Krachtlijn 3 - Leerplandoel 9 (D')


Domeinoverschrijdend 

Domeingebonden 

Dubbele finaliteit 

LPD 9 De leerlingen beoordelen de presentatie van historische bronnen aan de hand van contextinformatie en bewerking. 
//

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Historische bronnen die in het geschiedenisonderwijs worden gebruikt, zijn vaak uittreksels, vertalingen of bewerkingen van het (verloren gegane) origineel. Leerlingen dienen hier kritisch over te reflecteren, het volstaat niet om zomaar aan te nemen wat er in beperkte mate staat. Ze moeten verder kunnen kijken.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Soms worden er titels toegevoegd bij bronnen in leermiddelen, op werkblaadjes ... Die ingrepen zijn vaak subtiel, maar evengoed is de impact heel groot en verandert de betekenis van een tekst of inschatting van een object. Met contextinformatie, graad van bewerking en factchecking kun je de presentatie van bronnen onderzoeken. Op die manier kun je leerlingen kritisch leren stilstaan bij de manier waarop de originele bron wordt weergegeven.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Het is belangrijk om leerlingen hier goed bij te begeleiden, zodanig dat ze tot een kwaliteitsvolle beoordeling komen.  

Voorzie meerdere oefenmomenten binnen de graad.  

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Je kunt de leerlingen de effecten van bewerkingen laten inschatten door hen de originele bron te laten vergelijken met de bewerking die in een leermiddel staat. Het is niet altijd evident om een originele brontekst te vinden omdat de vindplaats bij gebrek aan bronvermelding niet te achterhalen valt. Voor bronnen uit de moderne en de hedendaagse tijd liggen hier, zeker ook digitaal, heel wat mogelijkheden.

Je kunt leerlingen zelf laten ervaren hoe bronnen bewerkt worden en wat de effecten daarvan zijn. Je brengt een voorwerp mee en je laat hen daarvan een afbeelding maken die ze in het cursusmateriaal opnemen. Vervolgens zullen ze de effecten vaststellen van ’het verkleinen’, mogelijk informatieverlies bij de overgang van drie naar twee dimensies, de contextinformatie die mogelijk verschillend is dan die van een andere leerling enz.

Ter ondersteuning van de leerling kun je vermeldingen noteren zoals ‘vertaald’ of ‘bewerkt’ en dit dan koppelen aan mogelijke risico’s. Je kunt ook aangeven waar er stukken van tekstuele bronnen zijn weggelaten. Verwijzen naar interviews die opgenomen worden in de geschreven pers is ook een optie.

Dergelijke ondersteuning kun je ook bieden bij visuele bronnen; noteer de afmetingen van een kunstwerk, vermeld of het volledige werk is afgebeeld of het over een detail gaat ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio