Vergoeding voor deelname aan voorbereidende OCSG-vergaderingen vallen natuurlijk niet onder dit recht.

Welke plichten hebben de personeelsvertegenwoordigers in het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

De OCSG-vertegenwoordigers zijn gehouden aan de discretieplicht voor feiten en documenten die vertrouwelijk van aard zijn (art. 43 LOC-decreet).

Die discretieplicht houdt in dat vertrouwelijke informatie niet zomaar gedeeld kan worden met om het even wie. Overtreding van die plicht kan beschouwd worden als een deontologische fout.

Welke informatie je als vertrouwelijk beschouwt, kun je overeenkomen in je huishoudelijk reglement. Tijdens een OCSG-vergadering kun je natuurlijk ook overeenkomen dat een bepaald item vertrouwelijk behandeld wordt. Is dit het geval, dan moet je dat opnemen in het verslag.

Hoe zit het met de ontslagbescherming van de personeelsvertegenwoordigers in het OCSG?

sla link op in klembord

Kopieer

De ontslagbescherming van de personeelsvertegenwoordigers in het OCSG verschilt naargelang hun statuut.

Gesubsidieerd personeel

sla link op in klembord

Kopieer

De personeelsvertegenwoordigers die vallen onder het Rechtspositiedecreet, kunnen geen tuchtsanctie oplopen voor daden die ze stellen in de uitoefening van hun OCSG-mandaat (art. 44, § 1 LOC-decreet). Voor een deontologische fout die ze buiten hun OCSG-mandaat begaan, kunnen ze natuurlijk wel gesanctioneerd worden.

MVD-personeel

sla link op in klembord

Kopieer

Personeelsvertegenwoordigers die tewerkgesteld zijn als MVD-personeel, genieten een uitgebreide ontslagbescherming. Voor daden die ze stellen in de uitoefening van hun OCSG-mandaat kunnen ze slechts ontslagen worden om dringende reden (art. 44, § 2 LOC-decreet) en pas na goedkeuring door het paritair comité waaronder ze ressorteren (art. 44, § 5 – 6 LOC-decreet).

×
Kijkt als...
Niveau
Regio