Vanaf 9 maart starten de meeste van een groep van 68 studenten – waarvan 63% uit Duaal Leren – met een stage in het buitenland via het ErasDu-project. De studenten komen uit 18 verschillende scholen uit verschillende schoolnetten en verdeeld over Vlaanderen. De meeste stages gaan door in een EU-land, met Spanje (22%), Portugal (16%) en Duitsland (12%) voorop. 7 deelnemers gaan een pak verder, naar Zuid-Afrika.
De stages zijn individueel, maar studenten worden wel maximaal gegroepeerd in één regio. Zo brengt ErasDu studenten uit verschillende beroepen, scholen, onderwijsnetten en regio’s samen in het buitenland. ErasDu is dus een project dat de klassieke onderwijsnetten overstijgt voor studenten uit bso, en tso – inclusief buso die stage in het buitenland lopen in hun eigen of een aanverwant onderwijstraject. Lichaamszorg is dit voorjaar met meer dan 16% van de deelnemers de hoofdsector, gevolgd door Zorg en Verkoop.
De middelen van het ErasDu-project komen vanuit het Europese Erasmus+ programma. “Via ErasDu kunnen Vlaamse scholen in bso en tso hun eerste stappen zetten in internationale mobiliteit, want ze moeten geen eigen projectdossier uitwerken en indienen.” zegt Ben Bruyndonckx van de vzw Connectief, die ErasDu coördineert met subsidies van de Vlaamse Regering.
“Door het concept van ‘wonen en werken’ in het buitenland worden de studenten uitgedaagd zich op korte tijd hun nieuwe omgeving eigen te maken en dagelijkse contacten aan te gaan met onbekenden. Er is hier geen keuze om dat wel of niet te doen en net daarom maken de studenten hier zo’n snelle evolutie door. Stuk voor stuk, slaagden ze er op hun tempo en volgens hun mogelijkheden in om in hun nieuwe omgeving te leven, te zijn, sociaal te functioneren.” zegt Vlaamse begeleider Lize die in het voorjaar van 2024 meeging naar Zweden.
Hoewel hun verblijf in het buitenland beperkt is tot 2,5 tot 3 weken, geeft ErasDu leerlingen wel degelijk de kans om te groeien op professioneel én persoonlijk vlak. Het helpt hen niet alleen om een beter beeld te vormen van hun toekomst als werknemer of zelfs werkgever, maar tilt ook hun vakkennis naar een hoger niveau. “Op mijn laatste werkdag kreeg ik de vraag of ik voor hen Brusselse wafels wou maken. Nadat zij ons hun land hadden leren kennen, werd het tijd dat wij hen België leerden kennen, en zo gezegd zo gedaan. Samen met mijn Belgische medestudent maakte we het wafelbeslag en begonnen er een 100-tal te bakken. Het resultaat was prachtig, een ganse keuken Afrikaanse chefs met lachende gezichten. Iedereen proefde onze overheerlijke Brusselse wafels en één voor één waren ze super trots, iedereen vond het lekker. Dit was voor mij het absolute hoogtepunt van de stage”, zegt Ryen, die vorig voorjaar al stage liep als kok in Zuid-Afrika.