Een voorbeeld van een onderzoekscompetentie die handelt over het aanpassen of ontwerpen van een applicatie. Je kan dit individueel of in groep laten uitwerken.
Op de pagina “Onderzoekscompetentie voor leraren” vind je meer uitleg en duiding bij de verschillende fasen in een onderzoekscyclus.
Voer een onderzoek uit dat verband houdt het ontwikkelen van een softwaretoepassing voor een “bedrijf”. (Bedrijf kan vervangen worden door school, organisatie, vzw …)
Mogelijke opdrachten zijn:
Je kan per leerling of groep leerlingen een vergelijkbare opdracht voorzien.
In de leerplandoelen staat dat de leerlingen een applicatie moeten aanpassen. Werk je met klassikale opdrachten dan zal een beperkt aantal analyses van applicaties met de bijhorende ontwikkeling aan bod kunnen komen. Als onderzoekscompetentie kan je de leerlingen een resem aan concrete situaties voorschotelen waarvoor een applicatie moet aangepast worden. Laat de leerlingen alleen werken of in kleine groepen op deze manier kan je meerdere onderzoeksvragen laten behandelen.
Werk bij voorkeur samen met een “bedrijf” zodanig dat er een opdrachtgever is waar de leerlingen met hun vragen bij terecht kunnen. Probeer de realiteit zoveel mogelijk te benaderen.
In dit voorbeeld wordt de koppeling gemaakt met één van volgende leerplandoelen:
Volgende leerplandoelen komen ook aan bod:
Reik de leerlingen meerdere online bronnen aan om dit thema te verkennen.
Benadruk het samenspel tussen de wensen van de opdrachtgever, wensen van de eventuele gebruiker en de financiële, technische beperkingen.
Laat de leerlingen de gewenste aanpassing aan de applicatie onderzoeken door kwalitatieve methoden (interview, focusgesprek …)
Het is voor leerlingen niet zo eenvoudig om zelf een onderzoeksvraag te stellen. Je kan hen daarbij ondersteunen door zelf een ruime onderzoeksvraag aan te reiken zoals hierboven. Daarbij vertrek je vanuit enkele criteria waaraan een goede onderzoeksvraag moet voldoen.
De bovenstaande opdrachten zijn uiteraard te ruim. Het is de bedoeling dat de leerling(en) tot een concrete onderzoeksvraag komen door in gesprek te gaan met een opdrachtgever.
Laat de leerling ervaren of de opgestelde onderzoeksvraag éénduidig geformuleerd en concreet is.
Er bestaan meerdere onderzoeksmethodes die van toepassing kunnen zijn: experiment, meting, observatie, interview, enquête, algoritme, een model opbouwen, ontwerponderzoek …
Je verkent met de leerlingen enkele onderzoeksmethodes vooraleer ze zelf een geschikte methode voor hun onderzoek kiezen. Je kan deze keuze begeleiden bv. waarom voor deze onderzoeksvraag best kiezen voor een interview? Wat zijn de voor- en nadelen?
De leerlingen bepalen hoe ze de gegevens gaan verzamelen en een plan van aanpak met o.a. timing op basis van opgegeven, tussentijdse deadlines. Je kunt het verloop van het onderzoek concreet maken door tussentijds voorlopige oplossingen te presenteren en te bediscussiëren.
Als voor bepaalde fasen van het onderzoeksproces wordt samengewerkt, maken ze een taakverdeling op.
In deze fase wordt vastgelegd op welke wijze de resultaten van het onderzoek worden voorgesteld. Je kan zelf een vorm opleggen of de keuze aan de leerlingen overlaten. Rapporteren kan op een creatieve manier, bv. visualisatie, poster, discussiemoment, presentatie, blog, vlog, filmpje …
Je kan het eindresultaat laten concretiseren aan de hand van een tekening, richtlijnen voor uitvoering.
Voor dit onderzoek zijn volgende onderzoeksmethoden van toepassing:
Je kan aandachtspunten formuleren rond het verzamelen van gegevens.
Wijs de leerlingen op de nood aan reflectie over de bronnen die ze gebruiken bij (de gegevensverzameling:
De leerlingen verzamelen data, verwerken de verzamelde data en analyseren ze op basis van de onderzoeksvraag. Geef leerlingen de mogelijkheid om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.
Andere aandachtspunten:
Je kunt samenwerken met een externe partner.
Indien de opdrachtgever te weinig concrete informatie over de huidige configuratie kan meedelen, dringt een empirisch onderzoek zich op waarbij de leerling zelf gaat onderzoeken welke de huidige configuratie is van het computer- of netwerksysteem.
Analyse van de informatie en formuleren van een conclusie en rapportering
De leerlingen verwerken de verzamelde data en analyseren ze op basis van de onderzoeksvraag.
Laat de leerlingen de verzamelde informatie beoordelen: bruikbaar, betrouwbaar, representatief.
Geef leerlingen de mogelijkheid om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen de onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.
In deze fase is het belangrijk dat leerlingen de informatie kunnen verwerken tot een nieuw geheel waarin de eigen inbreng zichtbaar is. De antwoorden op de onderzoeksvragen zijn duidelijk, gericht op het onderzoek en correct vanuit de gevonden informatie.
Tenslotte communiceren de leerlingen over het onderzoek op een schriftelijke of mondelinge manier zoals gekozen in hun onderzoeksplan. Een mondelinge rapportering kan via een presentatie, posterpresentatie, visualisatie, infographic, filmpje of andere creatieve maEnier
In het geval je een onderzoeksrapport laat schrijven documenteren de leerlingen de volledige onderzoekscyclus inclusief de probleemstelling, methodologie, gegevensverzameling, analyse en conclusies. Ze geven aan waarom ze bepaalde bronnen hebben gebruikt en verwerken deze op een consequente manier.
Je rapportering moet zeker bevatten:
Enkele mogelijke richtvragen bij de rapportering:
Voor deze onderzoeksvragen kan je zowel voor een schriftelijke als een mondelinge rapportering kiezen. Onafhankelijk van de gekozen vorm zal de rapportering voldoende duiding moeten bevatten ivm de ontworpen configuratie, de te verwachten kostprijs, installatie …
De leerlingen beoordelen het gelopen proces en formuleren wat ze zullen veranderen indien ze een gelijkaardig traject opnieuw doorlopen. Daarbij kan je denken aan zelf-, peer- en co-evaluatie. Laat de leerlingen ook over het proces (hindernissen, bijsturingen …) rapporteren. In het geval de leerlingen hebben samengewerkt beoordelen ze de samenwerking en reflecteren over de uitvoering van het onderzoeksplan.
Mogelijke bijkomende opdracht:
Een mogelijk schrijfkader is:
Daarnaast vond ik ook nog moeilijk…