Voorbeeld onderzoekscompetentie: een applicatie aanpassen of ontwerpen

Een voorbeeld van een onderzoekscompetentie die handelt over het aanpassen of ontwerpen van een applicatie. Je kan dit individueel of in groep laten uitwerken.

Achtergrondinformatie

sla link op in klembord

Kopieer

Op de pagina “Onderzoekscompetentie voor leraren” vind je meer uitleg en duiding bij de verschillende fasen in een onderzoekscyclus.

Opdracht

sla link op in klembord

Kopieer

Voer een onderzoek uit dat verband houdt het ontwikkelen van een softwaretoepassing voor een “bedrijf”. (Bedrijf kan vervangen worden door school, organisatie, vzw …)

Mogelijke opdrachten zijn:

  • Kan optimalisatie van een bestaand programma voor meer efficiëntie, tijdswinst … zorgen?

  • Kan een proces geautomatiseerd worden en op die manier voor meer efficiëntie, tijdswinst … zorgen?

  • Kan de overschakeling naar een webtoepassing i.p.v. een windowstoepassing ervoor zorgen dat er meer kansen zijn voor thuiswerk?

Je kan per leerling of groep leerlingen een vergelijkbare opdracht voorzien.

Motivatie

sla link op in klembord

Kopieer

In de leerplandoelen staat dat de leerlingen een applicatie moeten aanpassen. Werk je met klassikale opdrachten dan zal een beperkt aantal analyses van applicaties met de bijhorende ontwikkeling aan bod kunnen komen. Als onderzoekscompetentie kan je de leerlingen een resem aan concrete situaties voorschotelen waarvoor een applicatie moet aangepast worden. Laat de leerlingen alleen werken of in kleine groepen op deze manier kan je meerdere onderzoeksvragen laten behandelen.

Werk bij voorkeur samen met een “bedrijf” zodanig dat er een opdrachtgever is waar de leerlingen met hun vragen bij terecht kunnen. Probeer de realiteit zoveel mogelijk te benaderen.

Samenhang met specifieke inhouden van het leerplan

sla link op in klembord

Kopieer

Leerplandoelen uit het leerplan Applicatie- en databeheer

sla link op in klembord

Kopieer

In dit voorbeeld wordt de koppeling gemaakt met één van volgende leerplandoelen:

  • LPD 14 De leerlingen analyseren en passen een bestaand modulair ontwerp van een applicatie aan.

  • LPD 15 De leerlingen passen principes van object georiënteerd programmeren toe met een gestructureerde programmeertaal bij het implementeren van een ontwerp.

  • LPD 16 De leerlingen implementeren en documenteren softwaremodules op een manier die herbruikbaarheid ervan bevordert en samenwerking vereenvoudigt.

  • LPD 17 De leerlingen implementeren objectgeoriënteerde gebruiksvriendelijke programma’s.

  • LPD 18 De leerlingen testen eigen implementaties om eventuele fouten te identificeren en op te lossen.

  • LPD 19 De leerlingen debuggen eigen implementaties om de bronnen van eventuele fouten op te sporen.

  • LPD 20 De leerlingen beheren en bevragen een databankserver programmatorisch met behulp van een querytaal.

  • LPD 21 De leerlingen ontwikkelen een responsive statische website met hedendaagse webtechnologie.

Volgende leerplandoelen komen ook aan bod:

  • LPD 3 De leerlingen organiseren hun werkzaamheden op basis van de gegeven opdracht.

  • LPD 4 De leerlingen informeren zich over de opgelegde specificaties van de opdracht.

  • LPD 6 De leerlingen gebruiken gericht en kritisch mogelijke hulpbronnen.

Leerplandoelen uit het GFL

sla link op in klembord

Kopieer

  • LPD 21 De leerlingen zoeken doelgericht informatie in diverse bronnen.

  • LPD 22 De leerlingen beoordelen doelgericht informatie op betrouwbaarheid, correctheid en bruikbaarheid bij het lezen en luisteren .

  • LPD 23 De leerlingen verwerken informatie op een kritische en systematische manier.

Oriëntatie

sla link op in klembord

Kopieer

Reik de leerlingen meerdere online bronnen aan om dit thema te verkennen.

Benadruk het samenspel tussen de wensen van de opdrachtgever, wensen van de eventuele gebruiker en de financiële, technische beperkingen.

Laat de leerlingen de gewenste aanpassing aan de applicatie onderzoeken door kwalitatieve methoden (interview, focusgesprek …)

Formuleren van de onderzoeksvraag

sla link op in klembord

Kopieer

Het is voor leerlingen niet zo eenvoudig om zelf een onderzoeksvraag te stellen. Je kan hen daarbij ondersteunen door zelf een ruime onderzoeksvraag aan te reiken zoals hierboven. Daarbij vertrek je vanuit enkele criteria waaraan een goede onderzoeksvraag moet voldoen.

De bovenstaande opdrachten zijn uiteraard te ruim. Het is de bedoeling dat de leerling(en) tot een concrete onderzoeksvraag komen door in gesprek te gaan met een opdrachtgever.

Laat de leerling ervaren of de opgestelde onderzoeksvraag éénduidig geformuleerd en concreet is.

Selectie van een onderzoeksmethode

sla link op in klembord

Kopieer

Welke onderzoeksmethodes bestaan er?

sla link op in klembord

Kopieer

Er bestaan meerdere onderzoeksmethodes die van toepassing kunnen zijn: experiment, meting, observatie, interview, enquête, algoritme, een model opbouwen, ontwerponderzoek …

Je verkent met de leerlingen enkele onderzoeksmethodes vooraleer ze zelf een geschikte methode voor hun onderzoek kiezen. Je kan deze keuze begeleiden bv. waarom voor deze onderzoeksvraag best kiezen voor een interview? Wat zijn de voor- en nadelen?

Opstellen van een onderzoeksplan

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen bepalen hoe ze de gegevens gaan verzamelen en een plan van aanpak met o.a. timing op basis van opgegeven, tussentijdse deadlines. Je kunt het verloop van het onderzoek concreet maken door tussentijds voorlopige oplossingen te presenteren en te bediscussiëren.

Als voor bepaalde fasen van het onderzoeksproces wordt samengewerkt, maken ze een taakverdeling op.

In deze fase wordt vastgelegd op welke wijze de resultaten van het onderzoek worden voorgesteld. Je kan zelf een vorm opleggen of de keuze aan de leerlingen overlaten. Rapporteren kan op een creatieve manier, bv. visualisatie, poster, discussiemoment, presentatie, blog, vlog, filmpje …

Je kan het eindresultaat laten concretiseren aan de hand van een tekening, richtlijnen voor uitvoering.

Voor dit onderzoek zijn volgende onderzoeksmethoden van toepassing:

  • interview

  • maken van een algoritme

  • literatuuronderzoek van online bronnen

  • empirisch onderzoek 

Gegevensverzameling

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan aandachtspunten formuleren rond het verzamelen van gegevens.

  • Hoe selecteer je bronnen?

  • Hoe verzamel je gegevens gestructureerd?

  • Hoe registreer je de bronnen die je gebruikt hebt voor de gegevensverzameling?

Wijs de leerlingen op de nood aan reflectie over de bronnen die ze gebruiken bij (de gegevensverzameling:

  • Zijn deze bronnen betrouwbaar?

  • zijn deze bronnen bruikbaar?

  • Zijn deze bronnen correct?

  • Zijn deze bronnen gebaseerd op wetenschappelijke inzichten?

De leerlingen verzamelen data, verwerken de verzamelde data en analyseren ze op basis van de onderzoeksvraag. Geef leerlingen de mogelijkheid om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.

Andere aandachtspunten:

  • Zoek alleen gegevens die met je onderzoeksvraag te maken hebben.

  • Toets de gegevens telkens af aan de verwachtingen van de opdrachtgever, vergeet het kostenplaatje niet.

  • Toets tussentijdse oplossingen af door middel van een kosten-batenanalyse.

  • Maak gebruik van voldoende bronnen. Wees ook kritisch bij de keuze van de bronnen.

  • Noteer bij elke bron welke informatie ze bevat en waar en wanneer je ze hebt gevonden. (belangrijk voor je bibliografie)

Je kunt samenwerken met een externe partner.

Indien de opdrachtgever te weinig concrete informatie over de huidige configuratie kan meedelen, dringt een empirisch onderzoek zich op waarbij de leerling zelf gaat onderzoeken welke de huidige configuratie is van het computer- of netwerksysteem.

Analyse van de informatie en formuleren van een conclusie en rapportering

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen verwerken de verzamelde data en analyseren ze op basis van de onderzoeksvraag.

Laat de leerlingen de verzamelde informatie beoordelen: bruikbaar, betrouwbaar, representatief.

Geef leerlingen de mogelijkheid om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen de onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.

In deze fase is het belangrijk dat leerlingen de informatie kunnen verwerken tot een nieuw geheel waarin de eigen inbreng zichtbaar is. De antwoorden op de onderzoeksvragen zijn duidelijk, gericht op het onderzoek en correct vanuit de gevonden informatie.

Rapportering

sla link op in klembord

Kopieer

Tenslotte communiceren de leerlingen over het onderzoek op een schriftelijke of mondelinge manier zoals gekozen in hun onderzoeksplan. Een mondelinge rapportering kan via een presentatie, posterpresentatie, visualisatie, infographic, filmpje of andere creatieve maEnier

In het geval je een onderzoeksrapport laat schrijven documenteren de leerlingen de volledige onderzoekscyclus inclusief de probleemstelling, methodologie, gegevensverzameling, analyse en conclusies. Ze geven aan waarom ze bepaalde bronnen hebben gebruikt en verwerken deze op een consequente manier.

Je rapportering moet zeker bevatten:

  • De verwerking van gegevens tot informatie (data)

  • De antwoorden op de hoofdvraag en de deelvragen

  • Een conclusie met een bondig en duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag.

Enkele mogelijke richtvragen bij de rapportering:

  • Wat leert al die informatie?

  • Welke informatie leidt tot de conclusies die je bereikt?

  • Welke informatie is relevant en welke informatie is overbodig en ga je niet gebruiken?

Voor deze onderzoeksvragen kan je zowel voor een schriftelijke als een mondelinge rapportering kiezen. Onafhankelijk van de gekozen vorm zal de rapportering voldoende duiding moeten bevatten ivm de ontworpen configuratie, de te verwachten kostprijs, installatie …

Tot slot

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen beoordelen het gelopen proces en formuleren wat ze zullen veranderen indien ze een gelijkaardig traject opnieuw doorlopen. Daarbij kan je denken aan zelf-, peer- en co-evaluatie. Laat de leerlingen ook over het proces (hindernissen, bijsturingen …) rapporteren. In het geval de leerlingen hebben samengewerkt beoordelen ze de samenwerking en reflecteren over de uitvoering van het onderzoeksplan.

Mogelijke bijkomende opdracht:

  • In een reflectieverslag schrijf je hoe het onderzoek is verlopen.

Een mogelijk schrijfkader is:

  • Bij het uitvoeren van deze opdracht heb ik het volgende als belangrijkste moeilijkheid ondervonden…

Daarnaast vond ik ook nog moeilijk…

  • Ik ben (niet) tevreden met de oplossingen die ik gevonden heb om mijn problemen op te lossen omdat…

  • Ik ben bij dit onderzoek te kort geschoten in …

  • Ik zal in de toekomst meer aandacht besteden aan…

×
Kijkt als...
Niveau
Regio