Duiding bij
III-LaCo-a LPD 1: De leerlingen handelen kwaliteitsbewust.
III-LaCo-a LPD 24: De leerlingen voeren een kwaliteitscontrole uit.
II-Hoe-a LPD 12: De leerlingen voeren een kwaliteitscontrole uit.
Kwaliteit houdt verschillende facetten in.
Deze meetgereedschappen worden best ter beschikking gesteld van de leerling.
Een eenvoudige a-meter behoort best tot de basisuitrusting van elke leerling (heel lage kost).
Je kunt voorbeeldstukken 3D-printen waarop de leerlingen oefenmetingen kunnen verrichten. Hierdoor kunnen uitwendige factoren (zoals lasspetters, kromte,...) die de meting hinderen worden uitgesloten.
De lasser (= leerling) dient in de eerste plaats een zelfcontrole uit te voeren en waar nodig de onvolkomenheid herstellen.
De lascoördinator (= leerkracht) dient steekproefsgewijs de controle die de lasser uitvoert te controleren.
De kwaliteitseisen aan een goede las liggen vast in normen. Leerlingen worden hier best zo snel mogelijk op gewezen.
Als school kun je evolueren naar een werking geënt op de EN 1090-1 norm. Dit is een proces van meerdere jaren, waarbij gewerkt wordt volgens uitgeschreven kwaliteitshandboeken, procedures, ...
Je kunt het volgende stappenplan doorlopen in de transitiie naar een kwaliteitsvolle werking:
Stap 1 : alles doorzagen en etsen ==> evalueren van de inbranding bij elke oefening
Stap 2 : eerste normervaring : kwalificeren van een lasser
Waarom: omdat je daar meteen de leerlingen mee kan kwalificeren. Een meerwaarde voor hen en meteen een kwaliteitsbewaking van je opleiding. Zie ook certificieren van leerlingen.
Stap 3 : werkplaats klaar maken voor een audit
Je laat je best ondersteunen door het BIL. Het volgen van een opleiding is hierbij een grote hulp.
Voor meer info: neem contact op met je pedagogisch begeleider.