LPD 19 De leerlingen lichten determinanten van gezondheidsgedrag en individuele en omgevingsstrategieën toe om het gezondheidsgedrag van individuen en doelgroepen te bevorderen.
In wat volgt willen we inspiratie bieden voor leerplandoel 16 aan de hand van een voorbeeld van een lessenreeks met lesdoelen.
De lessenreeks is opgebouwd uit 3 voorbeeldlessen via 5 lesdoelen, met inspiratiemateriaal bij de werkvormen.
We baseerden ons hiervoor op inspiratie van het Vlaams Instituut Gezond Leven.
De lesssenreeks is gebaseerd op 'Lessen met effect'. Achtergrondinformatie over 'Lessen met effect' vind je hier.
We bundelden deze lessen ook in een inspiratiefiche die je onderaan de webpagina kan downloaden.
LPD 19 De leerlingen lichten determinanten van gezondheidsgedrag en individuele en omgevingsstrategieën toe om het gezondheidsgedrag van individuen en doelgroepen te bevorderen. Les 1:
lesdoel Les 2:
lesoelenLes 3: Lesdoelen
Lesdoel:
De leerlingen lichten determinanten van gezondheidsgedrag toe.
In het leerplan Maatschappij en welzijn D/A in de tweede graad werd dit lesdoel reeds gerealiseerd via het leerplandoel: “de leerlingen lichten de determinanten van gezondheidsgedrag toe”. Het leerplandoel van de tweede graad komt dus opnieuw aan bod, maar wordt verruimd in de derde graad.
In deze les duiden we opnieuw de determinanten van gezondheidsgedrag. We zetten in de middenfase in op een uitgebreide herhalingsopdracht als werkvorm om zo de voorkennis van de leerlingen op te halen en gelijktijdig de betekenis van de determinanten opnieuw goed te duiden zodat leerlingen deze kunnen toelichten.
Verschillend factoren beïnvloeden ons gezond/ongezond gedrag.
In deze beginfase van de les kan je leerlingen drempels en stimulansen voor een gezonde levensstijl laten verkennen. Mogelijkheden:
Hierna kan je de verschillende drempels en stimulansen voor gezond gedrag samenbrengen om zo klassikaal te komen tot factoren die gezondheid beïnvloeden (= determinanten van het gezondheidsgedrag) en het gedragswiel dat dit in kaart brengt.
Je kadert dit in het grotere geheel (zicht op en inzicht in deze risico en positieve factoren om gezondheid te kunnen beïnvloeden). Hierna kan je het lesdoel helder formuleren aan de leerlingen.
De leerlingen beschikken reeds over de basiskennis met betrekking tot de determinanten van gezond gedrag. In deze les kan je aan de slag met een herhalingsopdracht als werkvorm om zo de voorkennis van de leerlingen op te halen en gelijktijdig de betekenis van de determinanten opnieuw goed te duiden. De leerlingen kunnen de 3 categorieën en deelcategorieën toelichten. In wat volgt, zie je een voorbeeld van een herhalingsles.
Opdracht deel 1: 3 categorieën van het gedragswiel: competenties, drijfveren en context.
De leerlingen zitten in groepjes van 4.
Je voorziet voor de leerlingen een placemat met daarop het gedragswiel.
Je voorziet rode kaartjes met daarop de omschrijving van deze 3 categorieën.
De leerlingen plaatsen de omschrijvingen bij de juiste categorieën op het gedragswiel.
Je bespreekt klassikaal de 3 categorieën.
Als verwerkingsopdrachtje kan je hier vragen dat elke leerling een kaartje terugneemt en aan zijn/haar buur vraagt om de categorie opnieuw toe te lichten. De anderen van de groep mogen aanvullen als hulplijn indien nodig. De kaartjes worden opnieuw op het wiel gelegd.
Opdracht deel 2: de verschillende subcategorieën binnen de 3 categorieën
Je voorziet ook groene kaartjes met daarop voorbeelden van de verfijningen binnen elke categorie (subcategorieën). De leerlingen plaatsen de kaartjes bij de juiste gedragsdeterminant en bespreken met elkaar waarom het bij de betreffende categorie hoort.
Voorbeelden: (je vindt deze en meer voorbeelden terug op de site van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven in de bundel: overzicht-gedragsdeterminanten-update-2020.pdf)
Je bespreekt de antwoorden en het wiel met de leerlingen klassikaal of geeft hen eerste een oplossingssleutel.
Je kan de les afsluiten met individuele check of de leerling de inhoud begrepen heeft.
Je kan de les afsluiten met de kadering van het lesdoel in het grotere geheel. Je verwijst naar het belang van het bevorderen van gezondheidsgedrag bij betreffende doelgroepen (bv. bij kinderen, zorgvragers, enz., eventueel afhankelijk van de studierichting). Je benoemt dat er ook strategieën zijn waarop we kunnen inzetten om dit gedrag te bevorderen en verwijst hierbij naar volgende les.
Lesdoelen
Voorkennis ophalen via aanklamping eindfase vorige les:
Je kan de les starten met het tonen van de antwoorden uit de Padlet van de vorige les. De leerlingen zitten in groepjes van 3. Elke leerling krijgt de opdracht om uit de Padlet binnen een aangeduide categorie 1 voorbeeld te kiezen dat hij/zij goed vindt. Daarna vertellen ze het voorbeeld binnen het groepje. Op die manier komt van elke categorie 1 voorbeeld aan bod.
Vervolgens kan je het filmpje “Het Gedragswiel in een notendop” tonen.
Het helpt om de brug te leggen van de determinanten naar de strategieën. Je duidt het feit dat er heel wat strategieën bestaan om het gezondheidsgedrag te bevorderen bij individuen en doelgroepen.
Je duidt wat men verstaat onder strategieën die men kan inzetten om gezondheidsproblemen te voorkomen, wat gedragsveranderingsstrategieën inhouden en wat preventie betekent (definitie/omschrijving).
Je duidt dat er zowel individuele als omgevingsstrategieën zijn.
Via een verbindingsopdracht kan je leerlingen verschillende strategieën laten verkennen.
Op de site van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven vind je heel wat strategieën om gezond gedrag te bevorderen. Algemeen vind je 4 categorieën terug: regels en afspraken, omgevingsinterventies, educatie & sensibilisering en zorg en begeleiding. Hierbinnen vind je nog meer verschillende strategieën onderverdeeld. Voorbeelden en uitgewerkte omschrijvingen hiervan zijn: modelling, sensibiliseren, educatie, facilitatie, nudging, regels en afspraken, framing, enz.
Idee: verbindingsopdracht
Je zet de leerlingen in groepjes van 4. Ze krijgen 14 kaarten om te verdelen (7 kaarten met strategieën en 7 kaarten met de uitleg van telkens 1 strategie. De kaarten worden niet getoond aan elkaar).
Je bespreekt de verschillende strategieën klassikaal.
Je bespreekt ook waarom elke strategie gezond gedrag kan bevorderen.
Je kan de volgorde van de werkvormen ook omdraaien. Je start met de duiding van de strategieën en je laat de verbindingsopdracht als verwerkingsopdracht toepassen.
Tijdens deze werkvorm kan je (zonder uitleg) bij elke tafel een kommetje met druifjes of kersttomaatjes zetten. Je past op deze manier nudging toe (een strategie om gezond gedrag te bevorderen).
Je benoemt het feit dat de leerlingen tijdens de opdracht een kommetje met druifjes of kersttomaatjes kregen, laat de leerlingen hierover reflecteren:
Lesdoelen
Je kan terug starten met het ophalen van voorkennis aan de hand van de kaartjes met de duiding van de strategieën van vorige les:
Je kan ook bevragen naar eigen voorbeelden:
Je ontwerpt je lokaal in de vorm van een soort ‘marktje’ met op verschillende tafels een aantal concrete voorbeelden van strategieën die worden uitgestald.
Lesdoel 1
Je maakt groepjes van 2 tot 3 leerlingen, elke leerling krijgt een invulblad waarmee hij/zij kan beslissen welk voorbeeld bij welke strategie zou kunnen horen en hoe dit het gezondheidsgedrag kan bevorderen.
Voorbeelden die je kan uitstallen kunnen zowel echte materialen (bv. een fitbit), foto’s, uitgeprinte tekstjes met duiding, krantenkoppen, enz. zijn.
Voorbeelden: zie bijlage
Je bespreekt samen met de leerlingen de antwoorden en de motivering van het antwoord (sommige voorbeelden kunnen voorbeelden van meerdere strategieën zijn, belang van de verduidelijking van je antwoord).
Lesdoel 2
Je verwijst terug naar de duiding van strategieën als individuele en omgevingsstrategieën.
Je overloopt de verschillende voorbeelden opnieuw en focust vanuit de vraag:
Je kan hierbij de leerlingen zich in de ruimte laten verplaatsen. Rechts betekent: gericht op het gedrag van individu, link gericht op het aanpassen van de omgeving, in het midden indien beiden kunnen.
Je bevraagt de motivering van de keuze aan enkele leerlingen die rechts en links staan en bespreekt samen het goede antwoord.
Als afsluiting zou je leerlingen kunnen laten reflecteren over een mogelijke strategie die gezondheidsgedrag zou bevorderen bij een bepaalde doelgroep, bv. uit het BK of op hun school, in hun buurt, op hun stageplaats, enz.
Op een flap noteren ze verschillende strategieën.
(Deze ideeën kunnen ook verdere een aanzet zijn voor het opstellen van een onderzoeksvraag vanuit het leerplandoel met betrekking tot het doorlopen van een onderzoekscyclus.