Gezondheidsbescherming vormt samen met gezondheidstoezicht het domein gezondheid binnen welzijn op het werk. Als werkgever ben je immers verplicht om de gezondheid van je werknemers te beschermen.
Gezondheidsbescherming staat voor de maatregelen die je als werkgever neemt om je medewerkers niet of alleszins minder bloot te stellen aan schadelijke stoffen en omstandigheden.
Gezond zijn is heel belangrijk en gaat over een gezonde levensstijl met een uitgebalanceerd voedingspatroon en voldoende lichaamsbeweging. Kortom gezondheid gaat zowel over de geestelijke als de lichamelijke gezondheid.
Vanaf schooljaar 2018-2019 is er een algemeen rookverbod van kracht in alle Vlaamse basis- en secundaire scholen en in de centra voor leerlingenbegeleiding. Dat verbod geldt:
Als een leerling het rookverbod overtreedt, kan de school een sanctie opleggen. Bekijk welke afspraken, regels en mogelijke sancties er in het schoolreglement staan.
Overtredingen van het rookverbod kan iedereen melden aan de leidinggevende van de school.
Als je als school een alcohol- en drugsbeleid wil uitwerken, kun je rekenen op ondersteuning van de Vereniging voor Alcohol en Andere Drugsproblemen (VAD). Op hun website vind je tips en achtergrondinformatie om een preventiebeleid uit te bouwen op het niveau van het lager onderwijs, het secundair onderwijs en het hoger onderwijs. Je vindt er ook allerlei interessant educatief materiaal.
In het draaiboek ‘Drugbeleid op school’ en in het naslagwerk ‘Juridische handvatten voor het gebruik en misbruik van alcohol en andere drugs op school’, allebei van VAD, vind je als school meer informatie over de juridische en pedagogische gevolgen van een alcohol- en drugsbeleid.
Als je je nog verder wil verdiepen in de materie, is de brochure over een preventief alcohol en drugsbeleid van de Nationale Arbeidsraad een handig instrument, net zoals de handleiding van FOD WASO.
Sommige kinderen hebben nood aan medische zorgen tijdens de schooltijd. In principe zou je als school voor het toedienen van deze zorgen een bevoegd gezondheidszorgbeoefenaar moeten inschakelen. Dit blijkt niet altijd haalbaar.
FOD WASO geeft de volgende definitie van EHBO: ‘het geheel van noodzakelijke handelingen die erop gericht zijn de gevolgen van een ongeval of een traumatische of niet-traumatische aandoening te beperken en ervoor te zorgen dat de letsels niet erger worden, in afwachting van, indien nodig, gespecialiseerde hulp’.
De wetgeving (Titel 5 van boek I van de codex over het welzijn op het werk) verplicht jou als werkgever om de eerste hulp te organiseren in jouw onderneming. Je stemt de organisatie van de EHBO af op de karakteristieken van je organisatie. In de wetgeving vind je het kader waarbinnen je moet werken met onder andere:
Voor de meer praktische uitvoering vind je inspiratie in de folder ‘Eerste hulp op het werk’ van FOD WASO. Ook COPREV heeft een praktische gids uitgewerkt.
Voor je de EHBO in jouw organisatie kunt organiseren, maak je samen met de preventieadviseur-arbeidsarts een risicoanalyse EHBO. De resultaten van deze analyse geven aan welke maatregelen je moet nemen.
Je legt ze ook ter advies voor aan het comité preventie en bescherming op het werk (CPBW). Je kunt van ons model gebruik maken om de risicoanalyse maken.
Als school heb je de plicht om voor je leerlingen en personeelsleden te zorgen, ook wanneer ze een ongeluk krijgen of ziek worden op school. Hoe ga je dan correct en efficiënt te werk? Welke handelingen stel je wel of niet? Welke medicatie geef je wel of niet? Op de PRO.-pagina ‘Standpunt inzake medicatie en eerste hulp op school’ van Katholiek Onderwijs Vlaanderen vind je een leidraad om in al die gevallen op een zorgzame en toegewijde wijze je verantwoordelijkheid te nemen.
Vanaf het ogenblik dat een werkneemster aan jou als werkgever laat weten dat zij zwanger is, treden er een aantal wettelijke beschermingsmaatregelen in werking. Zo heeft de werkneemster het recht om afwezig te zijn voor een zwangerschapsonderzoek als dat niet kan plaatsvinden buiten de arbeidsuren. Ze geniet ook van ontslagbescherming tijdens haar zwangerschap.
Het is dus van belang dat de werkneemster zo snel mogelijk aan jou laat weten dat ze zwanger is. Zij kan dit door je een geneeskundig getuigschrift te bezorgen.
Op de site van FOD WASO vind je de wettelijke achtergrond van en uitgebreide informatie over dit thema.
Voor niet-gesubsidieerd personeel of contractuelen geldt de regelgeving in titel 5 van boek X van de codex over het welzijn op het werk.
Voor gesubsidieerd personeel geldt dat een medewerkster verlof voor moederschapsbescherming kan krijgen als haar job een gezondheidsrisico inhoudt voor haarzelf of voor haar ongeboren kind.
Het is de preventieadviseur-arbeidsarts die beslist of er voor de werknemer een risico is. Dat gebeurt op basis van een risicoanalyse van alle functies in je school of centrum en indien nodig ook op basis van een bloedanalyse.
Je medewerkster krijgt verlof voor moederschapsbescherming (vrijstelling van arbeid) als je er als werkgever niet in slaagt om:
Zij kan alleen verlof voor moederschapsbescherming krijgen voor het gedeelte van haar job dat een risico inhoudt. Dat is de risicofunctie.
In de praktijk komen de risico’s vooral voor in het buitengewoon onderwijs en in het kleuteronderwijs. Het gaat onder meer over:
Meer informatie over de administratieve regeling, het begin, de duur en het einde van de moederschapsbescherming, vind je op de website van het Departement Onderwijs.