Een katholieke dialoogschool is een inclusieve school die garant staat voor kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling. We gaan voor genereus ambitieus onderwijs, ook voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Dat is het werk van mensen met uiteenlopende achtergronden, allen met een groot engagement.
We laten iemand aan het woord die vanuit deze visie werk maakt van inclusief onderwijs. We spreken met Dorien Timmermans, Beleidsmedewerker Inclusie Vrij Leersteuncentrum Limburg.
Doorheen mijn jeugd en opvoeding zijn er een aantal dingen die hebben meegespeeld.
Ik heb twee broers en één van hen heeft ADHD. Ik merkte dat hij regelmatig benadeeld werd omdat zijn gedrag soms afweek van de verwachtingen van anderen. Hij werd vaak berispt voor dingen die hij zelf niet altijd in de hand had. Hij was daar ook heel erg ongelukkig door. En dat voelde voor mij fout. Ik merkte dat mijn broer heel anders benaderd en behandeld werd dan ik. Hij kreeg minder krediet als er iets fout ging of werd snel geviseerd, ook al had hij niets met de situatie te maken. Hij kreeg een stempel.
Een andere gebeurtenis die ik me herinner speelde zich af tijdens het CM-kamp in mijn zesde leerjaar. Toen kwam ik voor het eerst in aanraking met inclusie. Er was een jongen met Syndroom van Down mee op kamp. Ik zag de jongen op een handdoek zitten bij de monitoren en ben er naartoe gegaan om met hem te spelen. We bouwden een prachtig zandkasteel. Mijn vriendinnetjes vonden dit zeer raar, maar het voelde voor mij heel gewoon. Ik merkte ook hoeveel deze jongen er van genoot. Ik denk dat daar, samen met mijn ervaring thuis, het zaadje gepland is om voor inclusie te strijden. Het onrecht dat mensen ervaren, de uitsluiting, het niet mee betrokken worden… heeft me vooral getriggerd om inclusie mee op de kaart te zetten. Dit alles maakt ook dat ik het belangrijk vind om de verwachtingen van mensen met een beperking in een inclusietraject hoog te houden. Daarnaast geeft het me heel veel energie als ik deze mensen zie groeien en bloeien.
Uit mijn ervaring leer ik dat wanneer een inclusietraject samen gedragen wordt dit altijd tot een succes leidt. Met samen bedoel ik dan: met meer dan één. Je draagt samen en creëert een draagvlak. Daarnaast is ook het onvoorwaardelijke geloof dat het kan, ook al loopt het soms moeilijk, een zeer belangrijk element. Het komt altijd goed, want iedereen in het traject gelooft erin.
Verder ben ik ook van mening dat iedereen de verantwoordelijk heeft om voor elkaar te zorgen. “It takes a village to raise a child”. Leerkrachten beseffen niet hoeveel leerlingen opkijken naar hen als leraar. Ook leerlingen met een beperking doen dat. En ook naar hun medeleerlingen. De impact die je als betrokkene in het inclusietraject hebt, hoe klein ook, is eigenlijk zeer groot. De wil om die verantwoordelijkheid te nemen en een stuk te zijn in de puzzel van de leerling met beperking, is volgens mij cruciaal. Ik wil een deel zijn van die puzzel, van die “village”.
3. Welke barrières ondervind je om inclusie te realiseren op de klasvloer?
Naar mijn gevoel is een grote barrière de mindshift die de mensen maar niet gemaakt krijgen in onze maatschappij. Het onbekende van inclusie en de vastgeroeste gedachte dat enkel buitengewoon onderwijs de oplossing is. Dit zit al jaren zo in ons onderwijssysteem ingebakken.
Ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat het gewoon en buitengewoon onderwijs steeds naast elkaar geplaatst worden. Het is het ene of het andere. Het zou sterker zijn als we samen voor inclusie gaan. Kan er geen overlap tussen de twee settingen zijn? Laat beide settingen hand in hand gaan.
4. Vertel eens over jouw rol in het realiseren van inclusief onderwijs.
Ik ben beleidsmedewerker van Vrij Leersteuncentrum Limburg. Samen met mijn collega’s leerondersteuners zijn we inclusie-ambassadeurs op de scholen. Dat klinkt groot en chique, maar mijn rol bestaat er vooral in om inclusie bespreekbaar en kenbaar te maken. Samen met de scholen ga ik het proces aan, om te onderzoeken wat er kan en mogelijk is op de school. Om zo tot een gedragen inclusietraject te komen waarin iedereen samen verantwoordelijk is. En ook ouders worden gezien als een evenwaardige partner. Door kleine aanpassingen kom je soms al heel ver. Ik denk dat de kracht van mijn rol vooral zit in het stuk dat ik op verschillende scholen het gesprek aanga en daardoor ook heel wat praktijkvoorbeelden kan delen. Scholen maken op die manier elkaar sterker zonder zelf in contact te gaan met elkaar. Ik zie mezelf dus heel erg als facilitator. Ik hoop op termijn scholen nog dichter bij elkaar te brengen en te laten kijken bij en leren van elkaar.