Krachtlijn 3 - Leerplandoel 11

De leerlingen beoordelen de bruikbaarheid van historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Wie het antwoord op een historische vraag zoekt, gaat op zoek naar geschikte bronnen. Dat betekent een selectie maken uit een heel breed aanbod. Het is niet de bedoeling dat leerlingen zelf bronnen opzoeken (de heuristiek), maar wel in een aangeboden set van bronnen de bruikbare bronnen kunnen selecteren. Zo leren ze doelgericht informatie verwerken, een eigenschap die ook buiten het vak geschiedenis heel nuttig is. Tevens leren ze zo zien dat er een verschil bestaat tussen bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Een bron hoeft niet betrouwbaar te zijn om bruikbaar te zijn.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen passen criteria toe die hen toelaten om te beslissen welke historische bronnen ze kunnen gebruiken om een historische vraag te beantwoorden:

  • De bron bevat expliciet informatie die toelaat om de historische vraag te beantwoorden. 
  • De bron zou informatie kunnen bevatten over het bestudeerde onderwerp, maar ‘zwijgt’, bewust of onbewust. Een dergelijke bron lijkt op het eerste zicht dus weinig bruikbaar, maar die stilte kan betekenisvol zijn. Wie bijvoorbeeld onderzoek doet naar de maatschappelijke positie van schoenmakers in het Oude Athene zal van hen weinig sporen terugvinden in geschreven bronnen. Die zijn vooral producten van een geletterde elite waardoor de stem van schoenmakers zal ontbreken. De elitaire bronnen zijn dus bruikbaar, want in hun stilzwijgen zeggen ze iets over de maatschappelijke positie van schoenmakers. In dit voorbeeld is het stilzwijgen veeleer onbewust. Het stilzwijgen kan ook bewust zijn. De Romeinse damnatio memoriae is een bekend voorbeeld. 

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

De bruikbaarheid van een bron hangt altijd samen met de historische vraag die je stelt. Bruikbaarheid is dus geen inherente eigenschap van een bron.

Bruikbaarheid heeft niets te maken met de bekendheid of de waarde van een bron. Een potscherf is bij wijze even bruikbaar als het dodenmasker van Toetanchamon. Het is de historische vraag die bepaalt welke bronnen in beeld komen en welke niet.

De bruikbaarheid van een bron staat ook los van de betrouwbaarheid van een bron. Een uiterst onbetrouwbare bron - denk aan politieke propaganda voor een Romeinse keizer – kan je perfect gebruiken in een onderzoek naar politieke communicatie ten tijde van het Keizerrijk, alleen zal je – zoals altijd – kritisch met de informatie moeten omgaan.

Je kan het concept bruikbaarheid aanbrengen via het eerste criterium: een bruikbare bron geeft expliciete informatie over het bestudeerde thema. Eens de leerlingen dat criterium beet hebben, kan je het tweede criterium aanbrengen. 
Het tweede criterium voor bruikbaarheid (de bron ‘zwijgt’ terwijl ze iets zou kunnen zeggen) vraagt meer inzicht van leerlingen. Je kan hen op weg helpen met een goede toelichting bij de bron.

Leerlingen moeten niet zelf bronnen opsporen en verzamelen. Voor deze doelstelling gaan ze aan de slag met een set van bronnen die ze voorgeschoteld krijgen.

Je hoeft niet bij elke bronnenanalyse het aspect bruikbaarheid te betrekken. Je kan leerlingen onmiddellijk met bruikbare bronnen laten werken. Aan het eind van de graad moeten de leerlingen wel de doelstelling kunnen halen.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Leer leerlingen in het eerste jaar kennismaken met dit concept vanuit de eigen leefwereld. Laat leerlingen een persoonlijk voorwerp meebrengen dat iets over de leerling zelf vertelt. In een volgende les kunnen de voorwerpen in groep op tafel gelegd worden. Dan vertel je dat ze zich het volgende moeten inbeelden: een historicus stelt zich in 2100 de vraag op welke manier jongeren zich tijdens het eerste kwart van de 21ste eeuw ontspanden. Welke van deze bronnen leveren voor de historicus bruikbare informatie aan?

Je kan de criteria voor bruikbaarheid aanbrengen met een analysepad.

Bied verschillende bronnen aan de leerlingen aan. In functie van een historische vraag kiezen de leerlingen of er bruikbare informatie van de bron kan afgeleid worden. Je kan er ook voor kiezen om meerdere historische vragen te geven. Dit verhoogt het discussiekarakter: leerlingen zullen merken dat bronnen voor verschillende vragen bruikbaar kunnen zijn. Je kan deze oefening doen met volledige bronnen of met enkel een beschrijving van een bron (zoals in het voorbeeld hieronder). In dat geval maken leerlingen een inschatting op basis van de beschikbare informatie en is er ruimte voor hypothese. Dan zal de aangehaalde argumentatie belangrijk zijn.

De leerlingen krijgen naast een set bronnen ook een reeks vragen: 

  • evenveel vragen als bronnen: leerlingen verbinden de juiste bron met de juiste vraag 
  • méér vragen dan bronnen: leerlingen koppelen de juiste bron aan de juiste vraag 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio