Krachtlijn 2 - Leerplandoel 8

De leerlingen lichten verbanden toe tussen de maatschappelijke domeinen voor samenlevingen uit de prehistorie, het oude nabije oosten en de klassieke oudheid.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Het referentiekader en de onderliggende categorieën bieden de leerlingen een houvast om historische informatie te verwerken. Het zijn echter hulpmiddelen om een complexe historische realiteit te vatten, een realiteit waarin historische fenomenen met elkaar verweven zijn. Deze doelstelling laat leerlingen die dynamiek in kaart brengen zodat de maatschappelijke domeinen geen hokjes of statische informatie worden.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen kunnen bij het bestuderen van historische samenlevingen aangeven hoe de verschillende maatschappelijke domeinen elkaar beïnvloeden, hoe ontwikkelingen binnen een maatschappelijk domein verlopen of hoe (f)actoren binnen een maatschappelijk domein op elkaar inhaken (bijvoorbeeld filosofie, kunst en religie binnen het culturele domein).

Aandachtspunten?

sla link op in klembord

Kopieer

Een verband leggen hangt nauw samen met het begrippenkader:

  • oorzaak-gevolg en continuïteit en verandering
  • evolutie en revolutie
  • gelijktijdigheid en ongelijktijdigheid

Het leerplandoel verwijst bewust niet naar geziene samenlevingen of periodes. Je kan dit dus ook aanbrengen met een actueel voorbeeld.

Soms ontstaat er discussie onder welk maatschappelijk domein historische informatie valt. Dat kan een perfecte opstap zijn naar het inzicht dat in deze doelstelling centraal staat.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan een tekstfragment afdrukken met extra interlinie zodat de leerlingen passages kunnen onderstrepen of markeren en aangeven welke domeinen aan bod komen. Dat is al een belangrijke eerste stap om vervolgens de verbanden te analyseren. De interlinie is belangrijk omdat sommige begrippen meerdere kleuren of codes kunnen krijgen. De antwoorden van de leerlingen bij zo'n oefening zullen verschillen. Dat is net de bedoeling want deze inschatting is verre van eenduidig. Je kan die vaststelling gebruiken om de leerlingen te wijzen op het belang van perspectieven en argumenten. Merk op dat leerlingen hier nog geen verbanden moeten leggen. Ze merken wel dat de domeinen samenhangen.

Je kan leerlingen expliciet laten nadenken over de verbanden via ondersteunende schema’s.Vele van die schema’s kan je rechtstreeks invoegen in je tekstverwerker. 
 
Het schema kan het verband in kaart brengen zonder het te benoemen. Je kan met het onderstaande schema spelen: je kan de gebeurtenis bovenaan zetten, je kan domeinen benoemen of openlaten, gebeurtenissen benoemen of openlaten, gebeurtenissen vervangen door personen, objecten etc.

De volgende schema’s integreren meerdere of alle domeinen. Sommige laten ook toe om een verband binnen een domein toe te voegen (eerste kolom van het eerste voorbeeld).

Andere schema’s integreren ook de verbanden, bijvoorbeeld oorzaak en gevolg.

Je kan bovenstaande oefening ook maken door de begrippen af te drukken op kaartjes en die te lamineren. Leerlingen kunnen dan met pijlen de kaartjes verbinden. Leerlingen kunnen met whiteboardstiften labelen het maatschappelijk domein aanduiden.  

Je kan begrippen afdrukken op zeshoeken. Je geeft de leerlingen een set begrippen en vraagt die met elkaar in verbinding te brengen. De zeshoeken bieden veel mogelijkheden om verbindingen te maken. Je kan deze oefening gemakkelijker of moeilijker maken door meer of minder informatie te geven. Zo kan je werken met kleuren per maatschappelijk domein, of zeshoeken met de namen van de maatschappelijke domeinen. De leerlingen leggen een combinatie en moeten dan toelichten waarom ze de gekozen begrippen aan elkaar gelegd hebben.  

  • Mogelijke begrippen: Germanen – handel – limes – Rijn – latifundia – keizer – Rome – legioenen – muntschat – Kelten 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio