In het vademecum stellen we een school voor als een huis. Dit huis opent een venster op de ontwikkeling van een visie en beleid, en op de afstemming met de goede praktijken die je school nu al toepast. Het huis groeit vanuit de grond van onze identiteit en heeft stevige fundamenten.
Samen bouwen aan dit huis doe je met de elf bouwstenen, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In die bouwstenen vinden scholen concrete handvaten die hen ondersteunen bij het uitbouwen van zorgbreed en kansenrijk onderwijs. Op zoek gaan is teamwerk: jouw didactische en pedagogische talenten vullen die van je collega’s aan. Zo maken jullie elkaar sterker, elk in zijn rol.
Tegelijkertijd is dit huis een toetssteen voor je visie, beleid en praktijk op het vlak van gelijke onderwijskansen (GOK) en zorg, en zorgt het voor verbinding tussen de verschillende onderdelen.
Je bouwt het best op goede grond en stevige fundamenten. Goede grond mag wat kleverig zijn, maar laat ook voldoende zuurstof door. Goede grond zorgt ervoor dat je kan blijven ademen.
Katholieke dialoogschool, de band met het pedagogisch project en wie ik ben als leraar
Elke goede grond heeft voeding nodig. Wij kijken daarvoor naar de katholieke traditie die uitgaat van een relationeel mensbeeld:
De vertaling van die traditie naar een hedendaags, eigen pedagogisch project biedt een vruchtbare voedingsbodem. Het ondersteunt de verdere ontwikkeling van je eigen visie, beleid en de manier waarop GOK en zorg op school gerealiseerd worden.
Kwaliteitsvol werken begint bij kritische zelfreflectie. Je stelt jezelf en je team vragen zoals:
Kwaliteitsvol werken betekent dat je school niet enkel gebruikmaakt van ervaring en intuïtie, maar ook probeert om ‘objectieve’ data te benutten.
Daarnaast stel je je regelmatig de vraag of het onderwijs in je school gericht is op de juiste dingen. In dit geval:
Een voorwaarde daarvoor is dat die visie en schoolspecifieke keuzes gedragen zijn door het schoolteam, zodat ze doorleven in het beleid en de praktijk. Iedereen draagt zorg voor het geheel.
Kwaliteitsvol werken betekent ook dat je school veel aandacht besteedt aan de interne dialoog tussen collega’s, die elkaar kritisch maar respectvol en ondersteunend kunnen en durven benaderen. Menselijke relaties zijn dus erg belangrijk.
Van een kwaliteitscultuur is sprake wanneer elke professional in je school doordrongen is van dit idee. Het wordt een gewoonte om voortdurend stil te staan bij wat goed gaat en wat beter kan door zelfreflectie te combineren met een open dialoog met collega’s. Zo zoeken jullie samen naar manieren om het goede te borgen en de kansen te benutten. Het doel? Nog beter onderwijs voor alle leerlingen.
Ons huis heeft nood aan stevige fundamenten. Deze fundamenten dragen de constructie en zorgen ervoor dat ze ook standhoudt wanneer er een storm opsteekt.
Om een kwaliteitsvol Gelijke Onderwijskansen (GOK)- en zorgbeleid voor elke leerling te kunnen voeren, is het belangrijk dat jouw schoolteam en bestuur over voldoende beleidsvoerend vermogen beschikken. Dit vermogen wordt zichtbaar in de werking van de school en in de capaciteiten van het team.
Het bestuur en schoolteam nemen beslissingen die gericht zijn op het realiseren van een kwaliteitsvolle visie op GOK- en zorgbeleid. Deze visie staat beschreven in het schooleigen pedagogisch project en, in het basisonderwijs, ook in het schoolwerkplan.
Het team bepaalt zorgvuldig doelen en acties, rekening houdend met de context en de leerlingenpopulatie. Daarbij betrekt het team alle geledingen van de school. De acties worden uitgevoerd om de doelstellingen te bereiken. Het team volgt de effecten op bij de school, de leraren en de leerlingen en stuurt de werking bij op basis van zelfevaluatie.
Daarnaast stemt de school het GOK- en zorgbeleid af op de externe verwachtingen van de samenleving en de overheid. Tegelijk verantwoordt ze haar werking. Waar nodig voorzien het bestuur en de directeur in ondersteuning.
In het fundament Beleidsvoerend vermogen tonen we hoe het bestuur en het schoolteam samen een sterk GOK- en zorgbeleid kunnen voeren. Dit gebeurt aan de hand van de acht dragers van beleidsvoerend vermogen, die we concretiseren in functie van GOK en zorg. Het bestuur en schoolteam hebben ruimte om keuzes te maken om het goede te behouden en te veranderen wat beter kan. Reflectie is hierbij essentieel. Per drager zijn er reflectievragen voorzien.
De antwoorden op deze vragen helpen de school om af te toetsen wat al aanwezig is en welke nieuwe stappen gezet kunnen worden. Dit biedt een referentiekader om het beleidsvoerend vermogen op het vlak van GOK- en zorgbeleid te onderzoeken, prioriteiten te bepalen en te versterken.
In een verbindend schoolklimaat word je gewaardeerd om wie je bent, wat je kan en wat je doet, binnen je eigen mogelijkheden en binnen de afgesproken kaders van de school. Iedereen – leerlingen, personeel en ouders – is de moeite waard.
Je voelt je pas volledig geaccepteerd als je je veilig voelt, als je een inbreng hebt en als je relaties kan aangaan. Het is een recht dat aan deze behoeften tegemoet wordt gekomen, maar ook een professionele opdracht waar ieder van ons aan bijdraagt.
In een school die verbinding centraal stelt, voelen leerlingen zich veilig. Ze denken mee en hun mening telt mee. Hierdoor krijgen ze invloed en ervaren ze hun betekenis voor anderen. Omgekeerd krijg jij als leraar in zo’n context vertrouwen terug. Je wordt gerespecteerd als professional en als mens. Deze wisselwerking biedt een voedingsbodem voor respectvolle, persoonlijke relaties.
Een verbindende school is ook een proactieve school, die werk maakt van preventie. Maar zelfs als het moeilijk gaat, laat je je leerlingen en hun ouders niet los. In die situaties zet je in op herstel.
Wat een verbindend schoolklimaat concreet betekent voor jou als leraar, wordt verder beschreven in het fundament Verbindend schoolklimaat.
Diversiteit gaat over omgaan met verschillen. Verschillen zijn normaal, maar niet altijd evident om te aanvaarden of mee om te gaan. Ze uiten zich in cultuur, geloof, socio-economische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, huidskleur, talenten, beperkingen, en meer. Dit geldt ook voor jou als leraar.
Verschil is dus (een) gegeven. Je klas en school zijn op veel manieren divers. Diversiteit zit in het hart van een school die kritisch-creatief leert omgaan “met wat eigen is en wat anders is, met wat verbindt en wat onderscheidt”. Op die manier draagt je school bij aan “een open, zinvolle, verdraagzame en duurzame samenleving, waar een plaats is voor iedereen”. Je gaat als leraar dus dagelijks om met verschil. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Soms is wat je overkomt, verrijkend maar overweldigend, soms lijkt een goede oplossing onhaalbaar, een enkele keer dreigen emoties of frustratie het over te nemen. Dat hoort er allemaal bij.
Omgaan met verschil is gebonden aan je waarden: je persoonlijke waarden, de waarden die je verbindt met je professioneel handelen, en de waarden die je school uitdraagt. Deze wegwijzers helpen je om diversiteit te waarderen en om in dialoog te gaan bij uitdagingen, vragen en conflicten.
Je geloof in je leerlingen helpt je om diversiteit te zien als een kracht. Samen met jouw interculturele competenties, je open geest en die van je team draag je eraan bij dat je school een oefenplaats wordt voor samenleven in een diverse wereld.
Het dak is het sluitstuk van elk goed huis. Hoewel elke leraar zijn persoonlijke identiteit mee naar de klas neemt, is hij ook professional. Alleen onder een veilig dak kan hij elke leerling helpen groeien. Op die manier kleurt de leraar de identiteit van de school. Dat vormt de basis voor eigenaarschap.
Eigenaarschap is essentieel voor goed onderwijs. Goed eigenaarschap deelt en gunt. Delen betekent het betrekken van mede-eigenaars, omdat goed onderwijs teamwork is. Gunnen betekent dat je anderen met meer of andere expertise betrekt en kansen geeft, zonder zelf los te laten.
Het venster opent mogelijkheden. Het biedt een open kijk op de wereld, inspireert tot een andere omgang met wat anders is en vormt een inspiratiebron voor een goed beleid. Tegelijk is het venster ook een spiegel, een toetssteen om je eigen beleid aan af te meten.