De omgevingsvergunning vervangt en verenigt verschillende vergunningen:
Om te weten of je een omgevingsvergunning nodig hebt, informeer je best eerst bij de stedenbouwkundige dienst van de gemeente waar je de bouwwerken plant. Die gemeente kan strengere voorschriften hanteren dan de algemene regels die op Vlaams of Brussels niveau gelden. Ze kan zich daarvoor baseren op lokale wetgeving, zoals een Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) of een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP). Het is uiteindelijk de gemeente die de definitieve beslissing neemt. Als je werken uitvoert in het Vlaamse Gewest is de algemene regel dat je een vergunning aanvraagt.
‘Stedenbouwkundige handelingen’ is een verzamelnaam voor projecten en activiteiten die te maken met het bouwen of verbouwen van gebouwen, maar ook met allerlei activiteiten rond die gebouwen zoals bv. het plaatsen van afsluitingen. Voor het bouwen van een nieuw gebouw heb je zowel in het Vlaams als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een omgevingsvergunning nodig. Voor andere handelingen volstaat in bepaalde gevallen een melding of geldt een vrijstelling.
In Vlaanderen bepaalt de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voor welke handelingen een vergunning vereist is, voor welke een melding volstaat of welke vrijgesteld zijn. Denk er aan dat niet al die regels op een zelfde manier voor alle gemeenten gelden. Vraag daarom altijd eerst advies aan de gemeente waar je de werken plant
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staan de werken en handelingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, beschreven in het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening.
Voor de meeste bouw- en verbouwwerken, is een stedenbouwkundige vergunning vereist. Voor andere handelingen of werken hoef je geen vergunning aan te vragen of kun je een eenvoudigere procedure doorlopen. Die laatste vind je uitgebreid omschreven in een apart besluit van de Brusselse Regering.
In Vlaanderen vraag je de omgevingsvergunning aan via het digitale Omgevingsloket. Vervolgens wordt er één openbaar onderzoek en één adviesronde georganiseerd.
Als je bouw- of verbouwprojecten plant waarvoor een bouwaanvraag of een melding nodig is, dan moet je rekening houden met de energieprestatieregelgeving of EPB. Die projecten moeten verplicht aan de EPB voldoen. Alle details over de EPB-vereisten en -procedures vind je op de website van de overheid ‘Bouwen en verbouwen’.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kun je de aanvraag nog niet digitaal indienen. Als de gemeente zelf bevoegd is voor de behandeling van de aanvraag, kun je
Als het goed gelegen is op het grondgebied van twee of meerdere gemeenten, dien je de vergunningsaanvraag bij elke van die gemeenten in.
Bepaalde aanvragen moet je indienen bij de gemachtigde ambtenaar (gewest). Dat kan ook tegen afgifte of per aangetekende zending.
Als je werken uitvoer waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, dan moeten die werken voldoen aan bepaalde technische vereisten om de energie-eigenschappen van het gebouw te verbeteren. Aan het aanvraagdossier voor de stedenbouwkundige vergunning moet je dus de nodige EPB-formulieren toevoegen. Alle details over de EPB-vereisten en -procedures vind je op de website van Leefmilieu Brussel.
Voor stedenbouwkundige handelingen waar je een vergunning voor nodig hebt of die je verplicht moet melden, moet je in principe ook een architect inschakelen. Als noch een vergunning, noch een meldling verplicht zijn, is ook de tussenkomst van een architect niet verplicht. Die regel geldt zowel in het Vlaams als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De Vlaamse Regering stelt expliciet een aantal handelingen vrij van de medewerking van een architect:
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest somt de stedenbouwkundige handelingen die vrijgesteld zijn van vergunning of die een eenvoudigere procedure genieten en waarvoor dus ook geen architect nodig is op in het Besluit van Geringe omvang.
De doorlooptijd van je vergunningsaanvraag start bij de indiening van je dossier. Dat moet zowel in het Vlaams als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verschillende stappen doorlopen:
De termijnen voor de afgifte van de vergunning variëren naargelang de aard van de werken en worden bepaald door het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening (BWRO).
Als je het dossier alleen moet melden, mag je in principe de werken starten 30 dagen na de indiening van het dossier. Tenzij je uiteraard bericht ontvangt dat de werken niet kunnen gemeld worden.
Als je een vergunning hebt gekregen, wordt de beslissing gedurende 30 dagen aangeplakt op een zichtbare plaats op het bouwterrein. Meestal zorgt het gemeentebestuur voor de aanplakking. Van de vergunning mag je gebruik maken als je binnen de 35 dagen (te rekenen vanaf de dag van de aanplakking) geen melding van een beroep hebt ontvangen.
Je moet het College van burgemeester en schepenen in kennis stellen van de aanvangsdatum van de werken. Tijdens de werken moeten de vergunning en de goedgekeurde plannen aanwezig zijn op het bouwterrein.
Als je dossier geweigerd werd mag je de werken niet laten aanvatten. Je kan eventueel wel beroep aantekenen bij de deputatie van jouw provincie tegen de weigering. Dat moet dan gebeuren binnen de 30 dagen na kennisname van de beslissing.
Een vergunning vervalt als:
Wegens Corona heeft de Vlaamse Regering beslist om de geldigheidsduur van omgevingsvergunningen die zouden vervallen op een datum van 20 maart 2020 tot en met 31 december 2020 van rechtswege te verlengen met zes maanden. Die vergunningen zijn dus twee en een half jaar geldig in plaats van twee jaar.
Je mag de handelingen en werken niet onmiddellijk van start laten gaan. Je moet een bepaalde termijn respecteren. Die hangt af van de aard van de vergunning. Je plakt de vergunning in ieder geval aan op de toekomstige bouwplaats.
De gemeentelijke vergunningen zijn de vergunningen die onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen vallen. Voor die vergunningen beschikt de gemachtigd ambtenaar over een termijn van 20 dagen om na te gaan of de vergunning conform de regelgeving is. Je mag de werken pas laten starten na het verstrijken van die termijn.
Het college van burgemeester en schepenen beschikt over een termijn van 30 dagen om beroep aan te tekenen bij de regering. Je mag de werken pas laten starten na het verstrijken van die termijn.
Voor beide type vergunningen is het aan te bevelen om de werken niet te starten voor het einde van de termijn voorzien voor een eventueel beroep bij de Raad van State. Die bedraagt 60 dagen.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een stedenbouwkundige vergunning drie jaar geldig. Op vraag van de begunstigde kan de termijn verlengd worden.