Hoe kan je Latijnse opschriften integreren in je les? (2)

do 30 januari 2025

In de leerplannennieuwsbrief van december toonden we hoe je Latijnse opschriften kan integreren in je les. Er zijn veel mogelijkheden.

Bovendien kom je opschriften uit de oudheid en/of latere periodes op veel plaatsen tegen, zowel in België als in Nederland, Duitsland, Frankrijk als Italië.

Volgens G.C. Susini (in zijn basiswerk Epigrafia romana van 1982) zijn er bij de technische analyse van een Romeins opschrift vier elementen: 1) de drager, d.w.z. het materiaal, het gebouw of monument; 2) de tekst die je kan lezen; 3) het gebruikte schrift of alfabet en 4) de omgeving van het opschrift, d.w.z. waar het opschrift zich bevindt.

De epigrafist haalt veel informatie uit de vier elementen, bijvoorbeeld:
1)      Zo was het gebruikelijk dat vanaf Augustus Romeinse opschriften in marmer werden gekapt, terwijl er in de provincies vooral steen werd gebruikt, die lokaal beschikbaar was, bijvoorbeeld zandsteen.
2)      De tekst an sich geeft informatie over de uitvoerder én lezer.
3)      Het gebruikte schrift kan iets onthullen over de periode waarin het opschrift werd gemaakt. Soms is de exacte vindplaats niet gekend, maar wel de omgeving.

Een handige website ter voorbereiding van excursies is Ubi erat lupa. Je kan naar opschriften zoeken via locatie, museum, enzovoort. Bij de voorbeelden zitten vaak linken naar de databank van Clauss/Slaby of andere online databanken en naar extra literatuur.

We tonen met een aantal voorbeelden wat er mogelijk is in je lessen

1. Een grafopschrift (Rijksmuseum van Oudheden)

sla link op in klembord

Kopieer

DIS MANIBVS /
ERICTHONIO ANIMAE /
SANCTISSIMAE HIC /
CVM DEBERET ANN(os) XXX /
MANVMITTI ANN(orum) XXIIX /
DECESSIT /
C(aius) CILNIVS PHILETTVS /
FILIO CARISSIMO /
FEC(it)

Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 -  leerplan III LPD 8)
- Je kan stilstaan bij de verering van goden. (Leerplan II LPD 28, 29)
- Je zou kunnen stilstaan bij de naam van de ‘vader’ (het gebruik van de tria nomina bij de Romeinen) en de naam van de slaaf. (Leerplan II LPD 29, 30)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere grafschriften. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28).
- Je kan dit opschrift tonen ter illustratie bij het lezen van teksten over slavernij of bij bespreking van het Romeins personenrecht.

2. De boog van Titus (81 na Chr.)

sla link op in klembord

Kopieer

SENATVS /
POPVLVSQVE ROMANVS /
DIVO TITO DIVI VESPASIANI F(ilio) /
VESPASIANO AVGVSTO

Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 -  leerplan III LPD 8)
- Je zou kunnen stilstaan de vergoddelijking van Romeinse keizers, keizerlijke propaganda. (Leerplan II LPD 29, 30)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere ereopschriften, eventueel gelinkt aan de vindplaats van de opschriften verspreid over de Romeinse provincies en hun datering. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28).
- Je zou dit opschrift ook kunnen gebruiken ter illustratie van de bouwpolitiek van de Romeinse keizers. Meer info vind je op de website Lacus Curtius.
- Dit opschrift en monument zou ook de aanzet kunnen zijn voor een onderzoeksvraag: Waarom wordt er in de antieke literatuur niet verwezen naar dit monument? Of: Waar in de klassieke teksten vinden we verwijzingen naar monumenten die nu nog te bezichtigen zijn in Rome?

Ben je benieuwd naar meer? Schrijf je in voor onze nascholingsdag ‘In steen gebeiteld. Latijnse epigrafie in de klas’ op 12 februari 2025 in Hasselt.

Recent verwant nieuws

×
Kijkt als...
Niveau
Regio