11 december 2024 – PIAAC-onderzoek

Het thema van de actuele onderwijsvragen van deze plenaire vergadering was volkomen verwacht, maar ik ga misschien wat eigenstandig in op de parlementaire bespreking. Eerst wel weer het best even de concrete feitelijke inhoud van de zaak:

De teneur was dus een ietsje positiever dan de recente onheilsberichten n.a.v. het recentste TIMSS-rapport. Oké, maar alles maar dan ook alles heeft anno 2024 in dezen te maken met wat voor de doelgroep in kwestie (16-65 jaar; zelf behoor ik tot het geboortejaar 1961, een magisch jaar, maar dat ter zake, want bv. over JFK, de legendarische favoriet van wijlen mijn moedertje, zijn ook minder katholieke feiten bekend, wat hem voor mij niet minder belangrijk maakt in de geopolitieke context van zijn tijd en mijn jeugd, maar ik dwaal af) voorafging in onderwijsopzicht. Ik heb over mijn eigen tijd zoal eerder geschreven trouwens, en men moet altijd uiterst voorzichtig zijn met het verbinden van bepaalde onderwijs(beleids)maatregelen (van de overheid, maar anderzijds ook van andere onderwijsactoren) aan bepaalde concrete effecten, wat sommige politici en anderen weleens durven verontachtzamen...

Dat gezegd zijnde, wil ik hier heel bewust deze parlementaire bespreking zonder veel verdere toelichting (N.B. Mijn studenten destijds haatten dat, wanneer ik wetens en willens in de les A zei, maar niet B, en daarmee hen eigenlijk wilde doen nadenken; ik moest daar nog aan denken vandaag, toen ik het schitterende stuk van UCLL-docente Els Van Emelen las) verbinden met nog drie andere stukken die ik vandaag las, ja gewoon, om de lezer wat verder te laten nadenken:

  • de opiniebijdrage van iemand die ik enorm waardeer in De Morgen, Philip Brinckman, maar ik ben nog een ietsje ouder dan hij, dus kan me perfect inleven in zijn exposé, maar zie ook mijn twee stukjes over diens Commissie Beter Onderwijs (27 januari 2022 en 2 juli 2022); ja, in onderwijs hangt alles met alles samen, en historisch inzicht is, ook hier, cruciaal…;
  • de opiniebijdrage (voor abonnees) van J. De Leersnyder en O. Agirdag in De Standaard: een heel mooi stuk, maar ik vind de voorstelling van zaken als zou er een pure binariteit in de Vlaamse samenleving bestaan tussen welgestelde gezinnen en niet-welgestelde gezinnen, waarbij beide elk puur homogeen zouden zijn, quod non, (N.B. Dat men zo’n ‘makkelijke’ opdeling doet voor het puur statistische gemak begrijp ik, maar de realiteit is complexer, toch?), één, niet eerlijk en twee, wat bij die onderzoekers bij hun vergelijking met buitenlanden áltijd buiten beschouwing gelaten wordt, is de typische eigen aard zelf van de migratie in Vlaanderen in vergelijking met andere landen (wie precies is om welke redenen precies geëmigreerd naar Vlaanderen of elders en hoe precies staan de betrokkenen in die respectieve maatschappelijke contexten; ik ga eventjes provoceren nu: wat zijn de fundamentele redenen waarom niet allen met migratieachtergrond zijn zoals, ik noem maar, Fatma Taspinar en haar zus Birsen, of ja, inderdaad, minister Demir zelve? Denk er ‘s over na, beste lezer, en reageer op het onderstaande e-mailadres. Je krijgt van mij áltijd een reactie, want als ex-lerarenopleider vond ik zelf altijd individuele maar ook collectieve feedback heel belangrijk. Zovele jaren later lees ik dat vaak in actuele aanbevelingen op velerlei plaatsen: het belang van feedback… Tot gauw, oké?);
  • en vergeet en passant ook niet het schitterende stuk van oude getrouwe Marc Reynebeau (voor abonnees) in De Standaard van vandaag over Nederlands en taalpolitiek in Vlaanderen, wat mij waarachtig deed terugdenken aan de (in vakdidactisch opzicht niet bijster gelukkige) lessen van KU Leuven-professor Guido Geerts, die mij desondanks (mede ook dankzij toenmalig monitor Flora Carryn) enorm veel geleerd heeft over taalpolitiek in de Lage Landen bij de zee…; Marc (mag ik “Marc” zeggen?) mag wel niet vergeten dat Standaardnederlands niet een voor de eeuwigheid vastliggende taalvariant van het Nederlands is, maar ook zelf een dynamiek in zich draagt (net zoals in Nederland, maar daar maalt men daar minder om…), die ultiem bepaald wordt door de spraakmakende gemeenschap in dit taalgebied…, zoals ik in de jaren ’80 van vorige eeuw dankzij Geerts, Droste, de ANS (Algemeen Nederlandse Spraakkunst) et al. leerde… kennis, inderdaad, het belang ervan kan onder- noch overschat worden… P.S. Mijn moedertaal is een variant van “het” Geelse dialect (cf. het Brabantse dialectgebied).

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio