Domeinoverschrijdend
Domeingebonden
Dubbele finaliteit
LPD 12 De leerlingen beoordelen welke bronnen representatief zijn in functie van een historische vraag. LPD K2 De leerlingen beoordelen welke bronnen representatief zijn in functie van een historische vraag. /
Leerlingen leren met dit leerplandoel genuanceerder nadenken over samenlevingen en vermijden homogeniseringen.
Een bron kan een gedeelde opvatting weergeven of typisch zijn voor de overheersende mentaliteit in een samenleving of groep, maar kan evengoed een afwijkend standpunt innemen of atypisch zijn. Hoe representatief is de bron voor een bepaalde tijd, samenleving, groep?
In het kader van differentiatie kunnen sterkere leerlingen uit domeinoverschrijdende doorstroom toch aan de slag met het aspect representativiteit. Geeft de historische bron een gedeelde opvatting weer of is ze eerder atypisch?
Ook dit begrip moet steeds aangebracht worden in functie van een historische vraag.
Dat aspect zal zeker bijdragen tot een genuanceerdere kijk op historische fenomenen. Je kunt dat inschatten aan de hand van volgende vragen of schrijfkaders:
Probeer het aspect representativiteit toepassingsgericht, aan de hand van bovengenoemde vragen binnen te brengen in jouw klaspraktijk. Voeg bij de bronnen zeker voldoende contextinformatie toe, want anders zijn leerlingen niet in staat om representativiteit goed toe te passen. Het gaat in principe ook over het mechanisme van dit begrip, want ook professionals kunnen zelden inschatten hoeveel van dergelijke bronnen er nog meer zijn.
Joost van Oort illustreert dit begrip op een erg toegankelijke manier voor leerlingen in een video op YouTube: ‘Historische vaardigheden: Representativiteit van bronnen'.