Het charter van goed bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen bundelt een aantal oriënterende principes die als uitgangspunt en leidraad dienen voor het uitwerken van een eigen concrete code van goed bestuur met regels en afspraken.
Je beslist zelf om die code als apart instrument uit te werken of ze te verweven in bijvoorbeeld een deontologische code, intern reglement, kwaliteitshandboek of een ander document.
De principes zijn geclusterd in vier inhoudelijke dimensies, vier essentiële aspecten voor een goed bestuur: identiteit, impact, integriteit en inspraak.
Bij iedere bestuurshandeling of -beslissing kun je je de volgende vragen stellen:
De dimensie ‘identiteit’ omvat twee principes:
Enkele voorbeelden:
De principes onder de dimensie ‘impact’ zijn de volgende:
Enkele voorbeelden:
De dimensie ‘integriteit’ gaat over de volgende vijf principes:
Enkele voorbeelden:
Onder het domein ‘inspraak’ vind je de volgende principes terug:
Enkele voorbeelden:
Een heel duidelijk en inspirerend artikel over het charter van goed bestuur verscheen in het tijdschrift In Dialoog. De auteur van het artikel vult de verschillende principes in op een herkenbare manier, waardoor het onmiddellijk vertaalbaar is naar de eigen concrete bestuurlijke werking en code van goed bestuur.
Een code van goed bestuur omschrijft de gedragsregels die je voor jezelf als bestuur vastlegt. Als je kwaliteitsbewust wil besturen, heb je regels en afspraken nodig die zowel een vlotte en professionele werking van je bestuur faciliteren, én die voldoende checks and balances inbouwen.
Checks and balances voorkomen machtsmisbruik. Zij garanderen dat er enerzijds voldoende controlemechanismen (checks) in je structuur ingebed zitten en dat er voldoende evenwicht (balances) is tussen de beslissings- en opvolgingsverhoudingen anderzijds. Katholiek Onderwijs Vlaanderen verwacht dat je de principes uit haar charter als vertrekbasis en leidraad neemt voor de uitwerking van een code van goed bestuur.