Basisinformatie bubao

Structuur van het buitengewoon onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Het buitengewoon basisonderwijs biedt gespecialiseerd onderwijs en deskundige begeleiding op maat. Leerlingen die omwille van hun specifieke opvoedings- en ondersteuningsbehoeften nood hebben aan de specifieke setting van het buitengewoon onderwijs, hebben een verslag van het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) nodig.

Binnen het buitengewoon basisonderwijs bestaan lagere scholen (Bulo) en basisscholen (bubao) waar kleuteronderwijs en lager onderwijs samen wordt ingericht.

Het buitengewoon onderwijs is ingedeeld in acht types. Deze types werden in het M-decreet van 2015 geherdefinieerd.

  • Type basisaanbod: voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs. (sinds september 2015).
  • Type 2: voor leerlingen met een verstandelijke beperking.
  • Type 3: voor leerlingen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking.
  • Type 4: voor leerlingen met een motorische beperking.
  • Type 5: voor leerlingen in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiële setting.
  • Type 6: voor leerlingen met een visuele beperking.
  • Type 7: voor leerlingen met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis.
  • Type 9: voor leerlingen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking (sinds september 2015).

 Voor type basisaanbod bestaat geen kleuteronderwijs.

M-decreet: Nieuwe typologie in het buitengewoon onderwijs

Bij het omschrijven van doelgroepen voor leerlingen met SOOB gaan we uit van de onderwijsbehoeften en de noodzakelijke leerondersteuning. Een type in buitengewoon onderwijs kan meerdere doelgroepen omvatten.

Meer informatie op de doelgroeppagina’s bij begeleiden van leerlingen/specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften

Toelatingsvoorwaarden

sla link op in klembord

Kopieer

Om een leerling in het buitengewoon onderwijs te kunnen inschrijven, is een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig .

  • Het CLB stelt het verslag op.
  • Het verslag bestaat uit een protocol ter verantwoording en een attest.
  • Voeg het originele verslag toe aan het leerlingendossier. Verlaat de leerling de school? bezorg het verslag dan aan de ouders terug en stuur een kopie naar de nieuwe school.

In het inschrijvingsverslag moet staan:

  • dat buitengewoon onderwijs noodzakelijk is voor de leerling;
  • naar welk type men de leerling verwijst.

Een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs door het CLB is echter niet bindend. Ouders kunnen toch beslissen om hun kind gewoon basisonderwijs te laten volgen.

Leeftijd

sla link op in klembord

Kopieer

Het buitengewoon onderwijs leunt in grote lijnen aan bij het leeftijdsschema van het gewoon onderwijs en wordt ingericht op drie niveaus:

  • het buitengewoon kleuteronderwijs 2,5 - 6 (max. 8) jaar;
  • het buitengewoon lager onderwijs 6 - 13 (max. 15) jaar;
  • het buitengewoon secundair onderwijs (12) 13 - 21 (21+) jaar.

Het CLB en de klassenraad kunnen een advies geven om uitzonderlijk van deze leeftijdsvoorwaarden af te wijken.

Scholenzoeker

sla link op in klembord

Kopieer

In de onderwijskiezer kun je zoeken op net, type en regio.


Om recht te hebben op collectief leerlingenvervoer, kiest de ouder voor de dichtstbijzijnde school van het door het CLB bepaald type (tot op het niveau van de vestigingsplaats), gerekend vanaf de opstapplaats. Het gaat om de meest nabije school uit het onderwijsnet van de keuze van de ouders.

Decretale verplichtingen

sla link op in klembord

Kopieer

Handelingsplanning

sla link op in klembord

Kopieer

Handelingsplanning is het cyclisch proces van het orthopedagogisch handelen met als doel onderwijs op maat van elke leerling te bieden.

Ontwikkelingsdoelen

sla link op in klembord

Kopieer

Ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon onderwijs worden in de algemene uitgangspunten van de overheid als volgt gedefinieerd:

“Ontwikkelingsdoelen in het buitengewoon onderwijs zijn doelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van een leerlingenpopulatie. In samenspraak met het CLB en zo mogelijk in overleg met ouders en eventueel andere betrokkenen, kiest de school de ontwikkelingsdoelen die aan individuele leerlingen of groepen leerlingen worden aangeboden en uitdrukkelijk worden nagestreefd.”

Scholen buitengewoon onderwijs krijgen de verantwoordelijkheid om zelf uit de lijsten ontwikkelingsdoelen te selecteren voor een bepaalde leerling of om eindtermen of doelen uit een gevalideerd doelenkader zoals Zin in leven! Zin in leren! als ontwikkelingsdoelen over te nemen. De school verbindt er zich toe om de geselecteerde doelen bij deze leerling na te streven.

Meer informatie lees je op de pagina uitgangspunten en ontwikkelingsdoelen Bubao (interne link)

Getuigschrift

sla link op in klembord

Kopieer

Als een leerling leerdoelen bereikt heeft die gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon lager onderwijs, dan kan de leerling het getuigschrift basisonderwijs behalen.

De school dient voor 1 juni een aanvraag in bij de onderwijsinspectie om de leerdoelen van het gevolgde handelingsplan als gelijkwaardig te beoordelen met die van het gewoon lager onderwijs. De inspectie laat voor 20 juni weten aan de school of dit zo is.

Om het getuigschrift te behalen, moet de klassenraad oordelen dat de leerling in voldoende mate de doelen uit het handelingsplan heeft gehaald:

  • Die gelijkwaardig verklaard zijn én;
  • Die het bereiken van de eindtermen beogen;
  • De leerling heeft regelmatig de lessen gevolgd.

Een getuigschrift basisonderwijs behaald in het buitengewoon lager onderwijs heeft dezelfde waarde als een getuigschrift uit het gewoon basisonderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio