Dit is een keuzedoel, specifiek om sterke leerlingen/klassen verder uit te dagen. Het betreft een theoretische oefening waarin de leerlingen kunnen aantonen in hoeverre ze in staat zijn om op dit abstracte niveau te redeneren. 

Je kunt leerlingen laten nadenken over welke andere (soorten, types) historische bronnen zouden kunnen worden gebruikt in confrontatie met een bron die ze bestuderen. Dit doel impliceert niet noodzakelijkerwijze dat ze die bronnen ook effectief moeten verzamelen en gebruiken. Het is eerder de bedoeling dat de leerlingen nadenken over soorten bronnen en bronnengebruik.

De bedoeling is niet dat leerlingen de historische bronnen effectief zelf zoeken, maar nadenken over mogelijke bronnen en de mate waarin ze effectief bestaan. Zo wordt hun kritisch denken aangescherpt over bv. de beperkingen van bronnen en van historische beeldvorming. 

Wanneer je een lessenreeks geeft over migratie in de jaren ‘70 voorzie je enkele studies en tekstuele bronnen. Je kan hen vragen welke bronnen een nog verder licht zouden kunnen werpen op de zaak. Het zou hier kunnen gaan om statistische gegevens, zoals ke bijvoorbeeld via Statbel kan terugvinden. Op deze manier komen ze tot het inzicht dat er ook bruikbare en betrouwbare bronnen voor dit onderzoek buiten de eigen discipline kunnen gehaald worden.