TRIS is een instrument waarmee de school de eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt.
Zelfevaluatie is een onderdeel van de kwaliteitszorgcyclus. Er bestaan verschillende instrumenten waarmee de school de eigen kwaliteitsontwikkeling kan onderzoeken en bewaken. De keuze voor een van deze instrumenten hangt af van wat de school precies te weten wil komen. Een voorbeeld van een zelfevaluatie-instrument is TRIS, een instrument op basis van EFQM.
Met voorbeelden geeft de school vanuit verschillende invalshoeken (acties en beleidsplannen, termijnbeleid, onderwijsproces, visie, innovatie en creativiteit, duurzaam beheer, duurzame resultaten, vergelijking van resultaatsgegevens) aan welke kwaliteit aanwezig is voor een gekozen focus (de organisatie als geheel, de werking van een deelgroep, een thema zoals bijvoorbeeld het zorgbeleid,…). Om dit te kunnen doen, beschikt ze over een kijkwijzer die de structuur heeft van een matrix met horizontaal 5 fasen van kwaliteitsontwikkeling en verticaal de 8 invalshoeken, telkens ingevuld met indicatoren. Bij elke invalshoek formuleren de deelnemers actiepunten, verbeterpunten en aandachtspunten waaruit in een later stadium zal geprioriteerd worden.
Een gespreksleider leidt het onderzoek. Een verslaggever noteert de voorbeelden en de actiepunten die de deelnemers aan het onderzoek aangeven. Het geheel wordt door de begeleider verwerkt tot een syntheserapport.