Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.
Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Deze verheldert de volgende elementen:
Het is zinvol om met je collega’s in overleg te gaan over de wijze waarop leerinhouden van Wiskunde, Techniek en Natuurwetenschappen aan bod zijn gekomen en hoe samenwerking tussen de vakken kan verlopen.
De keukenchef geeft je de opdracht om een dagschotel samen te stellen met de beschikbare ingrediënten (zie lijst grondstoffen). Je beschikt over de volledige uitrusting van de schoolkeuken. Het gerecht moet je zelfstandig kunnen bereiden en doorgeven voor maximaal 20 leerlingen (leeftijd 12 jaar, er zijn geen allergenen of specifieke wensen). Bovendien mag de maximale grondstoffenkost van 5,50 euro niet overschreden worden.
De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.
Het is belangrijk dat de probleemstelling aansluiting kan vinden bij de beginsituatie van de leerlingen. Om de nadruk op het ontwerpen te leggen vertrek je van een zekere voorkennis en vaardigheden.
Als leraar zal je dus moeten inschatten wat de beginsituatie van de leerlingen is en bepaalde leerplandoelen nog eens moeten toelichten zodat je tot een kwaliteitsvol ontwerp komt.
In functie van integratie van technologie en het specifieke deel van de studierichting Keuken:
In functie van het geïntegreerd aanwenden van wetenschappen en wiskunde:
De leerlingen schatten op basis van een grondplan van de keuken met aanduiding van de toestellen in wat een efficiënte workflow is om de bereiding uit te voeren.
De leerlingen selecteren grondstoffen op basis van de productinformatie.
De leerlingen berekenen de grondstoffenkost door eenheidsprijs te vermenigvuldigen met hoeveelheid, samen te tellen, te delen door aantal cts …
De leerlingen ronden bij bovenstaande berekeningen de getallen zinvol af.
In functie van het realiseren van het Gemeenschappelijk funderend leerplan:
De leerlingen gebruiken de aangeleverde informatie kritisch, zoeken bijkomende informatie.
De nadruk ligt op het proces van het ontwerpen van een oplossing. Volgende onderliggende elementen zijn hierbij belangrijk:
Afhankelijk van de beschikbare tijd kan je het probleem opsplitsen in deelproblemen. Dat biedt kansen om deeloplossingen onderling af te stemmen wat het samenwerkend leren bevordert.
Je kan op het einde van elke fase de leerlingen hun bevindingen laten toelichten zodat ze mekaar inspireren. Door medeleerlingen kritische vragen te laten formuleren, mekaar feedback te geven, keuzes te laten argumenteren benadruk je het belang van het onderzoekend leren.
In een eerste fase introduceer je de uitdaging en stel je de opdracht voor als een realistische uitdaging. Vermeld ik ook de verwachte output (zie 4.2 Welk doel heb je voor ogen?).
Je stimuleert de leerlingen om de uitdaging te verkennen. Door reflectievragen verplicht je de leerlingen het probleem of de uitdaging van verschillende perspectieven (zie hierboven) te bekijken en eventueel bijkomende vragen te noteren. Je kan door bijkomende info te geven (bv. bereidingstijd per gerecht) leerlingen sturen zodat ze meer gericht te werk gaan.
Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. In de situatieschets wordt verwacht dat de leerling een gerecht samenstelt. Je kan denken aan volgende mogelijke outputvormen:
Daarnaast kan je een aantal criteria bij de flankerende leerplandoelen opnemen (zonder deze de bovenhand te laten innemen):
Je kan de evaluatie nog krachtiger maken door de leerlingen te betrekken bij het bepalen van de criteria en in de loop van het proces deze criteria te laten omschrijven en verfijnen.