Krachtlijn 2 - Leerplandoel 6 (D') - 7 (D) - 9 (D/A)


Domeinoverschrijdend 

Domeingebonden 

Dubbele finaliteit 

LPD 6 De leerlingen lichten kenmerken toe van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen uit de moderne en de hedendaagse tijd vanuit verschillende perspectieven. 
LPD 7 De leerlingen lichten kenmerken toe van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen uit de moderne en de hedendaagse tijd vanuit verschillende perspectieven. LPD 9 De leerlingen lichten kenmerken toe van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen uit de moderne en de hedendaagse tijd. 

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen dienen te groeien in het bewustzijn van interculturele contacten. Samenlevingen beïnvloeden elkaar continu, het zijn geen afgebakende gehelen die zomaar op zichzelf bestaan. Zeker in de moderne en hedendaagse tijd komt die beïnvloeding sterker op het voorplan. Samenlevingen zijn in interactie met elkaar en zorgen dus voor wederzijdse beïnvloeding op verschillende maatschappelijke domeinen.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

De begrippen per domein zijn generieke historische sleutelbegrippen waarvan de concretisering vrij te bepalen is binnen een bepaalde lessenreeks en volgens de concrete samenlevingen die worden behandeld. De historische sleutelbegrippen helpen basisvragen beantwoorden die aan elke samenleving worden gesteld.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Het gaat hier niet om de vergelijking van de samenlevingen zelf, maar om de interculturele contacten tussen samenlevingen. Daarom is het belangrijk om verschillende perspectieven van actoren in westerse en niet-westerse samenlevingen in acht te nemen.

Het begrip ‘eurocentrisme’ kan hier aan bod komen. Een eurocentrische blik slaagt er niet in het verleden in al zijn verscheidenheid tot zijn recht te doen komen, waardoor historisch denken wordt belemmerd. Dat heeft bovendien een impact op de identiteitsvorming van de leerlingen (eurocentrisme dat uitgaat van een westerse superioriteit). Dat leidt tot wij-zij denken en is nefast voor de dynamiek in superdiverse klassen. Anderzijds mag niet worden vervallen in culpabilisering (van de westerse) of victimisering (van de niet-westerse) samenlevingen. Multiperspectiviteit is daarom het streefdoel, zowel op inhoudelijk als op didactisch vlak.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Net zoals bij het leerplandoel omtrent kenmerken van samenlevingen kun je vertrekken vanuit meerdere bronnen waar je historische vragen aan koppelt die gericht zijn op het interculturele. Je kunt dit doel ook realiseren op basis van gesprek en debat binnen de klas, want deze interculturele aspecten zijn ook niet altijd eenvoudig vast te pinnen. Het kan soms ook gaan over perceptie en betekenisgeving.

Enkele voorbeelden van topics die je kunt behandelen:  
 

  • Hoe hebben de wereldtentoonstellingen in de 20ste eeuw bijgedragen aan de uitwisseling van culturele ideeën tussen verschillende landen?  
  • Welke rol speelde de Koude Oorlog in de vorming van interculturele contacten tussen westerse en oosterse landen?  
  • In hoeverre heeft de dekolonisatiebeweging in de jaren vijftig en zestig geleid tot nieuwe interculturele relaties tussen voormalige koloniale landen en hun kolonies?
  • Wat was de impact van migratiebewegingen na de Tweede Wereldoorlog op de interculturele dynamiek in Europese landen?  
  • Hoe hebben technologische ontwikkelingen, zoals de opkomst van de televisie en het internet, interculturele communicatie beïnvloed in de tweede helft van de 20ste eeuw?  
  • Welke invloed hadden muziek en film uit verschillende culturen op de populaire cultuur in de Verenigde Staten en Europa tijdens de jaren zestig en zeventig? 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio