16 december 2020 – Visienota Digisprong, verdeling van budget en vrijheid van scholen

Toen de ingediende actuele vragen iets voor de middag in mijn mailbox belandden, vroeg ik me als eerste vraag af: zou dit een nieuw rondje “vragen om te vragen” worden of zou er toch nieuwe informatie aan het licht komen? In mijn hoofd was ik eigenlijk op dit eigenste moment meer bezig met ándere, belangrijke, actuele onderwijsthema’s, zoals daar zijn de ontwikkelingen rond de zogenaamde gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde toetsen (voor Nederlands en wiskunde), met name de lopende haalbaarheidsstudie en het nieuwe consortium van zeven hogeronderwijsinstellingen met betrekking tot die toetsen. Hoe zou het daar nog mee zijn, was mijn tweede vraag. Dat daarover nog niets in de kranten stond (N.B. Soms schrijven die toch wél over niet-publieke documenten, en graag zelfs …), verklaarde wellicht waarom dat veel interessantere thema nu (nog) geen voorwerp uitmaakte van actuele vragen. Soit, digitalisering was ook een interessant en belangrijk thema, zeker, maar zou minister Weyts dus nu al iets kunnen toevoegen aan zijn publieke visienota (d.d. 11 december 2020) en krantenartikelen ter zake? Ik checkte ook nog even hoelang het ook alweer geleden was dat het thema in het Vlaams Parlement, -- ik maak voor het gemak abstractie van de werkzaamheden in de zogenaamde Coronacommissie --, aan bod gekomen was. Dat bleek bij de begrotingsbesprekingen in de Onderwijscommissie geweest te zijn, zeg maar, de tweede helft van november.

Over het begin van de plenaire vergadering (vóór het geplande actuadebat over de zgn. bouwshift van start ging) was alvast te melden dat de voorzitter van de Coronacommissie Björn Rzoska de spoedbehandeling vroeg van een voorstel van resolutie over beleidsaanbevelingen inzake corona voor het beleidsdomein Onderwijs. Daarnaast was er ook een akkefietje tussen parlementsvoorzitter Liesbeth Homans en Vlaams Parlementslid Jos D’Haese in verband met uitspraken van onderwijsminister Ben Weyts over studenten. De parlementsvoorzitter sloot dat incident af met “… ik heb u per mail geantwoord en als u het daar niet mee eens bent, komt u straks mee naar mijn bureau”. Of toch iets in die trant. D’Haese had blijkbaar een actuele vraag ingediend, die de parlementsvoorzitter niet aanvaard had en die ging over uitspraken van minister Weyts in het Gentse studentenblad Schamper en ook opgepikt waren in een vrije tribune van leraar Chris Vandeweghe op dewereldmorgen.be.

Het actuadebat over de heikele en delicate bouwshift had, zoals verwacht, erg lang geduurd. Om 16.46 uur werd dat debat beëindigd met de niet onterechte verbazing van Jos D’Haese over het feit dat er vanuit de meerderheid geen antwoord gekomen was op zijn vaststelling dat meerdere burgemeesters (uit de meerderheidspartijen) en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) heel kritisch waren over de bouwshiftregeling van de Vlaamse regering: “onuitvoerbaar en onbetaalbaar”. Bij de schorsing van de vergadering vroeg de fractievoorzitter van de N-VA-fractie Wilfried Vandaele nóg twee voorstellen van decreet aan de agenda toe te voegen, waaronder één i.v.m. dringende coronamaatregelen in het onderwijs (Corona-V). Na de schorsing was voorzitter Homans nog verhinderd en daardoor belandde haar partijgenoot Kris Van Dijck even op de voorzittersstoel.

Nog een stukje later dan 17.30 uur kwamen dan vervolgens de wél aanvaarde actuele onderwijsvragen aan bod. De drie vragenstellers (Elisabeth Meuleman, Jo Brouns en Roosmarijn Beckers) hadden niet onverwacht ongeveer dezelfde inleiding: de eerste vroeg meer bepaald “wat daarna en welke middelen?” ná deze massieve investering voor 2021 en 2022 (het totale bedrag kennen we intussen goed uit menige vorige bespreking); de vraag van de tweede was een stuk specifieker en polste naar de verdeling van dat totale bedrag over de diverse acties (en scholen); en de derde had ongeveer dezelfde vraag als de tweede.

Het enige nieuwe in het antwoord van minister Weyts was de preciezere verdeling van de middelen over de vier speerpunten in zijn visienota. Al de rest was al gekend, ofwel stond het in de visienota zelf, ofwel stond het vandaag al in de krant … Voor de vier speerpunten betekende dat achtereenvolgens (N.B. De minister gaf telkens de eenmalige investering voor 2021 en 2022 samen, gevolgd door het recurrente bedrag voor het speerpunt in kwestie):

  • Speerpunt 1: 340 miljoen resp. 11 miljoen;
  • Speerpunt 2: 70 miljoen resp. 22 miljoen;
  • Speerpunt 3: 11 miljoen resp. 0,5 miljoen;
  • Speerpunt 4: 35 miljoen resp. 4 miljoen. Wie de optelsom maakte, merkte meteen dat in de 340 miljoen ook de reguliere 32 miljoen voor ICT verrekend zat en dat de minister voor de speerpunten 3 en 4 buiten de scope van de bekende 375 miljoen euro ging, maar dat terzijde.

In datzelfde verband wees de minister nog op de +75%-toename in de uren voor ICT-coördinatoren, opleidingskansen (ook in de lerarenopleiding) en Klascement.

In de replieken van de vragenstellers zaten geen punten die al niet in de visienota stonden of al niet gezegd waren, op de vraag om een sociaal plan van vragensteller Meuleman na, die een groter wordende kloof vreesde tussen meer – en mindergegoede leerlingen. Ook de drie interveniënten vielen niet op door nieuwe zaken: Jean-Jacques De Gucht had korte bedenkingen over het vervangen van cursussen, het belang van mediawijsheid en een plan voor goede internetaansluitingen; Hannelore Goeman breidde het verhaal uit naar de problemen met schoolfacturen voor handboeken; Kathleen Krekels vroeg naar de timing van het vermelde kennis- en adviescentrum “Digisprong”. Allen waren het wel eens over het positieve karakter van het hele opzet.

Uit de tweede repliek van minister Weyts en de slotwoorden van de vragenstellers noteerde ik nog het volgende. De gevreesde sociale kloof zou net verkleinen. De scholen waren vrij in de besteding van de middelen, weliswaar uiteraard binnen de bindende ICT-doelstellingen die de onderwijskwaliteit ten goede zouden komen. Er was ook de ouderlijke verantwoordelijkheid. En in Onderwijsdecreet XXXI zou de zaak van het statuut van de ICT-coördinatoren opgenomen worden, aldus de minister.

Vragensteller Meuleman betreurde dat de minister een sociaal plan onnodig vond en prikkelde de minister nog even met een verwijzing naar zijn vermeende minder goede reputatie wanneer het op de uitrol van mooie plannen aankwam. Vragensteller Brouns lijstte de verschillende vermelde elementen nog eens op, maar voegde daaraan de oproep toe om het onderwijsveld te betrekken bij de operationalisering. Vragensteller Beckers ten slotte was ook nog eventjes kritisch over de onderwijskwaliteit en wees erop dat, naast het mediagenieke van de laptops nu, ook een langetermijnaanpak nodig was.

Mijn conclusie: mijn aanvankelijke vrees werd niet helemaal waar, gelukkig, maar toch eh … En toen ik dit stukje indiende bij mijn werkgever was de tekst van het voorstel van decreet Corona-V nog niet beschikbaar. Het zij zo.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio