Vzw’s zijn verplicht om jaarlijks een begroting op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de Algemene Vergadering (art. 3:47, § 1, Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). Een belangrijk onderdeel van die begroting is een raming van de verwachte werkingsbudgetten.
Met de rekenmodules kun je de werkingsbudgetten op basis van school- en leerlingenkenmerken, de nascholingsmiddelen, het werkingsbudget voor de ICT-coördinatie en het werkingsbudget voor materiaalintensieve structuuronderdelen voor schooljaar 2024-2025 ramen. De rekenmodules bevatten geen berekeningen voor het werkingsbudget Offensief Nederlands en voor gekleurde tijdelijke middelen.
Voor de indexering is rekening gehouden met de gezondheidsindexen van januari 2024 en januari 2023.
Zoals vermeld in artikel 44 van het Ontwerp van Programmadecreet van de begrotingsopmaak 2025 dat is goedgekeurd door de Vlaamse ministerraad op 8 november 2024 is voor het gewoon en buitengewoon basisonderwijs rekening gehouden met de volledige indexering namelijk 1,71 %.
Voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs is rekening gehouden met een gedeeltelijke indexering zoals voorzien in art. 44 van het ontwerp van Programmadecreet in de plaats van de 100% die voorgeschreven is door de Codex Secundair Onderwijs. Deze gedeeltelijke indexering komt neer op een indexering met 1,37 % in plaats van met 1,71 %.
We stellen vast dat de inflatie in 2023 lager was dan de 8,28 % in 2022 waardoor de achterstand die is ontstaan op gebied van koopkracht terug wat vermindert. Sinds januari 2024 is de inflatie opnieuw gestegen maar het Federaal Planbureau verwacht vanaf september opnieuw een dalende trend en een inflatie voor 2024 die rond de 3 % zal draaien.
Ook de evolutie van de leerlingenaantallen heeft een invloed op de bedragen per leerling. Onderwijsniveaus met sterk stijgende leerlingenaantallen zullen deze stijging niet volledig doorgerekend zien in het bedrag per leerling doordat extra leerlingen Vlaanderenbreed maar voor 40 % omgezet worden in werkingsbudget.
De werkingsbudgetten worden doorgaans berekend aan de hand van de leerlingenaantallen op de eerste schooldag van februari 2024 (of uitzonderlijk op de eerste schooldag van oktober 2024).
Bij deze raming is op de teldata een verdere stijging van de leerlingenaantallen ingecalculeerd in het gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon onderwijs. In het gewoon basisonderwijs gaan we uit van een lichte daling van de leerlingenaantallen.
De combinatie van indexering en evolutie van de leerlingenaantallen heeft tot volgende ramingen van de evolutie van de werkingsbudgetten op basis van schoolkenmerken per leerling geleid:
We hebben het bedrag voor het buitengewoon secundair onderwijs naar beneden toe herzien omdat uit de beleidsbegroting voor 2025 van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming blijkt dat het leerlingenaantal in het buitengewoon secundair onderwijs veel sterker stijgt dan we aanvankelijk hebben ingeschat.
Deze procentuele evoluties moet je zetten tegenover een gemiddelde kostenstijging door de inflatie met 1,71 %. We gaan dus uit van een verdere daling van de koopkracht van het werkingsbudget op basis van schoolkenmerken. De daling van de koopkracht is extremer in het buitengewoon onderwijs en het secundair onderwijs door de toename van de leerlingenaantallen voor die onderwijsniveaus.
Werkingsbudgetten op basis van leerlingenkenmerken ondervinden niet alleen de invloed van de volledige of onvolledige indexering en van de evolutie van de leerlingenaantallen Vlaanderenbreed maar ook van het aantal niet afgetopte aantikkende leerlingen.
Het aantal leerlingen dat aantikt op het leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’ blijft jaar na jaar toenemen. Het werkingsbudget van dit leerlingenkenmerk moet dus jaar na jaar worden verdeeld over een almaar groter aantal leerlingen. Evolutie in 9 jaar tijd (schooljaar 2022-2023 versus schooljaar 2013-2014):
Dit zijn nominale cijfers. Er is hier nog geen rekening gehouden met de vermindering van de koopkracht door de onvolledige indexering en de gevolgen van toegenomen leerlingenaantallen.
Voor schooljaar 2024-2025 is gerekend met een verdere daling van het werkingsbudget per leerling met leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet-Nederlands’ met 4,5 % in het gewoon secundair onderwijs. In het gewoon basisonderwijs is een kleinere daling voorzien met 0,6 %. Het werkingsbudget offensief Nederlands is dus meer dan welkom.
Voor de overige drie leerlingenkenmerken verwachten we stijgingen van het bedrag per leerling met 0,3 % tot 2,1 % voor schooljaar 2024-2025.
De rekenmodules ramen per schooljaar. De meeste schoolbesturen begroten echter per kalenderjaar. We raden af om de resultaten van de rekenmodules aan te passen voor de periode september 2025 – december 2025. De resultaten van de rekenmodules zijn nu de best mogelijke schatting voor het volledige kalenderjaar.
Sinds schooljaar 2023-2024 wordt er jaarlijkse 20 miljoen euro werkingsbudget offensief Nederlands verdeeld onder scholen met veel leerlingen die aantikken op het leerlingenkenmerk ‘thuistaal niet Nederlands' in het lager en secundair onderwijs. In schooljaar 2023-2024 bedroeg het werkingsbudget 254,41 euro per aantikkende leerling.
De rekenmodules bevatten geen berekening van het werkingsbudget offensief Nederlands. We raden aan om aan de hand van de beschrijving onder de titel ‘Werkingsbudget offensief Nederlands’ op de webpagina Algemene werkingsbudgetten zelf in te schatten of je school in schooljaar 2024-2025 opnieuw in aanmerking zal komen voor dit werkingsbudget.
Om in aanmerking te komen moeten meer dan 50 % van de leerlingen gewoon lager of secundair onderwijs van de school aantikken op het leerlingenkenmerk ‘thuistaal’ op de eerste schooldag van februari 2021, 2022 of 2023. Het bedrag per leerling dat in schooljaar 2024-2025 zal uitgekeerd worden is onder meer afhankelijk van het totaal aantal leerlingen dat Vlaanderenbreed in aanmerking zal komen voor deze subsidie. Omdat we het aantal leerlingen dat aantikt op dit leerlingenkenmerk al jaren zien toenemen, vermoeden we dat er meer leerlingen in aanmerking zullen komen.
Of de stijging van het aantal aantikkende leerlingen groter of kleiner zal zijn dan de indexatie is moeilijk te voorspellen. We raden daarom aan om, als je school in aanmerking komt, voorzichtigheidshalve te rekenen met 250 euro per aantikkende leerling.
Het regeerakkoord en de Septemberverklaring van de Vlaamse Regering zijn niet voldoende gedetailleerd om er hypothesen met betrekking tot de te verwachten werkingsbudgetten uit af te leiden. Daarom is er van uit gegaan dat de hypothesen niet veranderd zijn ten overstaan van de vorige jaren. Als er verduidelijken komen, zullen we bekijken of het nodig is de rekenmodules aan te passen.
Ontwerp van Programmadecreet van de begrotingsopmaak van 2025 goedgekeurd door de Vlaamse Regering van 8 november 2024.