LPD 9: inspiratie bij didactiek en evaluatie

LPD 9 verwacht dat leerlingen reflectievaardigheden toepassen. 
 
Het leerplandoel geeft je de ruimte om zelf te bepalen welke reflectievaardigheden je inzet om de leerlingen te laten groeien naar het reflecteren in de 2de en 3de graad.

1. Reflectievaardigheden

sla link op in klembord

Kopieer

1.1 Begripsomschrijving

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 9 verwacht dat de leerlingen reflectievaardigheden toepassen. Reflectievaardigheden zijn vaardigheden die je gebruikt om te reflecteren. We zetten in de 1ste graad in op die vaardigheden om ze later in het reflectieproces aan te wenden. Denk aan vaardigheden zoals: 

  • een mening verwoorden (je leert je gedachten onder woorden brengen)
  • argumenteren (je onderbouwt je mening met een of meerdere argumenten)
  • jezelf evalueren (je beoordeelt jezelf op basis van specifieke criteria)
  • actief luisteren (helpt bij het verwerken van feedback door anderen)
  • ...
Reflectievaardigheden is in het meervoud geschreven in de doelzin. Dit betekent dat we doorheen het jaar minstens op 2 vaardigheden inzetten.

1.2 Verschil tussen reflectievaardigheden toepassen en reflecteren

sla link op in klembord

Kopieer

Reflectievaardigheden toepassen vraagt van leerlingen nog niet dat ze reflecteren; waarbij we het reflecteren beschouwen als het doorlopen van een proces met behulp van reflectievaardigheden. In een reflectieproces komt een leerling vaak tot het volgende:

  • je blikt terug op ... (wat is er gebeurd, wat heb ik gedaan, gevoeld, ...) en
  • kom je tot inzichten over ... (waarom heb ik dit zo gedaan, ... Was dit OK? Waaruit kan ik dat afleiden, ...) en
  • kom je tot inzichten voor de toekomst ... (wat leert mij dit voor komende gelijkende situaties)
Bij dit reflecteren kunnen reflectiemodellen ingezet worden. Denk maar aan Korthagen, STARR, ... Omdat we van onze leerlingen in de basisoptie nog niet verwachten dat ze reflecteren, maar vooral oefenen op de reflectievaardigheden die hierbij nodig zijn, is het niet verplicht om met een reflectiemodel te werken. 

1.3 Doel

sla link op in klembord

Kopieer

Het inzetten van reflectievaardigheden kan verschillende doelen hebben. We adviseren om te variëren in de doelen om een totaalbeeld van de leerling te krijgen (brede evaluatie). Denk aan het inzetten van reflectievaardigheden om zicht te krijgen op:

  • het eigen handelen
  • de eigen beleving
  • de samenwerking met anderen
  • thema's, situaties, ...
  • ...
Variëren in doelen zal je ook brengen tot het gebruiken van verschillende reflectiemethodieken.
 
Tip: Reflectie voor jezelf of de vakgroep. Zet jij in op verschillende doelen bij het toepassen van reflectievaardigheden? Methodiek (zie ook afbeelding hierna):
  • Schrijf per post-it een voorbeeld op van waarover jij de leerlingen reflectievaardigheden laat inzetten (bv. na een bezoek aan ..., ...).
  • Kleef de post-its bij de bijhorende categorieën van doelen die we hierboven hebben vermeld. 
  • Maak eventueel de verdeling over die categorieën visueel duidelijk. Dit kan je bijvoorbeeld doen door het aantal post-its per categorie te laten corresponderen met de hoeveelheid water in een beker.
  • Welke conclusie maak je? Zien er nog kansen?

1.4 Belangrijk

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen zullen nog in verschillende leerjaren, over verschillende graden heen, oefenen op reflectievaardigheden en het reflecteren. Denk daarom goed na over wanneer je dit leerplandoel inzet (met welk doel) en met welke reflectiemethodiek dit kan. Durf doseren en variëren.

2. Koppeling met de visie op de basisoptie

sla link op in klembord

Kopieer

2.1 Visie op de basisoptie

sla link op in klembord

Kopieer

Op de propagina over de basisoptie lees je dat een basisoptie bijdraagt tot een goede observatie en oriëntatie van de leerling. In aanvulling op de algemene vorming ondersteunen basisopties leerlingen om een gemotiveerde keuze te maken voor een studiedomein of een studierichting in de tweede graad.
 
We kunnen dus met reflectievaardigheden ook inzetten, vanuit de visie op de basisoptie, op het oriënteren.

2.2 Inspirerende oriënterende reflectievragen

sla link op in klembord

Kopieer

Het inzetten van reflectievaardigheden kan verschillende doelen hebben. Vanuit deze doelen inspireren we met mogelijke reflectievragen om in te zetten op de oriëntatie van de leerling.

3. Inspirerende reflectiemethodieken

sla link op in klembord

Kopieer

Er zijn heel wat methodieken om reflectievaardigheden te oefenen. Enkele aandachtspunten:

  • beslis welke reflectievaardigheid je oefent en aan welk doel (vanuit een beleving, situatie/thema, samenwerking, handelen) je dit koppelt. Het bepalen van de reflectievaardigheid en het doel, doen nadenken over de methodiek die gebruikt kan worden.
  • durf variëren (verschillende methodieken gebruiken). 
  • durf doseren (niet steeds reflectievaardigheden oefenen, bewust inzetten)

We inspireren met een aantal methodieken om reflectievaardigheden te oefenen, gekoppeld aan een doel voor deze reflectie. Verschillende methodieken zijn ook voor andere doelen inzetbaar.
 
 Het eigen handelen Een beleving                 Samenwerking          Situaties / thema's       
 De bekers Happychart De bus Twitterreflectie
 De wasmanden Kringgesprek met 
 doorschuiven
 Het voetbalveld Emotienetwerk
 De wasknijpers Dobbelsteen ... 
 De stoelen   
 Hoogteverschillen met touw   


De bijlagen onderaan deze pagina verduidelijken de methodieken in de tabel. Nog op zoek naar meer inspiratie? Volgende bronnen helpen je verder op weg:

4. Evaluatie

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 9 verwacht dat de leerlingen reflectievaardigheden toepassen; vandaar evalueren we het toepassen van reflectievaardigheden. Je staat dus stil bij welke reflectievaardigheid je wil aanleren en evalueren en vervolgens bepaal je met welk evaluatiecriterium (of evaluatiecriteria) je die reflectievaardigheid kan evalueren.

Enkele voorbeelden:

  • reflectievaardigheid: een mening formuleren
    • evaluatiecriterium 1: Je verwoordt wat je leuk vond en toont dit aan met een concreet voorbeeld
    • evaluatiecriterium 2: Je verwoordt wat je minder leuk vond en toont dit aan met een concreet voorbeeld
    • evaluatiecriterium 3: Je verwoordt wat je goed vindt in de aanpak van de geschetste problematiek en toont dit aan met een concreet voorbeeld
    • ...
  • reflectievaardigheid: argumenteren
    • evaluatiecriterium 1: Je verwijst naar een betrouwbare bron om uit te leggen waarom je ...
    • evaluatiecriterium 2: Je geeft 2 concrete voorbeelden die ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio