Inspirerend voorbeeld bij het leerplandoel “De leerlingen werken passende oplossingen uit voor problemen binnen het eigen takenpakket door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” in de studierichting Decor en etalage (LPD 2)

Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.

Inleiding

sla link op in klembord

Kopieer

Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Die verheldert de volgende elementen:

  •  de beginsituatie over de studierichtingen heen; 
  •  de eigenheid van het ontwerpproces; 
  •  de keuze van een probleem of uitdaging; 
  •  het geïntegreerd aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie; 
  •  algemene suggesties voor een didactische aanpak. 

Opdracht en probleemstelling

sla link op in klembord

Kopieer

Situatieschets

sla link op in klembord

Kopieer

Een lokale, kleinschalige boekenwinkel vraagt jullie hulp. Ze willen hun etalage vernieuwen om de verkoop van een specifiek jeugdboek te promoten. Het thema van het boek is "avontuur in het bos". De winkel heeft een beperkt budget en wil dat de etalage duurzaam is, met zoveel mogelijk herbruikbare of gerecycleerde materialen. De etalage moet zowel overdag als 's avonds aantrekkelijk zijn en moet minstens een maand kunnen blijven staan.

Deze situatieschets kan verder worden uitgebreid om de complexiteit te verhogen:

  • Het budget is zeer strikt, wat een kosten-batenanalyse noodzakelijk maakt.
  • De etalage is klein en ondiep, wat creatieve oplossingen voor dieptewerking vraagt.
  • Er moet een specifiek grafisch element (bv. een poster) ontworpen en geïntegreerd worden.
  • De winkel vraagt om een interactief element dat voorbijgangers prikkelt.

Mogelijke problemen of uitdagingen

sla link op in klembord

Kopieer

Bij een eerste analyse van de situatieschets kunnen volgende problemen of uitdagingen naar voren komen:

  •  Budgetbeperkingen: Hoe kan er een aantrekkelijke en duurzame etalage gemaakt worden met beperkte financiële middelen? 
  •  Ruimtelijke beperkingen: De etalage is klein en ondiep. Hoe kan er toch dieptewerking en beleving gecreëerd worden? 
  •  Duurzaamheid: Welke materialen zijn ecologisch verantwoord én voldoende stevig om minstens een maand te blijven staan? 
  •  Verlichting: Hoe zorg je voor een aantrekkelijke presentatie overdag én ’s avonds, met energiezuinige lampen en zonder verblinding? 
  •  Technische uitvoering: Hoe kunnen elementen stevig gefixeerd worden zonder dat dit zichtbaar of storend is? 
  •  Interactief element: Hoe kan er op een creatieve en veilige manier een interactief element geïntegreerd worden dat voorbijgangers prikkelt? 
  •  Combinatie met grafisch element: Hoe wordt de poster of het grafisch element geïntegreerd zonder dat dit de compositie verstoort? 
  •  Weerstand van materialen: Welke risico’s zijn er als materialen verkleuren, vervormen of beschadigd raken gedurende de maand dat de etalage blijft staan? 
  •  Planning: Hoe kan de opbouw van de etalage zo georganiseerd worden dat dit de werking van de winkel niet verstoort? 

Leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

Centrale leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.

Leerplandoel II-DeEt-a

  • II-DeEt-a LPD 2 De leerlingen werken passende oplossingen uit voor problemen binnen het eigen takenpakket door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden.

In relatie tot het Gemeenschappelijk funderend leerplan I-II-III-GFL

  • I-II-III-GFL LPD 10 De leerlingen genereren creatieve ideeën om een probleem op te lossen en bespreken de uitvoerbaarheid ervan aan de hand van criteria.

Flankerende of optionele leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen beschrijven kennis en vaardigheden die relevant kunnen zijn om de ontwerpopdracht uit te voeren. Een gerichte selectie uit deze doelen kan geheel of gedeeltelijk, vooraf of gelijktijdig aan bod komen bij de realisatie van de opdracht in de klaspraktijk.

Het is belangrijk dat de probleemstelling aansluiting kan vinden bij de beginsituatie van de leerlingen. Als leraar zal je dus moeten inschatten wat de beginsituatie van de leerlingen is en bepaalde leerplandoelen nog eens moeten toelichten zodat je tot een kwaliteitsvol ontwerp komt.

In functie van het geïntegreerd aanwenden van wiskunde, wetenschappen:

  •  II-Wis-a LPD 2: Eenvoudige berekeningen uitvoeren met procenten en verhoudingen (bv. budgettering, berekenen van papierhoeveelheid, mengen van PMS-kleuren) 
  •  II-Wis-a LPD 4: Het verband leggen tussen een 3D-situatie en 2D-voorstellingen (bv. een grondplan of schets van de etalage maken) 
  •  II-MaVo-a LPD 14: Informatie uit productlabels (bv. van verf, lijm) in verband brengen met duurzaamheid en leefmilieu. 

In functie van integratie van technologie en het specifieke van de studierichting:

  •  II-DeEt-a LPD 3: Visuele waarneming voorstellen via een grove schets of tekening. 
  •  II-DeEt-a LPD 4: Basiskennis kleurstudie toepassen (bv. sfeerscheppend kleurgebruik). 
  •  II-DeEt-a LPD 6: 2D- en 3D-compositiemogelijkheden toepassen. 
  •  II-DeEt-a LPD 7: Ruimtelijke figuren omzetten van een 3D-model naar 2D en omgekeerd (bv. voor het maken van decorstukken). 
  •  II-DeEt-a LPD 11: De lay-out bepalen aan de hand van voorstudies en trends. 
  •  LPD 16: De gewenste decor- en etalagevereisten detecteren rekening houdend met de doelgroep. 
  •  II-DeEt-a LPD 17: Een eenvoudig werkplan uitvoeren. 
  •  II-DeEt-a LPD 18: Fixeertechnieken gebruiken om producten te presenteren. 
  •  II-DeEt-a LPD 19: Het effect van belichting onderzoeken. 
  •  II-DeEt-a LPD 20: Een visualisatie uitwerken volgens een creatief concept. 

Een oplossing ontwerpen

sla link op in klembord

Kopieer

De situatie verkennen

sla link op in klembord

Kopieer

De kans is groot dat leerlingen snel en oplossingsgericht aan de slag gaan. Dat is niet verkeerd, maar kan ertoe leiden dat bepaalde oplossingen onvoldoende toereikend of zelfs helemaal niet passend zijn. Je stimuleert de leerlingen om gegevens te verzamelen via observatie of gerichte vraagstelling. Daarbij kan je volgende vragen omzetten naar de casus die je voor ogen hebt:

  •  Doelgroep en boodschap: Wie is de doelgroep van het boek en dus ook van de etalage (kinderen, ouders)? Welke sfeer moet de etalage uitstralen? 
  •  Ruimtelijke analyse: Wat zijn de afmetingen van de etalage? Is het een open, halfopen of gesloten etalage? Waar komt het meeste licht vandaan? 
  •  Materiaalkeuze (Technologie & Wetenschappen): Welke materialen passen bij het "bos"-thema? Welke materialen zijn duurzaam en herbruikbaar? Wat zijn de eigenschappen van deze materialen (gewicht, stevigheid, kleurvastheid)? 
  •  Compositie en techniek (Technologie): Hoe creëren we diepte? Welke compositieregels (bv. driehoekscompositie) kunnen we toepassen? Welke fixeertechnieken (bv. nylondraad, spelden) zijn nodig om alles stevig te plaatsen? 
  •  Verlichting (Wetenschappen/Technologie): Hoe kunnen we het boek of specifieke elementen uitlichten met accentlicht? Welk type lampen gebruiken we om de juiste sfeer te creëren en toch energiezuinig te zijn? 
  •  Planning en budget (Wiskunde): Hoe maken we een eenvoudig werkplan? Hoeveel materiaal hebben we nodig? Hoe berekenen we de totale kostprijs om binnen het budget te blijven? 
  • ...

