Inspirerend voorbeeld bij het leerplandoel “De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of een uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” in de studierichting Organisatie en logistiek (LPD 31)

Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.

Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Die verheldert de volgende elementen:

  • de beginsituatie over de studierichtingen heen;

  • de eigenheid van het ontwerpproces;

  • keuze van een probleem of uitdaging;

  • geïntegreerd aanwenden van wiskunde, wetenschappen of technologie;

  • algemene suggesties voor een didactische aanpak.

Het is zinvol om met je collega’s in overleg te gaan over de wijze waarop leerinhouden van Wiskunde en Natuurwetenschappen aan bod zijn gekomen en hoe samenwerking tussen de vakken kan verlopen.

Opdracht en probleemstelling

sla link op in klembord

Kopieer

De school beschikt over een leegstaande polyvalente ruimte van ongeveer 80 m². Ze vragen aan jou, leerling van de studierichting Organisatie en logistiek om die ruimte om te toveren tot een aantrekkelijke, goed georganiseerde pop-upwinkel van tweedehands speelgoed waarvoor je een (virtueel) assortiment samenstelt.

Afhankelijk van de beschikbare tijd kan je het probleem opsplitsen in deelproblemen. Zo kan je leerlingen met een uitgesproken interesse voor logistiek laten focussen op de winkelindeling en de daarvoor benodigde opslagmiddelen. Leerlingen met een sterke commerciële feeling richten zich tot het samenstellen van het virtueel assortiment. Dat biedt kansen om deeloplossingen onderling af te stemmen wat het samenwerkend leren bevordert.

Relevante criteria voor de oplossing

Voor het deelprobleem m.b.t. het virtueel assortiment:

  • Variatie, bv. binnen- én buitenspeelgoed

  • Doelgroep: speelgoed voor peuters (0-3 jaar), kleuters (4-6 jaar), kinderen (7-12 jaar)

  • Duurzaamheid: het speelgoed is in goede staat

  • Veiligheid: speelgoed moet voldoen aan veiligheidsnormen (geen scherpe randen, kleine onderdelen voor jonge kinderen vermijden)

  • Didactische waarde: bv. puzzels die logisch denken stimuleren, spellen die samenwerking bevorderen.

Voor het deelprobleem m.b.t. de winkelinrichting:

  • Indeling:
    • logische indeling: zones per leeftijdscategorie of type speelgoed, promotiehoek; 
    • onderscheid tussen verkoop-, operationele en kassaruimte. 

  • Aantrekkelijke presentatie: attentiewaarde, artikelverwantschap, kleurgebruik, thema, duidelijke signalisatie.

  • Routing: doordacht winkelplan, de klant wordt langs zoveel mogelijk producten geleid.

  • Gebruik van software (bv. SketchUp©) voor een visualisatie in 3D.

De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.

Leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

Centrale leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.

Het leerplan Organisatie en logistiek

  • II-OrLo-a LPD 31 De leerlingen ontwerpen een oplossing voor een probleem of een uitdaging in de context van onthaal, verkoop of logistiek door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden.

In relatie tot het Gemeenschappelijk funderend leerplan I-II-III-GFL

  • I-II-III-GFL LPD 10 De leerlingen genereren creatieve ideeën om een probleem op te lossen en bespreken de uitvoerbaarheid ervan aan de hand van criteria.

Flankerende of optionele leerplandoelen

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende leerplandoelen beschrijven kennis en vaardigheden die relevant kunnen zijn om de ontwerpopdracht uit te voeren. Een gerichte selectie uit deze doelen kan geheel of gedeeltelijk, vooraf of gelijktijdig aan bod komen bij de realisatie van de opdracht in de klaspraktijk.

Het is belangrijk dat de probleemstelling aansluiting kan vinden bij de beginsituatie van de leerlingen. Als leraar zal je dus moeten inschatten wat de beginsituatie van de leerlingen is en bepaalde leerplandoelen nog eens moeten toelichten zodat je tot een kwaliteitsvol ontwerp komt.

In functie van het geïntegreerd aanwenden van wetenschappen, wiskunde:

  • II-Wis-a LPD 2 De leerlingen voeren met functioneel gebruik van ICT eenvoudige berekeningen uit met gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen in betekenisvolle contexten.

  • II-Wis-a LPD 4 De leerlingen leggen het verband tussen een 3D-situatie en 2D-voorstellingen ervan in betekenisvolle contexten.

  • II-Wis-a LPD K1 De leerlingen schetsen een eenvoudige 2D-voorstelling van een 3D-situatie.

  • II-MaVo-a LPD 14 De leerlingen brengen informatie uit product- of materiaallabels in verband met bewust gebruik op vlak van gezondheid en leefmilieu.
    • Herkomst en duurzaamheid van stoffen
    • Voedingsbestanddelen
    • Dosis en concentratie van stoffen in relatie tot gebruik.  

  • II-MaVo-a LPD 18 De leerlingen verklaren fenomenen of toepassingen uit het dagelijkse leven aan de hand van snelheid, kracht, hefboom, druk, zichtbaar licht, straling of elektriciteit

In functie van integratie van technologie en het specifieke van de studierichting Organisatie en logistiek:

  • II-Orlo-a LPD 16 De leerlingen verwerken informatie met een rekenblad.

  • II-Orlo-a LPD 18+ De leerlingen situeren branches, winkelvormen en functies in de retailsector.

  • II-Orlo-a LPD 20 De leerlingen informeren de klant over een product rekening houdend met producteigenschappen, productkwaliteit, verpakking, doelgroep, assortiment, prijs en duurzaamheid.

  • II-Orlo-a LPD 21 De leerlingen passen presentatietechnieken in functie van productbeleving toe rekening houdend met artikelverwantschap en attentiewaarde.

  • II-Orlo-a LPD 30 De leerlingen maken goederen opslagklaar en slaan ze op de juiste locatie veilig op.
    • Opslagmiddelen en stapelmethodes 

  • II-Orlo-a LPD K2 De leerlingen lichten het verband tussen winkelindeling, routing en winkelbeleving toe op basis van het grondplan van een winkel.

Een oplossing ontwerpen

sla link op in klembord

Kopieer

De situatie verkennen

sla link op in klembord

Kopieer

De kans is groot dat leerlingen snel en oplossingsgericht aan de slag gaan. Dat is niet verkeerd, maar kan ertoe leiden dat bepaalde oplossingen onvoldoende toereikend of zelfs helemaal niet passend zijn. Je stimuleert de leerlingen om gegevens te verzamelen bv. via observatie of (online) onderzoek. Een virtueel assortiment samenstellen betekent dat ze niet echt speelgoed hoeven te verzamelen, maar dat ze een realistische en gevarieerde lijst opstellen en deze inpassen in een praktische winkelopstelling.

Je kan leerlingen in eerste instantie laten nadenken over informatie die ze nodig hebben om zicht te krijgen op criteria waaraan de oplossing moet voldoen). In een volgende fase kan je leerlingen ondersteunen bij het genereren van ideeën en het beredeneerd maken van keuzes.

Voorbeelden van vragen die je kan opwerpen:

  • wat zijn de exacte afmetingen van de ruimte en deur- en raamopeningen?

  • welke soorten speelgoed bestaan er?

  • wat is populair of nuttig (bv. educatief speelgoed, gezelschapsspellen, buitenspeelgoed)?

  • via welke kanalen kan je tweedehands speelgoed aankopen of gratis speelgoed vinden?

  • hoe kan het speelgoed logisch gegroepeerd worden in de winkelruimte?

  • welke zones zijn er nodig, bv. verkoop-, operationele en kassaoppervlakte?

  • hoeveel ruimte nemen de verschillende zones in?

  • hoe moeten klanten zich bewegen in de winkelruimte in functie van een optimale winkelbeleving?

Welk doel heb je voor ogen?

sla link op in klembord

Kopieer

Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. Je kan denken aan:

  • een plan van aanpak;

  • een grondplan (digitaal of analoog);

  • een maquette;

  • een presentatie of collage.

