Inspirerend voorbeeld bij het leerplandoel “De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden.” in de studierichting Zorg en welzijn (LPD 36)

Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.

Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Deze verheldert de volgende elementen:

  • de beginsituatie over de studierichtingen heen;
  • de eigenheid van het ontwerpproces;
  • de keuze van een probleem of uitdaging;
  • het geïntegreerd aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie;
  • algemene suggesties voor een didactische aanpak.

Het is zinvol om met je collega’s in overleg te gaan over de wijze waarop leerinhouden van wiskunde, techniek en natuurwetenschappen aan bod zijn gekomen en hoe samenwerking tussen de vakken kan verlopen.

Opdracht en probleemstelling

sla link op in klembord

Kopieer

Beginsituatie

sla link op in klembord

Kopieer

Om vanuit dit voorbeeld met LPD 36 aan de slag te gaan, wordt er verondersteld dat leerlingen in de loop van het schooljaar onderstaande leerinhouden verworven hebben:

  • De leerlingen leerden preventieve principes voor ziekte en gezondheidsbevordering toepassen.
  • Het spijsverteringsstelsel is behandeld.
  • De leerlingen leerden boodschappen doen en bereiden maaltijden in een gezinscontext.
  • De leerlingen leerden observeren en rapporteren.

Situatieschets

sla link op in klembord

Kopieer

In jouw gezin houdt men niet van stilzitten en zaterdag staat er een daguitstap gepland. Papa, mama, je zusje van 2,5 en je broer van 10 jaar gaan graag mee. Dat wordt weer spelen! De bomma is niet altijd meer goed te been maar ze is toch ook altijd te vinden voor een dagje uit. Het wordt mooi weer en de temperaturen kunnen oplopen tot 30°C. Het weer nodigt niet uit om binnen iets te gaan eten en met de kleinere kinderen is dat toch maar een gedoe. Je kiest ervoor om een picknick mee te nemen.

  • Je kan de situatieschets verder stofferen in functie van andere leerdoelen die je wil betrekken of om een leerlijn uit te werken door de tweede graad heen. Je kan daarbij een keuze maken om meer informatie te geven bij het begin van de tweede graad zodat de leerlingen zich ook beter kunnen inleven in de concrete situatie. Naargelang de graad vordert, kan je informatie voorzien die je niet op voorhand deelt, maar waarnaar ze moeten vragen als om zelf een zicht te krijgen op de situatie.
  • Je kan de casus complexer maken of kiezen voor andere doelgroepen en/of contexten:
    • Het kleine zusje heeft een allergie of een voedselintolerantie;
    • Papa en mama hebben een budget in het achterhoofd waarbinnen ze moeten blijven;
    • Twee dagen voor het vertrekt, blijkt dat tante Melanie, die vegetariër is, ook nog graag meegaat. Ze neemt haar tweeling van 6 jaar mee;

Mogelijke problemen of uitdagingen

sla link op in klembord

Kopieer

  • De leerlingen kunnen een menu samenstellen en nagaan hoeveel boodschappen er moeten gedaan worden.
  • Het wordt warm: hoe kan voeding en drank optimaal worden meegenomen voor de daguitstap?
  • Vrijdagavond is er geen tijd om iets voor te bereiden? Wanneer mag ik alles klaarmaken om zonder risico’s de kinderen eten te geven?
  • Is de aanpak anders bij een groep volwassenen of wanneer een ouder iemand betrokken is?
  • Op welke manier kan handhygiëne worden bewaakt als de kinderen na een leuke tocht en een zwempartijtje gaan eten?

Betrokken leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

Centrale leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.

  • II-ZoWe-a LPD 36 De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of een uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden in de context van zorg en welzijn.
  • I-II-III-GFL LPD 10 De leerlingen genereren creatieve ideeën om een probleem op te lossen en bespreken de uitvoerbaarheid ervan aan de hand van criteria.

In functie van het aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie:

  • II-Wis-a LPD 1 De leerlingen lossen vanuit betekenisvolle contexten problemen op door wiskundige concepten en vaardigheden in te zetten.
  • II-Wis-a LPD 2 De leerlingen voeren met functioneel gebruik van ICT eenvoudige berekeningen uit met gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen in betekenisvolle contexten.
  • II-Mavo-a LPD 12 De leerlingen leggen de negatieve rol uit van virussen, bacteriën en schimmels in de natuur en in toepassingen voor de mens.
  • II-Mavo-a LPD 14 De leerlingen brengen informatie uit product- of materiaallabels in verband met bewust gebruik op vlak van gezondheid en leefmilieu.
    • Herkomst en duurzaamheid van stoffen.
    • Voedingsbestanddelen.
    • Dosis en concentratie van stoffen in relatie tot gebruik.

In functie van verdere integratie in het specifieke deel:

  • II-ZoWe-a LPD 6 De leerlingen werken samen in team en hanteren sociale en communicatieve vaardigheden.
  • II-ZoWe LPD 20 De leerlingen informeren bij kinderen en volwassenen naar wensen en behoeften rekening houdend met het aanbod van zorg-, hulp- en dienstverlening.
  • II-ZoWe-a LPD 21 De leerlingen doen boodschappen in functie van gezonde en evenwichtige maaltijden en volgen de voorraad op.
  • II-ZoWe-a LPD 22 De leerlingen bereiden evenwichtige en gezonde maaltijden binnen een gezinscontext.
  • II-ZoWe-a LPD 23 De leerlingen serveren voeding en drank rekening houdend met presentatie en eetgewoonten.
  • II-ZoWe-a LPD 30 De leerlingen observeren en rapporteren doelgericht het gedrag van kinderen en volwassenen.

Ontwerpen van een oplossing

sla link op in klembord

Kopieer

De situatie verkennen

sla link op in klembord

Kopieer

De kans is groot dat leerlingen snel en oplossingsgericht aan de slag gaan. Dat is niet verkeerd, maar kan ertoe leiden dat bepaalde oplossingen onvoldoende toereikend of zelfs helemaal niet passend zijn. Je stimuleert de leerlingen om gegevens te verzamelen via observatie of gerichte vraagstelling. Daarbij kan je volgende vragen omzetten naar de casus die je voor ogen hebt:

  • Wat is de precieze context waarin het probleem of uitdaging zich stelt? Wat is de persoonlijke situatie en/of context?
  • Welke elementen beïnvloeden het probleem? Welke informatie heb je nog nodig om een goed beeld te krijgen?
  • Is er regelgeving waarmee de leerlingen moeten rekening houden? Behoort het geven van een oplossing wel tot het eigen domein of is doorverwijzing noodzakelijk?
  • Is een kosten-batenanalyse noodzakelijk?
  • Krijg je het probleem voldoende helder geformuleerd?

Welk doel heb je voor ogen?

sla link op in klembord

Kopieer

Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. In sommige situaties zal dat meteen helder zijn maar bij bepaalde casussen ga je toch nadenken over de kwaliteit van je oplossing. Misschien is het probleem ook wel gelinkt aan enkele andere elementen die ook een oplossing vragen. Zo kan het zijn dat je weet hebt van enkele kinderen waarbij het thuis financieel moeilijk gaat, die nogal kieskeurig zijn in wat ze eten …

  • Zijn er andere problemen gekoppeld aan de uitdaging die voorligt?
  • Waaraan moet een eventuele oplossing voldoen om geslaagd te zijn?

Oplossen via het integreren van wiskunde, wetenschappen of technologie

sla link op in klembord

Kopieer

Uitgaande van de geformuleerde probleemstelling kan wiskunde, wetenschappen of technologie in de oplossing worden geïntegreerd.

Je kan in dit voorbeeld wetenschappen integreren bij het zoeken naar oplossingen:

  • Je kan bij dit voorbeeld de processen van voedselbederf en de rol van micro-organismen betrekken. Welke elementen maken dat voedsel en drank aan kwaliteit inboeten of zelfs onbruikbaar worden? Welke veel voorkomende bacteriën kunnen daarbij betrokken zijn? Wat doen ze juist en welke gevaar kunnen ze betekenen?
  • Je kan in je opdracht vragen dat leerlingen ook zelf een deeltje moeten bereiden waardoor je ook een aantal bijkomende maatregelen in de keuken kan laten ontdekken. Zo kan je laten onderzoeken hoe ver op voorhand de leerlingen de bereidingen mogen klaar maken om zaterdag alles nog kwaliteitsvol mee te nemen.
  • Je kan bij dit leerplandoel aandacht besteden aan de correcte bewaring van voeding (voedselveiligheid) in de huishoudelijke context. De bewaartijden, temperatuur en verpakkingsmaterialen spelen hierin een belangrijke rol. Welke bewaringstechnieken vertragen het proces van voedselbederf of smaakvermindering ten gevolge van micro-organismen: drogen, roken, pasteuriseren, steriliseren, doorstralen, opleggen in zuur, suiker, alcohol of zout. Je gaat daarbij uit van hoe producten reeds behandeld zijn bij aankoop en wat je zelf nog kan doen om voedselbederf te voorkomen.
  • Je kan onderzoeken welke verpakkingsmogelijkheden er zijn en hoe lang ze bruikbaar zijn. Daarbij kan je de verpakking zelf onder de loep nemen, maar ook nagaan hoe koelboxen of -tassen vers houden. Op welke manier kan je dat processen versterken (koelelementen)? Hoe werken de materialen waaruit de boxen of tassen bestaan en wat is in functie van de casus de beste toepassing?
  • Je kan bij dit doel hygiënemaatregelen aan bod laten komen zoals handen wassen voor het eten, ontsmetten en gedragsregels bij niezen en hoesten, bij begroeten, bij zwemmen. Wat is optimaal én haalbaar in functie van de voorziene activiteit om micro-organismen te bestrijden?
  • In de uitbouw van je casus kan je variëren van een daguitstap tijdens het schooljaar naar een trektocht tijdens een kamp waarbij de keuken in andere omstandigheden toch de nodige maatregelen moet nemen om veilig met voedsel en drank om te gaan.

Je kan in dit voorbeeld wiskunde integreren bij het zoeken naar oplossingen:

  • Je kan de leerlingen laten zoeken naar de samenstelling van een gezonde maaltijd en laten uitrekenen hoeveel ze van alle producten voor de hele groep moeten hebben. Zorg dat je naast een product per persoon ook zorgt voor producten die gedeeld moeten worden en waarbij de leerling dus zal moeten berekenen hoeveel stuks noodzakelijk zijn.
  • Je kan een budget meegeven waarbinnen de leerlingen moeten blijven of ze toelating geven om 15% boven hun budget te gaan als dat noodzakelijk is. Je kan de leerlingen ook opdracht geven om te berekenen welk bedrag ze aan producten effectief hebben verbruikt en de kostprijs per deelnemer laten berekenen.
  • Het gezin, de bomma en tante Melanie betalen elk hun deel van de kosten van de picknick maar de bomma is zo blij dat ze nog eens met de hele familie mee kan gaan dat ze besluit om al het drinken te betalen als traktatie.

Implementeren in het lesgebeuren

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan verschillende werkvormen hanteren door leerlingen individueel dan wel in groepjes te laten reflecteren over de gestelde vragen. De groepen kunnen vertrekken vanuit dezelfde basiscasus, maar tijdens het proces verschillende antwoorden of contexten aangeboden krijgen. Op die wijze kan je, rekening houdend met de groepssamenstelling, diversifiëren en een aantal leerlingen gaan uitdagen.

Je kan nagaan op welke wijze de leerlingen de verschillende stappen door het proces inventariseren of illustreren via een portfolio, een fotomontage, een andere vorm van visualisatie …

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?