De leerlingen lichten hun eigen verantwoordelijkheid binnen de democratische rechtsstaat toe.
Dit leerplandoel is verbonden met burgerschapsvorming. Door burgerschap een historisch perspectief te geven, krijgt het thema meer diepgang en ontstaat er ruimte om hedendaagse ideeën kritisch te benaderen. Anders riskeert burgerschap een zeer functionele of moreel superieure invulling te krijgen. Ten tweede komen in de lessen van de eerste graad vaak onderwerpen aan bod die de mogelijkheid bieden om thema’s uit de sfeer van burgerschap een plaats te geven.
Er is bovendien een link tussen wetenschap en democratie: net zoals in een democratie drijft wetenschap op het principe dat iedereen een inbreng kan doen, zijn er afspraken over hoe dat gebeurt (denk aan het onderbouwen van argumenten met verwijzing naar bronnen en literatuur) en welke controlemechanismen er zijn en vormen de principes van woord en wederwoord een essentieel onderdeel.
Tot slot groeit in het actuele tijdsgewricht het besef dat de democratie kwetsbaar is en onder vuur komt te liggen en dat het noodzakelijk is om de leerlingen de eigenheid van de democratie te leren kennen, zij het met een voldoende kritische en gecontextualiseerde blik.
In dit doel ligt de focus op de vraag wat het betekent om vandaag burger te zijn en wat dat betekende in de bestudeerde periodes.
Dit leerplandoel is gebaseerd op een eindterm uit de sleutelcompetentie burgerschap.
Het hedendaags perspectief omvat zowel de eigen leefwereld (denk aan de school) als de (politieke) actualiteit. Wat dat laatste betreft kan je verschillende niveaus onderscheiden, bijvoorbeeld het land, of de gemeente of Europa.
Je kan een koppeling maken met de kennis van het historisch referentiekader (zie de sleutelbegrippen in het leerplandoel 7. Zo kan sociale rechtvaardigheid geconfronteerd worden met het begrip ‘patriarchale samenleving’: was er in zo’n systeem een vorm van sociale rechtvaardigheid?
Het begrip ‘democratie’ is niet eenduidig. Denk maar aan het verschil tussen een directe en indirecte democratie, landen die zich als een ‘volksdemocratie’ benoemen en de uitspraak dat België ‘twee democratieën’ kent. Enkele van die finesses kunnen al via de leerstof in de eerste graad een plaats krijgen of kunnen dienstdoen als extra uitdaging of stof voor differentiatie.
Het is opletten voor verheerlijking van het democratische politieke systeem. Kritisch zijn betekent ook de hedendaagse democratie tegen het licht houden en oog hebben voor alternatieve invullingen. Hou dit zeker in het achterhoofd wanneer je kant en klaar lesmateriaal gebruikt. Soms wordt daarin op weinig historische wijze geïdealiseerd, krijgt de geschiedenis een heel teleologische opbouw naar de (Westerse) democratie en wordt deze als norm gehanteerd waarbij niet-democratische gebieden ‘achter’ lopen.
Veel leraren haken dit onderwerp vast aan verkiezingen. Dan loont het zeker de moeite om het educatief materiaal van het Vlaams Parlement te bekijken. De site bevat onder meer een politiek woordenboek en gratis te downloaden lesmateriaal.
Je kan volgende tabel gebruiken om de concepten uit de afbakening meer tastbaar te maken.
Je kan de leerlingen laten starten met een brainstorm: welke rechten en plichten hebben de vrouwen vandaag, is er sprake van gelijkheid, ...