De laatste vraag om uitleg van de vergadering ging ook over een onderwijskwaliteitsgerelateerde kwestie. Zeg maar, een terecht groot thema deze legislatuur. Alleen de manier waarop het thema behandeld wordt, is af en toe wel minder fraai. Roosmarijn Beckers nam deze laatste vraag voor haar rekening. Vooraf nog graag wat achtergrondinformatie: uiteindelijk stond dit thema, -- zo gaat het vaak met parlementaire vragen --, uitgebreid in ‘mijn’ krant een week eerder, zelfs deels à la Une (is het dan toch al komkommertijd?) en deels via enkele interessante vragen en antwoorden door experten. Maar ook een even interessante opiniebijdrage van uitgever Bart Vandenbussche alsook één van een man op wie ik al vaker een beroep deed, zij het nu met toch een weliswaar beperkte kritische bedenking in het achterhoofd, leraar en literair criticus John Vervoort. Met excuses overigens voor de niet-abonnees van die krant.
De vraag van Beckers dan. Ze legde uiteraard eerst uit wat ze in de krant gelezen had over o.a. Luc De Man, de man die de werkgroep in kwestie zou gaan coördineren. Overigens had minister Weyts ook al eerder over die zgn. kwaliteitsalliantie gesproken in deze Commissie. Wat was de opdracht van die werkgroep en wat met de samenstelling ervan, en de timing? Daarbij kwam het specifieke thema dat in dezen van belang was voor het Vlaams Belang, de partij van Beckers, prominent naar voor: het gebrek aan ideologische en politieke objectiviteit in bepaalde handboeken. Vragensteller Beckers relateerde de kwestie ook aan de vrijheid van onderwijs.
Minister Weyts situeerde het hele verhaal in het Vlaamse Regeerakkoord en zijn beleidsnota, namelijk: de expliciete ambitie om met uitgeverijen, ontwikkelaars en onderwijsverstrekkers afspraken te maken over de ontwikkeling en het gebruik van handboeken, invulhandboeken en onderwijssoftware, rechtstreeks gekoppeld aan de onderwijskwaliteitsbekommernis. De gebruikte terminologie was wel veranderd van “ethische code” naar “kwaliteitsalliantie”, maar het ging over dezelfde ambitie en die tweede term dekte veel beter de gewenste lading. De opmerking terzijde van de minister over een zgn. fake interview vond ik ook wel boeiend, maar daarover ging het voorts niet, behalve nog even in de tussenkomsten van vragensteller Beckers. Vervolgens vertelde de minister, met nog wat meer details (over de betrokkenen), wat al in de krant stond. De centrale vraag bij het hele opzet: hoe konden de educatieve middelen optimaal de kwaliteit van het onderwijs schragen? Met daarbij ook specifieke aandacht voor de invulboeken, waarvan, tussen haakjes, het verhaal toch wel wat genuanceerd is, lijkt mij. Een en ander zou tot een rapport leiden van coördinator Luc De Man, die ook een voorstel van verdere aanpak verondersteld werd te doen. En dan zou het aan de minister zelf zijn. Maar voor nu: de gesprekken liepen. Tussendoor viel al een paar keer “de creativiteit van leraren”, oké. En ook enkele klassieke argumenten tégen invulboeken. Over de ideologische invalshoek van vragensteller Beckers echter geen woord.
Zij dacht met heimwee terug aan haar eigen schooltijd en persoonlijke anekdotiek, zgn. lang geleden, wat ik eigenlijk enigszins durfde te betwijfelen, maar ze liet niet na haar sociale reflex te vermelden. Toch vroeg ze zich, niet onterecht, af hoe die hele kwaliteitsmonitoring precies in zijn werk zou gaan tegen de achtergrond van de onderwijsvrijheid. Interveniënt Loes Vandromme verwees terecht naar haar eigen vraag om uitleg op 6 mei 2021 en sprak over enkele concrete financiële problemen met de aankoop van schoolboeken. En belangrijker nog: haar statement over de vrijheid van onderwijs. Alleen … had het nog iets preciezer mogen zijn: de overheid legt niet het hele “wat” op, maar slechts het “minimum van het wat”…, maar de praktijk is anders.
Interveniënt Koen Daniëls hield een boeiende uiteenzettting over vraag en aanbod. Maar in diezelfde beweging ging hij meteen, alweer als het over dit soort zaken gaat, veel te kort door de bocht want…dé grote boosdoener was het leerplan, uiteraard! Niet de talrijke eindtermen hoor, wél de leerplannen. We hebben het er deze en vorige legislatuur al zo vaak over gehad. Waarna Daniëls ook nog even gewoon kritiekloos professor Martin Valcke echode: er zijn nu eenmaal invulboeken en invulboeken, soit. Over de software in dit verhaal had Daniëls wel een punt, net zoals Vandromme.
Gelukkig was daar de minister weer met zijn dubbele persoonlijkheid van sport- en onderwijsminister, die ook nog aan andere belangrijke dingen dacht… hij was het trouwens eens met de eerdere opmerkingen over de vrijheid van onderwijs. Ten slotte meende vragensteller Beckers toch haar wagonnetje aan de locomotief van Daniëls te moeten koppelen, wat de vrijheid van leraren betrof: ik had de indruk dat deze mensen toch nogal de gewone schoolpraktijk vergaten, waarbij vakgroepen (van leraren, ja dus) gezamenlijk beslissen over de aankoop van schoolboeken en waarbij diezelfde leraren, terecht, heel vaak de voordelen van die schoolboeken appreciëren, die overigens sterke leraren echt niet hinderen in hun creativiteit (bijkomend actueel tekstmateriaal, situering van inhouden binnen het eigen pedagogisch project, aanvullende of alternatieve werkvormen voor onderdelen van het schoolboek, …). En tussen haakjes, vragensteller Beckers vergat ook dat de minister niet geantwoord had op haar ideologische bekommernis. In 1 uur en 12 minuten was de klus geklaard. De minister van Sport had gelijk gehad, die van Onderwijs óók…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de werkgroep die de kwaliteit van de leermiddelen moet onderzoeken van Roosmarijn Beckers” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen