Domeinoverschrijdend
Domeingebonden
Dubbele finaliteit
LPD K1 De leerlingen contextualiseren een historische bron in het licht van een historische vraag. / /
De leerlingen hebben al eerder de historische context gezien en kunnen die weer oproepen als ze geconfronteerd worden met een historische bron.
Contextualiseren is het in beeld brengen van de geografische, politieke, historische en culturele context van een gebeurtenis en het begrijpen van documenten in die context. Het gaat ruimer dan situeren in tijd en ruimte. Het gaat ook over de maatschappelijke context, het doelpubliek, standplaatsgebondenheid van de auteur…
Je gebruikt altijd historische kennis om te contextualiseren, maar je moet hier gericht keuzes maken. Wat heb je nodig om goed te kunnen contextualiseren?
Contextualiseren vertrekt van een historische vraag en omvat onder meer het verbinden van een historische bron met structuren en opvattingen uit de betreffende tijd.
De leerlingen hebben eerder al de historische context gezien en kunnen die weer oproepen als ze worden geconfronteerd met een historische bron. Uiteraard gebruik je altijd historische kennis om te contextualiseren. Maar je moet wel gericht keuzes maken. Je moet beslissen wat je nodig hebt om goed te kunnen contextualiseren.