Beeldende vorming onderzoekscompetentie: een uitgewerkt voorbeeld

Hieronder vind je een uitgewerkt voorbeeld om te werken rond het leerplandoel: ‘De leerlingen doorlopen een onderzoekscyclus in samenhang met inhouden van specifieke eindtermen van de studierichting.'

Onderzoeksvraag:

sla link op in klembord

Kopieer

Wat zijn de specifieke strategieën en technieken die kunstenaars gebruiken om inspiratie te bieden voor de ontwikkeling van persoonlijk artistiek werk, en hoe kunnen deze strategieën worden toegepast om de creativiteit en artistieke expressie van individuen te verrijken?

Leerplandoelen:

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 1 De leerlingen nemen aspecten van het beeldende waar:

relatie vorm en inhoud;

totaalbeleving, structuur en detail.

LPD 4 De leerlingen doorlopen een artistiek proces bij beeldende kunst.

LPD 6 De leerlingen creëren een persoonlijke artistieke creatie of concept vanuit een artistieke taal met behulp van beeldende bouwstenen, technieken en materialen.

Fase 1: oriëntatie

sla link op in klembord

Kopieer

- Oriëntatie op het onderzoeksprobleem: Kunst en kunstenaars oefenen een invloed uit op iedereen en meer in het bijzonder op leerlingen in het kunstonderwijs. In deze fase verkennen de leerlingen het onderzoeksprobleem binnen de context van het kunstonderwijs. Ze onderzoeken hoe kunstenaars een inspiratiebron kunnen zijn voor persoonlijke artistieke ontwikkeling en creativiteit in het onderwijs. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld kunstwerken bestuderen, kunstenaarsinterviews bekijken of artistieke workshops bijwonen om inzicht te krijgen in verschillende artistieke benaderingen.

- Hypotheses formuleren: De leerlingen brainstormen over mogelijke hypotheses met betrekking tot de invloed van kunstenaars op hun eigen artistieke ontwikkeling. Ze kunnen hypothesen opstellen zoals: "Door het bestuderen van kunstenaars en hun werken maak ik meer of minder gebruik van bepaalde materialen" of "Interactie met een kunstenaar doet mij een nieuwe artistieke techniek uitproberen", “ik word meer beïnvloed door deze kunstenaar dan door gelijk welke andere”.

Fase 2: Probleem(stelling) of onderzoeksvraag

sla link op in klembord

Kopieer

- Onderzoeksvraag formuleren: De leerlingen krijgen inzicht in het SMART formuleren van vragen. Bv. door modelleren en nadien voorbeeldvragen te bekijken en aan te passen aan het SMART-model. Ze formuleren een onderzoeksvraag.

Fase 3: Onderzoeksmethoden

sla link op in klembord

Kopieer

- Welke onderzoeksmethoden bestaan er?
Leerlingen verkennen verschillende onderzoeksmethoden die geschikt zijn voor het onderzoeken van de relatie tussen kunstenaars en persoonlijke artistieke ontwikkeling. Dit kan onder meer bestaan uit observatie van kunstenaars in de klas, interviews met kunstenaars en docenten, analyse van artistieke werken, experimenteren met bouwstenen, materialen en technieken van de gekozen artistieke taal.

- Opstellen van een onderzoeksplan
Leerlingen formuleren een duidelijk onderzoeksplan waarin ze hun onderzoeksvraag, doelstellingen, methoden en planning beschrijven. Ze kunnen ook nadenken over hoe ze de resultaten van hun onderzoek zullen presenteren, bijvoorbeeld door middel van een tentoonstelling, presentatie of publicatie.

Fase 4: Gegevensverzameling, analyse en conclusie

sla link op in klembord

Kopieer

- Leerlingen verzamelen gegevens volgens hun onderzoeksplan, bijvoorbeeld door kunstenaars te interviewen, kunstwerken te analyseren en observaties in de klas uit te voeren, te experimenteren ...

- De leerlingen verwerken de verzamelde data. Ze analyseren de gegevens op basis van de onderzoeksvraag zodat er concrete aantallen naar boven komen. Die gegevens beoordelen ze in een volgende fase. Ze krijgen tijdig de kans om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.

De leerlingen trekken tussentijdse conclusies over de manieren waarop kunstenaars inspirerend kunnen zijn voor leerlingen in het kunstonderwijs. Ze kunnen ook aanbevelingen doen voor het integreren van kunstenaars en hun werk in het curriculum.

Ze leggen de tussentijdse conclusies aan elkaar voor. Op basis van peerevaluatie sturen ze bij (bv. verder onderzoek nodig, verduidelijking, extra deelvragen …). Ze analyseren de gegevens en trekken conclusies

Fase 5: rapportering

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen stellen hun onderzoek voor op een mondelinge of schriftelijke manier zoals gekozen in hun onderzoeksplan. De leerling-onderzoeker rapporteert over het gehele proces, met aandacht voor het dynamische van dat proces (bv. hindernissen, succeservaringen, bijsturingen).

Ze formuleren een gepast en onderbouwd antwoord op hun onderzoeksvraag.

De leerlingen beoordelen het gelopen proces: ze geven een appreciatie aan het resultaat. Ze formuleren wat ze zullen veranderen indien ze een gelijkaardig project opnieuw doorlopen.

Algemeen:

sla link op in klembord

Kopieer

Na elke fase is er ruimte voor reflectie en feedback, zodat leerlingen hun leerproces kunnen evalueren en verbeteren. Het onderzoeksproces in het kunstonderwijs biedt leerlingen de mogelijkheid om hun creativiteit te ontwikkelen en te verkennen, terwijl ze tegelijkertijd waardevolle onderzoeksvaardigheden opdoen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio