Inspirerend voorbeeld bij het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden.” in de studierichting Onthaal en recreatie (LPD 10)

Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.

Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Deze verheldert de volgende elementen:

  • de beginsituatie over de studierichtingen heen;
  • de eigenheid van het ontwerpproces;
  • de keuze van een probleem of uitdaging;
  • het geïntegreerd aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie;
  • algemene suggesties voor een didactische aanpak.

Het is zinvol om met je collega’s in overleg te gaan over de wijze waarop leerinhouden van wiskunde, techniek en natuurwetenschappen aan bod zijn gekomen en hoe samenwerking tussen de vakken kan verlopen.

Situatieschets en probleemstelling

sla link op in klembord

Kopieer

  • Je bent actief als campingmedewerker. Elke morgen zie je hoe vele gasten met de auto naar de bakker rijden die enkele km verderop gelegen is. Je gaat op zoek naar een oplossing om al dat heen en weer gerij sterk te verminderen. Dat in het kader van ecologische motieven en als extra service vanop de camping. Wat zijn de mogelijkheden?

  • Criteria:
    • de oplossing moet ecologisch verantwoord zijn.
    • het aanbod moet in redelijke mate voldoen aan de wensen van de kampeerders.
    • de kosten mogen niet groter zijn dan de opbrengst. (behalve in opstartfase) 
        

  • Je kan de situatieschets verder stofferen in functie van andere leerdoelen die je wil betrekken of om een leerlijn uit te werken door de derde graad heen. Je kan daarbij een keuze maken om meer informatie te geven bij het begin van de derde graad zodat de leerlingen zich ook beter kunnen inleven in de concrete situatie. Naargelang de graad vordert, kan je meer uitdagingen toevoegen, informatie voorzien die je niet op voorhand deelt, maar waarnaar ze moeten vragen.

Betrokken leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

Centrale leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.

  • III-OnRe-a LPD 10 De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of een uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden binnen de context van onthaal of recreatie.

  • I-II-III-GFL LPD 10 De leerlingen genereren creatieve ideeën om een probleem op te lossen en bespreken de uitvoerbaarheid ervan aan de hand van criteria.

Flankerende of optionele leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen beschrijven kennis en vaardigheden die relevant kunnen zijn om de ontwerpopdracht uit te voeren. Een gerichte selectie uit deze doelen kan geheel of gedeeltelijk, vooraf of gelijktijdig aan bod komen bij de realisatie van de opdracht in de klaspraktijk.

Het is belangrijk dat de probleemstelling aansluiting kan vinden bij de beginsituatie van de leerlingen. Als leraar zal je dus moeten inschatten wat de beginsituatie van de leerlingen is en bepaalde leerplandoelen nog eens moeten toelichten zodat je tot een kwaliteitsvol ontwerp komt.

  • III-OnRe-a LPD 2 De leerlingen handelen economisch en duurzaam.

  • III-OnRe-a LPD 8 De leerlingen registreren activiteiten en diensten van de organisatie en rapporteren erover.

  • III-OnRe-a LPD 14 De leerlingen geven bezoekers organisatiegebonden informatie via diverse kanalen.

In functie van het aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie:

  • III-Wis-a LPD 2 De leerlingen voeren met functioneel gebruik van ICT eenvoudige berekeningen uit met gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen in betekenisvolle contexten.

  • III-Wis-a LPD 4 De leerlingen interpreteren grafieken, tabellen, diagrammen en (woord)formules in betekenisvolle contexten.

  • III-Mavo-a LPD 20 De leerlingen verklaren fenomenen of toepassingen uit het dagelijkse leven aan de hand van snelheid, kracht, hefboom, druk, zichtbaar licht, straling of elektriciteit.

  • II-Mavo-a LPD 14 De leerlingen brengen informatie uit product- of materiaallabels in verband met bewust gebruik op vlak van gezondheid en leefmilieu.

  • II-MaVo-a LPD 17 De leerlingen gebruiken de concepten rendement, vermogen en warmte om energieomzettingen in systemen te beschrijven. (duurzaam energieverbruik)

Een oplossing ontwerpen

sla link op in klembord

Kopieer

De situatie verkennen

sla link op in klembord

Kopieer

De kans is groot dat leerlingen snel en oplossingsgericht aan de slag gaan. Dat is niet verkeerd, maar kan ertoe leiden dat bepaalde oplossingen onvoldoende toereikend of zelfs helemaal niet passend zijn. Je stimuleert de leerlingen om gegevens te verzamelen via observatie of gerichte vraagstelling. Daarbij kan je volgende vragen omzetten naar de casus die je voor ogen hebt:

  • Wat is de precieze context waarin het probleem of uitdaging zich stelt? Wat is de persoonlijke situatie en/of context?

  • Welke elementen beïnvloeden het probleem? Welke informatie heb je nog nodig om een goed beeld te krijgen? Kan je dit linken aan de werkplekken?

  • Is een kosten-batenanalyse noodzakelijk?

  • Krijg je het probleem voldoende helder geformuleerd?

Bij het uitwerken van een opdracht voor de leerlingen houd je rekening met wat de leerlingen al geleerd hebben, zowel binnen de specifieke vakken als de STEM-component.

De leerlingen zijn al vertrouwd met het concept ‘camping’. Ze leerden al communiceren met klanten en hoe een betaling/reservatiesysteem werkt.

In de tweede graad werkten ze ook al rond datzelfde doel: ontwerpen van een oplossing.

Analyse van het probleem

sla link op in klembord

Kopieer

Afhankelijk van de casus komen meer of minder aspecten aan bod. Zo kan je bepaalde mogelijkheden niet analyseren of extra uitdagingen toevoegen.

Voorbeelden van reflectievragen:

  • Hoe groot is het probleem?

  • Hoe groot is de vraag vanuit de bezoekers? Verschil weekdag weekend? HS LS?

  • Wat is de huidige milieu impact?

  • Kan er dagelijks brood aangeboden worden op de camping?

  • Wat is er nodig om brood aan te bieden op de camping?

  • Kunnen we (zelf) zorgen voor een milieuvriendelijker vervoer? Hoe dit aanbevelen?

  • Is er extra infrastructuur nodig? Zo ja, wat en waar?

  • Is er extra inzet van personeel nodig?

  • Hoe communiceren naar de gasten?

  • Extra uitdaging: Vanaf hoeveel gasten kan dit rendabel worden? Prijsbepaling?

  • Extra uitdaging: voorzien we een reservatiesysteem? Hoe? Betaling vooraf?

Welk doel heb je voor ogen?

sla link op in klembord

Kopieer

Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. In sommige situaties zal dat meteen helder zijn maar bij bepaalde casussen ga je toch nadenken over de kwaliteit van je oplossing. Misschien is het probleem ook wel gelinkt aan enkele andere elementen die ook een oplossing vragen.

  • Je laat de leerlingen de wensen van de gasten navragen (communicatie, eventueel meertalig)

  • Je kan de leerlingen research laten doen of zelf diverse mogelijkheden aanreiken, lettend op de nodige tijdsinvestering.

  • Je kan de casus complexer maken naarmate de graad vordert door extra behoeften toe te voegen (bv. de nodige aanpassingen in de onthaalruimte meenemen, de mogelijkheid om een betaal/reserveringssysteem mee te nemen).

  • Je kan er een kosten/baten-analyse aan toevoegen. (Wis)

  • Je focust extra op duurzaamheid. (Wet-MaV)

Mogelijk resultaat

sla link op in klembord

Kopieer

  • Een voorstel dat verschillende mogelijkheden vergelijkt

  • Een voorstel vanuit bestaande voorbeelden

  • Eén volledig uitgewerkt voorstel op basis van een vergelijkende analyse

  • Een plan van aanpak

  • Een checklist met aandachtspunten

Oplossen via het integreren van wiskunde, wetenschappen of technologie

sla link op in klembord

Kopieer

Uitgaande van de geformuleerde probleemstelling kan wiskunde, wetenschappen of technologie in de oplossing worden geïntegreerd.

Je kan in dit voorbeeld wetenschappen (MaVo) integreren bij het zoeken naar oplossingen:

  • Energieverbruik/energieverspilling

  • Duurzaamheid van middelen en materialen: gecertificeerde duurzaamheidslabels (wat/waarom/welke zijn hier van toepassing?)

Je kan in dit voorbeeld wiskunde integreren bij het zoeken naar oplossingen:

  • Grafiek of tabel om de benodigde hoeveelheden aan te duiden

  • Berekenen van de hoeveelheden benodigde materialen

  • Kostprijsberekening (kwaliteit/kwantiteit/duurzaamheid)

Je kan in dit voorbeeld technologie integreren bij het zoeken naar oplossingen:

  • Een oven voorzien: welke bakprocessen zijn nodig, hoe groot moet de oven zijn, moeten er meerder ovens zijn? Welke labels kiezen we?

  • Zijn de elektriciteitsvoorzieningen daarvoor aangepast?

  • Als voor fietsen gekozen wordt: welke?

Implementatie in het lesgebeuren

sla link op in klembord

Kopieer

De nadruk ligt op het proces van het ontwerpen van een oplossing. Volgende onderliggende elementen zijn hierbij belangrijk:

  • verkennen, verhelderen en analyseren van probleem;

  • criteria;

  • inventarisatie mogelijke (deel)oplossingen;

  • mogelijke ontwerpen van oplossingen en argumentatie adhv modellen, stappenplan, schema’s, schetsen, tekeningen, bronnen …; Uit de verschillende oplossingen kunnen de beste elementen samengevoegd worden;

  • reflectie en evaluatie van het ontwerpproces.

Afhankelijk van de beschikbare tijd kan je het probleem opsplitsen in deelproblemen. Dat biedt kansen om deeloplossingen onderling af te stemmen wat het samenwerkend leren bevordert.

Je kan verschillende werkvormen hanteren door leerlingen individueel dan wel in groepjes te laten reflecteren over de gestelde vragen. De groepen kunnen vertrekken vanuit dezelfde basiscasus, maar tijdens het proces verschillende antwoorden of contexten aangeboden krijgen. Op die wijze kan je, rekening houdend met de groepssamenstelling, diversifiëren en een aantal leerlingen gaan uitdagen.

Op verschillende momenten in het proces is het goed om tussentijdse feedback te geven. Je kan nagaan op welke wijze de leerlingen de verschillende stappen door het proces inventariseren of illustreren. Bv. Hebben de leerlingen de context voldoende verkend? Wat is het exacte probleem? Welke informatie hebben ze verzameld? Hebben ze relevante vragen gesteld of observaties gedaan? Hebben ze hun notities op een bruikbare manier bijgehouden? Hoe verloopt het groepsproces? Werken ze naar een haalbare oplossing?

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?