Het buitengewoon basisonderwijs biedt gespecialiseerd onderwijs en deskundige begeleiding op maat. Leerlingen die vanwege hun specifieke opvoedings- en ondersteuningsbehoeften nood hebben aan de specifieke setting van het buitengewoon onderwijs, hebben een verslag van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) nodig.
Binnen het buitengewoon basisonderwijs bestaan lagere scholen (bulo) en basisscholen (bubao) waar kleuteronderwijs en lager onderwijs samen wordt ingericht.
Het buitengewoon onderwijs is ingedeeld in acht types. Deze types werden in het M-decreet van 2015 opnieuw gedefinieerd
Voor type basisaanbod bestaat geen kleuteronderwijs.
M-decreet: Nieuwe typologie in het buitengewoon onderwijs
Bij het omschrijven van doelgroepen voor leerlingen met SOOB gaan we uit van de onderwijsbehoeften en de noodzakelijke leerondersteuning. Tot een type in het buitengewoon onderwijs kunnen meerdere doelgroepen behoren.
Meer informatie op de doelgroeppagina’s bij ‘begeleiden van leerlingen/specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften’
Voor de inschrijving van een leerling in het buitengewoon onderwijs is een verslag nodig .
In het inschrijvingsverslag moet staan:
Een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs door het CLB is echter niet bindend. Ouders kunnen toch beslissen om hun kind gewoon basisonderwijs te laten volgen.
Het leeftijdsschema in het buitengewoon onderwijs is grotendeels geënt op die van het gewoon onderwijs en wordt ingericht op drie niveaus:
Het buitengewoon onderwijs leunt in grote lijnen aan bij het leeftijdsschema van het gewoon onderwijs en wordt ingericht op drie niveaus:
Het CLB en de klassenraad kunnen een advies geven om uitzonderlijk van deze leeftijdsvoorwaarden af te wijken.
In de onderwijskiezer kun je zoeken op net, type en regio.
Om recht te hebben op collectief leerlingenvervoer, kiest de ouder voor de dichtstbijzijnde school van het door het CLB bepaalde type (tot op het niveau van de vestigingsplaats), gerekend vanaf de opstapplaats. Het gaat om de meest nabije school uit het onderwijsnet van de keuze van de ouders.
Op de pagina’s van de overheid vind je meer informatie over:
Handelingsplanning is het cyclisch proces van het orthopedagogisch handelen met als doel onderwijs op maat van elke leerling te bieden.
Ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon onderwijs worden in de algemene uitgangspunten van de overheid als volgt gedefinieerd:
“Ontwikkelingsdoelen in het buitengewoon onderwijs zijn doelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van een leerlingenpopulatie. In samenspraak met het CLB en zo mogelijk in overleg met ouders en eventueel andere betrokkenen, kiest de school de ontwikkelingsdoelen die aan individuele leerlingen of groepen leerlingen worden aangeboden en uitdrukkelijk worden nagestreefd.”
De scholen buitengewoon onderwijs krijgen de verantwoordelijkheid om zelf uit de lijsten ontwikkelingsdoelen te selecteren voor een bepaalde leerling of om eindtermen of doelen uit een gevalideerd doelenkader zoals Zin in leven! Zin in leren! als ontwikkelingsdoelen over te nemen. De school verbindt er zich toe om de geselecteerde doelen bij deze leerling na te streven.
Meer informatie lees je op de pagina uitgangspunten en ontwikkelingsdoelen Bubao (interne link)
Als een leerling de leerdoelen bereikt heeft die gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon lager onderwijs, dan kan de leerling het getuigschrift basisonderwijs behalen.
De school dient voor 1 juni een aanvraag in bij de onderwijsinspectie om de leerdoelen van het gevolgde handelingsplan als gelijkwaardig te beoordelen met die van het gewoon lager onderwijs. De inspectie laat voor 20 juni weten aan de school of dit zo is.
Om het getuigschrift te behalen, moet de klassenraad oordelen dat de leerling in voldoende mate de doelen uit het handelingsplan heeft gehaald:
Een getuigschrift basisonderwijs behaald in het buitengewoon lager onderwijs heeft dezelfde waarde als een getuigschrift uit het gewoon basisonderwijs.