Spreekdurf in de vreemde talenklas. Drie kernprincipes: herhaling & activering, veiligheid en uitdaging.

“Madame, mag ik het in het Nederlands zeggen?” of “Ik weet niet hoe ik dat in het Frans moet zeggen.” –zinnen die elke taalleerkracht kent. Spreekangst is voor veel leerlingen een reële drempel in de lessen Frans, Engels, Duits of vierde vreemde taal. Ze willen het goed doen, maar vrezen fouten of reacties van klasgenoten. Net daar ligt een belangrijke taak voor de leraar: een veilige, motiverende klasomgeving creëren waarin spreken in de klas een echte leerkans wordt.  

Met de vakgroep talen kan besproken worden hoe er vanaf de eerste graad gewerkt kan worden aan een sterke taalbasis. Door herhaling en een stapsgewijze aanpak groeit het gebruik van de vreemde taal als voertaal uit tot een natuurlijke automatisatie tegen de derde graad. Het systematisch inzetten van o.a. de instructietaal in de voertaal zal deze automatisatie zeker ten goede komen.

Herhaling & activering

sla link op in klembord

Kopieer

Herhaling en activering in verschillende vormen zijn de sleutel tot vlotheid. Het inzetten van activerende werkvormen helpt leerlingen om zonder druk te spreken. Aarzel hierbij niet om scaffolding te voorzien als je ziet dat leerlingen het moeilijk hebben. Scaffolding komt verder aan bod onder het principe van veiligheid. Hierna alvast een aantal gemakkelijk in te zetten activerende werkvormen ter inspiratie: 
 
Think-pair-share : werkvorm waarbij leerlingen eerst individueel nadenken over een vraag, daarna hun ideeën uitwisselen met een partner, en tenslotte hun bevindingen delen met de hele groep. 
Macaroni-debat : als leerkracht deel je een gelijk aantal pastavormpjes uit aan je leerlingen. Bij elke betekenisvolle inbreng kan de leerling een vormpje in de gezamenlijke pot gooien totdat alles is opgebruikt. 
Carrouselgesprek: twee cirkels leerlingen staan tegenover elkaar; de buitenste ring schuift door bij een signaal 
Speed date: dezelfde spreektaak oefenen met telkens nieuwe gesprekspartners 
Posterpresentatie: korte presentaties voor kleine groepjes, gevolgd door peerfeedback 
4/3/2-techniek: driemaal hetzelfde verhaal vertellen (4, 3 en 2 minuten) – de tijdsdruk verhoogt de vlotheid 
Marktplaats: verkopers en kopers lopen rond, de verkoper doet een overtuigende pitch voor zijn product (vb. reis) en na een aantal voorstellingen, beslist de koper waarom hij dit product uitkiest en waarom.  
Jigsaw- of info-gapopdracht: elke leerling bezit een deel van de informatie en moet communiceren om het geheel te reconstrueren 
 
In de praktijk: 3 minuten spreekdurf per les 
 
Werkwijze 
Plan bewust 1 micro-opdracht per les waarin elke leerling spreekt. Drie minuten volstaan. 
Kies formats die snel inzetbaar zijn, zoals: 

  • Een mini-gesprekje in duo’s over een prikkelend beeld of een actuele stelling. 
  • Een carrousel waarin leerlingen eenzelfde vraag telkens aan een nieuwe partner stellen. 
  • Een korte elevator pitch over een onderwerp dat eerder aan bod kwam. 
  • Een rollenspel van 1 minuut rond een herkenbare situatie (vb. acheter un ticket de train, commander au resto) 
  • Werk altijd met taalsteun op het bord of projecteer de taalsteun: 5 of 8 chunks die leerlingen vrij mogen gebruiken. 
  • Wissel tussen herhaalde en nieuwe situaties, zodat herhaling niet saai wordt maar vertrouwd aanvoelt. 

Spreekdurf groeit door frequente, laagdrempelige oefenkansen. Bouw daarom elke les één kort moment in waarop leerlingen drie minuten in de doeltaal spreken. Die micro-interventie heeft een groot effect op zelfvertrouwen, zeker als ze weten dat het leren spreken in een relevante situatie het doel is, niet het foutloos presteren.

Veiligheid

sla link op in klembord

Kopieer

Een veilige start: bewustwording en zelfinzicht

sla link op in klembord

Kopieer

Bij de start van het schooljaar of een nieuw trimester kan je leerlingen zichzelf laten situeren op een spreektrap: van “ik durf nog niet” tot “ik spreek spontaan”. Bespreek samen waar ze precies bang voor zijn en wat hen zou kunnen helpen. De spreektrap is beschikbaar op de PRO-site 

Een lerares Engels liet haar klas korte getuigenissen bekijken van leeftijdsgenoten over spreekangst. Daarna noteerden de leerlingen twee persoonlijke tips om hun durf te versterken. De afspraken kwamen op een zichtbare klasposter en werden tijdens (de rest van) het schooljaar regelmatig herzien.  Op deze manier groeit eigenaarschap en verantwoordelijkheid.

Scaffolding

sla link op in klembord

Kopieer

Integreer scaffolding: bied chunks of spreekkaders, gebruik pictogrammen of een mindmap als visuele steun, toon een kort modelgesprek of laat leerlingen eerst luisteren naar een voorbeeld en het daarna nabootsen. Door de steun stapsgewijs af te bouwen, versterk je het gevoel van competentie.

