Het lokaal kan aan de scholen van het eigen schoolbestuur andere voordelen toekennen. Als andere scholen erom verzoeken, kan de gemeente deze voordelen ook aan hen verlenen. De gemeente kan criteria opleggen waaraan de scholen moeten voldoen om recht te hebben op die voordelen. Zij mogen geen onderscheid maken tussen de scholen die aan de criteria voldoen.
De gevraagde ouderbijdrage moet in verhouding staan tot de geleverde prestaties. Daarnaast mogen sociale voordelen voor geen enkele school een concurrentievoordeel of -nadeel opleveren. Meestal leggen lokale besturen voorwaarden op aan de andere scholen om ook te kunnen genieten van het sociaal voordeel. Zo kunnen zij vooropstellen om hetzelfde remgeld aan de ouders te vragen als het remgeld dat wordt gevraagd voor hetzelfde toezicht aan de leerlingen van de school van het lokaal bestuur die het voordeel toekent.
De school/schoolbestuur gaat in gesprek met de lokale besturen en uiten hun bezorgdheden. Indien er toch blijk is van oneerlijke concurrentie dan kan het schoolbestuur een klacht indien bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur.
Als school/schoolbestuur ga je in overleg met het lokaal bestuur en verzoek je hen mee te delen welke sociale voordelen zij aan de scholen van hun eigen schoolbestuur toekennen. Doen zij dit niet, dan kan je een klacht indienen bij het Agentschap voor binnenlands bestuur.
Het lokale bestuur kan sociale voordelen toekennen aan alle aanwezige scholen op haar grondgebied. Biedt zij een sociaal voordeel aan een school aan dan geldt dit voor alle andere scholen. Het lokaal bestuur kan criteria vastleggen waaraan de scholen moeten voldoen om recht te hebben op de sociale voordelen.
Sociale voordelen zijn:
- het ochtendtoezicht tot kwartier voor aanvang van de lessen;
- het avondtoezicht, startend een kwartier na het beëindigen van de lessen;
- het middagtoezicht voor de tijdsduur van maximaal één uur;
- het ter beschikking stellen van de voor het publiek toegankelijke gemeentelijke infrastructuur, met uitzondering van gebouwen of materialen die uitsluitend bestemd zijn voor het gemeentelijk onderwijs;
- de kosten van de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs, indien het zwembad niet behoort tot het gemeentelijk onderwijs. Het één schooljaar gratis zwemmen wordt niet gezien als een sociaal voordeel;
- het leerlingenvervoer in het basisonderwijs, enkel woon-schoolvervoer.
De lokale besturen verlenen medewerking aan het bevorderen van het regelmatig schoolbezoek (kleuterparticipatie en leerplichtige leerlingen) en het aanpakken van spijbelgedrag. Zij kunnen hiertoe acties ondernemen of lokale actoren ondersteunen. Hiervoor werkt het lokaal bestuur samen met het lokaal overlegplatform. Is er geen LOP? Dan overlegt het lokaal bestuur met de onderwijsactoren en het CLB.
Een paar voorbeelden van voordelen die lokale besturen aan andere scholen kunnen verlenen zijn: voordelig cultuuraanbod, onderhoud van groen schooldomein, aanbod drugspreventie vanuit de lokale politie, opleiding gemachtigde opzichters, aanbod brede school, sportklassen i.s.m. de sportdienst, subsidie voor aankoop schoolmateriaal, samenwerking OKAN-klas, voordelig uitlenen materialen technische dienst, inzetten op gelijke onderwijskansen …
Lokale besturen delen elke beslissing over een sociaal voordeel of over een ander voordeel ten gunste van andere scholen onmiddellijk mee aan die schoolbesturen.
Ja, lokale besturen zijn ertoe verplicht dezelfde voordelen toe te kennen. Maar er zijn twee voorwaarden:
- de andere scholen moeten erom verzoeken
- deze scholen dienen zich minimaal aan dezelfde criteria te houden die door de lokale besturen aan hun eigen scholen zijn opgelegd.