• Lees de inleiding. Wat verwacht je over de inhoud van de tekst? Kruip in de huid van Poppaea Sabina. Op welke toon zou jij spreken tegen Nero? Wat zou je tegen hem zeggen over Agrippina? (= verwachtingen formuleren op basis van de inleiding)
• r. 2 Wat stelde Nero niet langer uit? Antwoord met een Latijnse woordgroep uit de tekst. (= leeseenheden identificeren)
• r. 3 Naar wie verwijst sibi? (= verwijswoorden concretiseren)
• r. 7-10 Wie voert hier het woord? (= verwachtingen formuleren op basis van de inleiding)
• r. 7 Niet toevallig plaatst Tacitus formam voorop. Waarom? (= reflecteren over woordvolgorde) Dezelfde vraag past bij timeri r. 9.
• r. 7 Welke woordgroep is voorwerp van indigeret? (= leeseenheden identificeren)
• r. 7 (na gelezen te hebben tot displicere). Waarop wijst het et dat volgt? (= verwachtingen formuleren naar de inhoud van het vervolg)
• r. 9 Welke functie verwacht je na timeri? En welke vorm neemt die functie aan, gelet op ne? (= syntactische verwachtingen formuleren)
• r. 10 Welke woord(groep)en worden verbonden door -que? (= leeseenheden identificeren)
• r. 10 Welke vertaling voor aperire past in deze context? (= een passende woordbetekenis afleiden uit de context)

Je kan met de vakgroep afspreken dat leerlingen bij nieuwe teksten altijd of op bepaalde momenten bepaalde hulpmiddelen (woordenboek, grammatica …) mogen gebruiken. In dat geval kan je woordhulp weglaten en specifiek enkele woorden laten opzoeken. Als je dat niet voor toetsen of proefwerken hebt afgesproken, kan je het ook altijd evalueren bij opdrachten in de klas.

• r. 1-7 Poppaea weet op welke toon ze tot Nero moet spreken. Toon aan.
• r. 2-3 vetustate…Poppaeae: Om welke redenen stelde Nero zijn misdrijf niet langer uit?
• r. 4 Vertaal incolumi Agrippinā vlot.
• r. 7-10 Haal uit Cur…aperiat de argumenten waarmee Poppaea aantoont dat Nero geen reden heeft om hun huwelijk op de lange baan te schuiven.