Feedback

sla link op in klembord

Kopieer

Spreekdurf groeit vooral in een veilige leeromgeving, waarin leerlingen fouten mogen maken en durven experimenteren met de taal. Zo stimuleer je hun zelfvertrouwen én hun taalontwikkeling. 
 
Doseer in feedback en foutencorrectie. Doseren kan je makkelijk door bijvoorbeeld een “feedback light” te voorzien: haal de twee of drie fouten uit de opdracht die de communicatie het meest belemmeren. Zo wordt de leerling niet bedolven onder een lawine aan correcties, blijft hij/zij gunstig en gemotiveerd; voor jou als leerkracht geeft dit de mogelijkheid om bij een volgende opdracht na te gaan in hoeverre de leerling ermee aan de slag is gegaan (take up).  
 
Wees ook constructief in het aanduiden van fouten. Je kan hiervoor het principe van recasting of corrigerende feedback gebruiken: tijdens de interactie met je leerlingen herhaal je corrigerend op een natuurlijke manier de zin waarin een fout gemaakt werd. Stijl:  leerling zegt: “J’ai cassé ma jambe”, waarop je reageert “Ah, tu t’es cassé la jambe?” 
 
Ook een positieve sfeer werkt stimulerend: focus op vooruitgang, niet op foutloosheid en maak inspanning en samenwerking zichtbaar. 
 
Bij de start van de opdracht kan je als leraar één aandachtspunt geven voor de hele groep, bijvoorbeeld: “Vandaag letten we op intonatie.” 
 
Het is ook belangrijk het leerproces van leerlingen te ondersteunen en hen zelf ook te laten reflecteren. Zo kunnen één of twee leerlingen na het spreekmoment kort delen wat goed ging en wat ze volgende keer willen proberen of waar ze willen op letten.  

Uitdaging

sla link op in klembord

Kopieer

Relevantie, doelgerichtheid en haalbaarheid

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer je spreekopdrachten ontwerpt, formuleer dan duidelijke en haalbare doelen. 
Je oefent hoe je een klant helpt in een winkel” werkt beter dan “We oefenen spreken.”
Zorg dat de taak levensecht is, met een herkenbare context en een duidelijke communicatieve bedoeling.

Van veilig oefenen naar spontaan spreken

sla link op in klembord

Kopieer

Spreekvaardigheid ontwikkel je stap voor stap. Leerlingen durven pas echt spreken als ze eerst voldoende  taalsteun en oefenkansen hebben gehad. Die opbouw verloopt van gecontroleerde naar vrije productie. 
De volgende zes stappen helpen leerlingen om van herhaling naar spontaniteit te groeien:  

Een voorbeeld uit een les Frans over “au restaurant” illustreert dat goed:

Elke fase duurt maar enkele minuten, maar samen zorgen ze voor een geleidelijke overgang van veiligheid naar autonomie. Herhaling met kleine variaties bevordert vlotheid en zelfvertrouwen. De leraar kan deze aanpak ook digitaal ondersteunen met korte oefenreeksen in BookWidgets of LearningApps.
 
Om de transfer naar nieuwe contexten te versterken, kan je leerlingen na elke oefening kort laten reflecteren: “Wat heb ik vandaag beter gedaan dan vorige keer?” of “Welke zin wil ik volgende keer spontaan gebruiken?” Die micro zelfreflecties zijn krachtiger dan uitgebreide zelfevaluaties op het einde van een hoofdstuk.

Tot slot

sla link op in klembord

Kopieer

Spreekdurf groeit niet vanzelf. Ze ontstaat in een klas waar veiligheid, herhaling en uitdaging hand in hand gaan, en waar fouten gezien worden als kansen om te leren. Door duidelijk te maken wat je verwacht, opdrachten betekenisvol te maken en successen zichtbaar te benoemen, geef je leerlingen de ruimte om hun stem te laten horen — letterlijk én figuurlijk — in de doeltaal. 
 
In dat groeiproces verdient niet alleen het eindproduct, maar vooral ook het proces de aandacht: inzet, samenwerking en reflectie zijn de echte motoren van vooruitgang. Wanneer leerlingen ervaren dat elke poging telt, groeit niet alleen hun taalvaardigheid, maar ook hun vertrouwen om zich steeds vrijer en spontaner uit te drukken in de vreemde taal.

Bronnen

sla link op in klembord

Kopieer

Bijnens, H. e.a. (2022). Fan van Frans. Borgerhoff en Lamberigts
Donszelmann, S. e.a. (2021).Vreemde talendidactiek. 2e ed. Uitgeverij Coutinho.
Van den Branden, K. (2022). How to teach an additional language. To task or not to task?
John Benjamins. Vanbuel, M., Van den Branden, K. (2023). Taal op school. Pelckmans Uitgevers
MacIntyre, P. D., Clément, R., Dörnyei, Z., & Noels, K. (1998). Conceptualizing Willingness to Communicate in a L2. Modern Language Journal, 82(4).
Bygate, M. (2001). Effects of Task Repetition on the Structure and Control of Oral Language. Applied Linguistics, 22(1).
de Jong, N., & Perfetti, C. (2011). Fluency Training in the ESL Classroom. TESOL Quarterly, 45(2).
Dörnyei, Z. (2009). The Psychology of Second Language Acquisition. OUP.
Swain, M. (1995). Three Functions of Output in Second Language Learning. In G. Cook & B. Seidlhofer (Eds.), Principle and Practice in Applied Linguistics. OUP.
Klasse (2019). Zo help je leerlingen spreekangst in de klas overwinnen

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?