De toelatingsvoorwaarden tot het buitengewoon lager onderwijs.
Voor een inschrijving in het buitengewoon lager onderwijs moet een leerling, naast het beschikken over IAC-verslag, ook voldoen aan de leeftijdsvoorwaarden: een leerling moet zes jaar zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar
Mits aan een aantal voorwaarden voldaan is, kan een leerling ook vroeger naar het buitengewoon lager onderwijs. De leerling moet ook nog altijd beschikken over een IAC-verslag.
Een kind dat voor 1 januari van het lopende schooljaar nog geen zes jaar is geworden, kan al toegelaten worden tot het buitengewoon lager onderwijs.
We onderscheiden twee verschillende categorieën.
Leerlingen die nog geen zes jaar zijn en die het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs
Een leerling die nog niet de leeftijd van zes jaar bereikt heeft, kan enkel toegelaten worden op verzoek van de ouders of op initiatief van de school mits:
of
Bij een gunstig advies of bij een gunstige beslissing, kan de ouder er nog steeds voor opteren om zijn kind in het kleuteronderwijs te houden.
Een negatief advies of een negatieve beslissing deel je schriftelijk mee aan de ouders. In die mededeling neem je de motivatie op hoe je tot dit advies/deze beslissing bent gekomen.
Het advies door de school voor kleuteronderwijs wordt aan de ouders meegedeeld ten laatste op 30 juni van het lopende schooljaar. Indien er geen advies gegeven wordt door de klassenraad op uiterlijk 30 juni, wordt er uitgegaan van een gunstig advies voor de leerling.
De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving. Indien de leerling geen beroep kan doen op het behoud van inschrijving (gegarandeerde schoolloopbaan) is de leerling in afwachting van deze mededeling ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. Bij overschrijding van de genoemde termijn is de leerling ingeschreven of toegelaten.
Aangezien de leerling wordt ingeschreven onder ontbindende voorwaarde, kan de leerling al les volgen in het lager onderwijs tot er een beslissing is van de klassenraad lager onderwijs. Indien de leerling door de klassenraad lager onderwijs uiteindelijk toch niet zou worden toegelaten tot het lager onderwijs, wordt de inschrijving ontbonden, de dag na de beslissing van de klassenraad lager onderwijs. De ouders kunnen zich wel beroepen op de inschrijving van de leerling in de school voor kleuteronderwijs, waar de leerling ook het voorgaande schooljaar schoolliep. Deze leerling wordt verplicht in geschreven in overcapaciteit in de kleuterschool.
Leerlingen die nog geen zes jaar zijn en die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven waren in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs
Een leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs heeft een gunstige beslissing nodig van de klassenraad van de school voor lager onderwijs waar de leerling les wil volgen.
Bij een gunstige beslissing kan de ouder er nog steeds voor opteren om zijn kind in het kleuteronderwijs te houden.
De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving.
Een negatieve beslissing deel je schriftelijk mee aan de ouders. In die mededeling neem je de motivatie op hoe je tot deze beslissing bent gekomen.
In het buitengewoon onderwijs kan een leerling die zes jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar toch nog in het kleuteronderwijs toegelaten worden. Deze afwijking kan daarna nog met één schooljaar verlengd worden.
Kinderen met een verlengd verblijf in het kleuteronderwijs zijn voltijds leerplichtig.
Ouders beslissen autonoom of hun kind het tweede en/of het derde jaar van de leerplicht in het buitengewoon kleuteronderwijs blijft. De klassenraad geeft de ouders hierover voorafgaandelijk advies, zodat de ouders geïnformeerd een beslissing kunnen nemen.
Het is noodzakelijk dat de ouders toelichting krijgen bij dit advies (eventueel tijdens een gesprek met de directeur en de betrokken klastitularis). Nadat de ouders op de hoogte zijn van de voor- en nadelen en de mogelijke consequenties, nemen zij de uiteindelijke beslissing. Voor leerplichtige kinderen die nog geen kleuteronderwijs volgden, is er geen advies vereist.