Welke doel heb je voor ogen?

sla link op in klembord

Kopieer

Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. In sommige situaties zal dat meteen helder zijn, maar bij deze casus is het belangrijk om ook stil te staan bij de kwaliteit van de oplossing. Misschien gaat het niet alleen om het inrichten van een aantrekkelijke etalage rond het boek “avontuur in het bos”. De uitdaging kan breder zijn: hoe zorg je ervoor dat de etalage ook duurzaam is, binnen het budget blijft en zowel overdag als ’s avonds de juiste sfeer uitstraalt? Misschien hangt de opdracht ook samen met andere elementen, zoals de herkenbaarheid van de winkel in de straat of de mate waarin voorbijgangers effectief geprikkeld worden om binnen te stappen. Een creatieve compositie, slimme materiaalkeuze of een interactief element kan de oplossing extra waarde geven.

Je kan de leerlingen hierbij de volgende vragen stellen:

  •  Zijn er andere problemen gekoppeld aan de uitdaging die voorligt (bv. beperkte ruimte, duurzaamheid, lange standtijd)? 
  •  Waaraan moet een eventuele oplossing voldoen om geslaagd te zijn (bv. aantrekkelijk, stevig, budgetvriendelijk, energiezuinig verlicht)? 
  •  Welke bijkomende kwaliteiten kunnen de oplossing versterken (bv. interactief element, herkenbaarheid van de winkel, opvallende sfeer overdag én ’s avonds)? 
  • ...

Oplossen via het integreren van wiskunde, wetenschappen of technologie

sla link op in klembord

Kopieer

Uitgaande van de geformuleerde probleemstelling kan wiskunde, wetenschappen of technologie in de oplossing worden geïntegreerd.

Hoewel de studierichting Decor en etalage vooral focust op vormgeving en presentatie, kan je de uitdaging verrijken door wetenschappelijke en technologische inzichten te koppelen aan creatieve keuzes:

  •  Wetenschappen: Hoe beïnvloedt lichtkleur de sfeer in de etalage? Welke materialen zijn kleurvast of bestand tegen zonlicht? Hoe gedragen lichte versus zware materialen zich bij langdurig gebruik? 
  •  Technologie: Welke fixeertechnieken (nylondraad, spelden, frames) zorgen voor stevigheid en veiligheid? Welke lampen zijn geschikt om accenten te leggen zonder te veel energie te verbruiken? Hoe kan een interactief element technisch veilig en duurzaam worden uitgevoerd? 
  •  Wiskunde: Hoe bereken je de benodigde hoeveelheid materiaal? Hoe maak je een eenvoudige kostenraming en zorg je dat je binnen het budget blijft? Hoe zet je 3D-ideeën om in 2D-schetsen of een grondplan om de compositie te plannen? 

In deze probleemstelling kan je ook technologie concreet betrekken en focussen op vakbegrippen zoals stabiliteit, balans, lichtintensiteit en energierendement, die een rol spelen bij de opbouw van een etalage:

  •  Hoe kan de constructie stabiel blijven in een smalle of ondiepe ruimte? 
  •  Hoe kan je de intensiteit en richting van het licht meten en aanpassen zodat het boek centraal in beeld komt? 
  •  Hoe kan software (bv. voor 3D-visualisatie) helpen bij het testen van kleuren, composities en lichtinvallen? 

Niet elke mogelijke oplossing is even haalbaar of wenselijk. Vanuit de aard van het probleem kan je de werking van de verschillende keuzes nader onderzoeken:

  •  Duurzame materialen zijn ecologisch verantwoord, maar soms duurder of moeilijker te verwerken. Hoe maak je een goede afweging? 
  •  LED-verlichting is energiezuinig, maar geeft een ander soort licht dan halogeen. Hoe beïnvloedt dat de sfeer? 
  •  Interactieve elementen trekken de aandacht, maar kunnen extra onderhoud vragen. Hoe hou je dit praktisch haalbaar voor de winkelier? 
  • ...

Implementeren in het lesgebeuren

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan verschillende werkvormen hanteren door leerlingen individueel dan wel in groepjes te laten reflecteren over de gestelde vragen. Het probleem kan worden opgesplitst in verschillende deelproblemen (bv. verlichting, materiaalkeuze, compositie, interactief element, budgettering) en deze kunnen toegewezen worden aan verschillende leerlingengroepen. Zo ontstaat een verdeling van verantwoordelijkheden die samenwerking stimuleert en het probleem vanuit meerdere invalshoeken benadert.

Belangrijk is dat leerlingen in de tweede graad nog volop begeleid worden in dit proces. Hun mate van autonomie is doorgaans beperkt: ze hebben nood aan duidelijke kaders, gerichte vragen en ondersteuning bij het analyseren van de opdracht, het formuleren van ontwerpcriteria en het maken van keuzes. De leraar speelt hierbij een actieve rol als procesbegeleider, inhoudelijke coach en organisator.

Leerlingen hebben vaak nog moeite om abstracte problemen te vertalen naar concrete oplossingen. Daarom is het aangewezen om hen te ondersteunen met visuele hulpmiddelen (zoals schetsen, moodboards, plattegronden), voorbeeldvragen, en werkfiches die het ontwerpproces stapsgewijs structureren. Ook het begeleiden van groepswerk vraagt aandacht: leerlingen moeten geholpen worden bij het verdelen van taken, het geven en ontvangen van feedback, en het reflecteren op hun samenwerking.

Overleg met collega’s van wiskunde, wetenschappen en techniek is sterk aanbevolen. Door vakoverschrijdend samen te werken, kunnen leerlingen beter ondersteund worden in het integreren van STEM-inzichten in hun ontwerp. Een multidisciplinaire aanpak verhoogt niet alleen de inhoudelijke kwaliteit van het project, maar versterkt ook het inzicht van leerlingen in hoe verschillende vakgebieden samenkomen in een realistische ontwerpopdracht.

We schetsen hieronder een mogelijk lesverloop en handvatten om het ontwerpproces te begeleiden.

Fase 1: Probleemverkenning en analyse

Je begeleidt door:

  •  het probleem helder te kaderen: beperkte ruimte, duurzaam materiaalgebruik, budget, verlichting, doelgroep;
  •  gerichte vragen te stellen: Wat wil de winkel bereiken? Wie moet aangesproken worden? Wat zijn de beperkingen?  
  •  leerlingen te stimuleren tot observatie en analyse: via foto’s, plattegronden of een bezoek aan de winkel; 
  •  gebruik van een analysefiche of checklist om gegevens systematisch te verzamelen. 

Fase 2: Ideeën genereren en conceptontwikkeling

Je begeleidt door:

  •  brainstormsessies te faciliteren met technieken zoals mindmapping of moodboards. 
  •  leerlingen te laten werken met ontwerpcriteria: aantrekkelijk, stevig, duurzaam, budgetvriendelijk, interactief;
  •  STEM-inzichten te integreren: 
    • wiskunde: kostenraming, materiaalberekening;
    • wetenschappen: lichtwerking, materiaalweerstand;
    • technologie: fixeertechnieken, verlichting, interactieve elementen;
  •  feedbackmomenten te organiseren waarin leerlingen hun ideeën presenteren en peer-feedback krijgen. 

Fase 3: Prototype en uitvoering

Je begeleidt door:

  •  te werken met een werkfiche of stappenplan waarin leerlingen hun proces documenteren; 
  •  groepswerk actief te begeleiden: rollen verdelen, samenwerking stimuleren, conflicten oplossen; 
  •  technische ondersteuning te bieden bij materiaalkeuze, fixatie, verlichting; 
  •  creatieve keuzes te koppelen aan technische haalbaarheid: Is dit stevig genoeg? Past dit binnen het budget? 

Fase 4: Reflectie en evaluatie

Je begeleidt door:

  •  leerlingen een portfolio of logboek te laten bijhouden met foto’s, schetsen en reflecties; 
  •  presentatiemomenten te organiseren voor klasgenoten, collega’s of de winkelier; 
  •  evaluatiecriteria te hanteren die zowel creativiteit als technische uitvoering beoordelen; 
  •  terug te koppelen naar de oorspronkelijke ontwerpcriteria: In hoeverre voldoet de oplossing aan de eisen? 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?