Domeinoverschrijdend
Domeingebonden
Dubbele finaliteit
LPD 15 De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen.
LPD 13 De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen.
LPD 14 De leerlingen selecteren informatie uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden.
Dit leerplandoel leidt uiteindelijk tot het opzetten van een historisch onderzoek. Leerlingen moeten bronnen analyseren en met elkaar confronteren om uiteindelijk een antwoord te geven op een historische vraag.
Leerlingen lezen historische beeldvorming om een historische vraag te beantwoorden. In alle finaliteiten is dit leerplandoel hetzelfde als in de tweede graad, maar nu gaan de historische vragen over de moderne en hedendaagse tijd. Daarnaast kunnen zowel de historische vragen als de gebruikte bronnen van een hoger niveau zijn. De historische redeneerwijzen (zie LPD 14-12-13) zijn ook uitgebreider dan in de tweede graad.
Bij dit leerplandoel kun je zeker ook verwijzen naar de leerplandoelen rond bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit in het licht van een historische vraag.
Het leerlingenpubliek bepaalt de complexiteit van de bron. Bronnenmateriaal kunnen zowel korte als lange teksten zijn, maar het kan ook om cartoons, schilderijen, kaarten, audiovisueel materiaal en dergelijke gaan. Zorg dat je in de keuze van je bronnen alle soorten bronnen aanreikt.
Het kan waardevol zijn om hier een leerlijn rond uit te werken met de collega’s van de vakgroep, zowel binnen de graad als over de graden heen. Daarnaast geeft dit leerplandoel ook kansen tot differentiatie.
Het bereiken van dit leerplandoel vereist een zeker talig niveau bij leerlingen. Zorg dat je als leraar voldoende stilstaat bij leesstrategieën en begrippendidactiek. Meer inspiratie hierover kan je terugvinden in de tool ‘Taalgericht vakonderwijs’ die de taalbegeleiders ontwikkelden.
Geef leerlingen een historische vraag en enkele bronnen. Je zorgt ervoor dat deze bronnen zowel visueel als tekstueel zijn. In dit geval stel je de historische vraag ‘Waarom is de industriële revolutie een scharniermoment in de geschiedenis’. Je geeft de leerlingen een reeks begrippen en het bijhorende schema. Door hen meerdere begrippen te geven waaruit ze een keuze kunnen maken, doe je ook aan breed evalueren.