Oplossen via het integreren van wiskunde, wetenschappen of technologie

sla link op in klembord

Kopieer

Mogelijke aanknopingspunten voor wetenschappen (MAVO) en wiskunde:

sla link op in klembord

Kopieer

Wetenschappen

  • Aandacht voor ecologische en sociale duurzaamheid van materialen zoals hout, kunststoffen (plastic), bv. MSC, FSC, PEFC

  • Druk op een goed: gelijkmatige verdeling van speelgoed op legplanken of tafels

  • Zichtbaar licht: hoe richt je de winkel in opdat het speelgoed goed zichtbaar is? Wat is het effect van natuurlijk licht versus kunstlicht op een artikelpresentatie? Hoe kan je gewenste sfeer creëren aan de hand van verlichting?

  • Elektriciteit: wat heb je nodig om de winkel te verlichten? Hoe verbind je de betrokken elektrische toestellen op een veilige manier met het elektrisch verdeelnet? Wat zijn de risico’s van overbelasting?

Wiskunde

  • Inventariseren van het productassortiment: hoeveel stuks zijn er per categorie? Wat is de (mathematische) verhouding tussen de verschillende productcategorieën?

  • Oppervlakteberekening: hoeveel m² is nodig voor een bepaalde zone?

  • Gebruik van een rekenblad om een inventarislijst op te stellen (met inbegrip van productinformatie) en berekeningen te maken.

  • Ontwerpen van een 2D-plattegrond van de winkelruimte.

  • Op basis van het werken met schaal: inschatten hoeveel ruimte rekken, tafels en speelgoed innemen en hoe de inrichting er in het echt uitziet (3D).

Mogelijke aanknopingspunten voor technologie en het specifieke van de studierichting

sla link op in klembord

Kopieer

  • Onderzoek naar tijdelijke winkelvormen en branches: wat is een pop-up winkel en waarin verschilt die van een vaste winkel? Tot welke branche behoort (tweedehands) speelgoed? Welke functies zou de pop-up winkel kunnen vervullen?

  • Nadenken over productinformatie, bv. de staat van het tweedehands speelgoed (nieuw, compleet, weinig gebruikt …), producteigenschappen, duurzaamheid, doelgroep … in functie van klantgerichte communicatie.

  • Artikelpresentaties: per soort, leeftijd (doelgroep) … met aandacht voor kleur, thema’s, eyecatchers.

  • Opslagmiddelen en stapelmethodes: dozen, rekken, bakken en hoe speelgoedartikelen veilig stapelen.

  • Ontwerpen van een grondplan met aandacht voor routing (hoe beweegt de klant zich door de winkel), winkelbeleving (speelhoek, rustige zones …) en comfort.

  • Ontwerpen van een 3D-visualisatie met behulp van software (SketchUp©).

Begeleiding van het ontwerpproces

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan verschillende werkvormen hanteren door leerlingen individueel dan wel in groepjes te laten reflecteren over de gestelde vragen. Je kan het probleem opsplitsen in verschillende deelproblemen en deze toewijzen aan meerderen leerlingengroepen.

We schetsen hieronder een mogelijk lesverloop en handvatten om het ontwerpproces te begeleiden.

In een eerste fase introduceer je de uitdaging en stel je de opdracht voor als een realistische uitdaging. Je stimuleert de leerlingen om de uitdaging te verkennen: aan welke eisen moet de oplossing voldoen en welke middelen zijn nodig om een aantrekkelijke, goed georganiseerde pop-upwinkel van tweedehands speelgoed te maken vertrekkend van een lege ruimte?

Begeleiding door de leraar:

  • door het gesprek te structureren met verhelderende vragen;

  • door leerlingen te stimuleren om gericht informatie te verzamelen via observatie (bv. lege ruimte observeren en opmeten, een bezoek aan een speelgoedwinkel) of online onderzoek (webshops, tweedehandsplatformen);

  • door voorbeelden te geven van mogelijke risico’s, bv. hoe zorg je voor een veilige en toegankelijke opstelling?

  • door keuzes te sturen vanuit een helder eisenprogramma, bv. maximum 30 à 50 fictieve speelgoedartikelen.

Leerlingen verzamelen informatie en verkennen een tweede maal het probleem zodat ze een scherper beeld krijgen van de uitdaging.

Vervolgens ontwerpen de leerlingen een plan van aanpak zoals

  • samenstellen virtueel assortiment;

  • samenstellen inventarislijst;

  • een winkelindeling op basis van een grondplan (analoog of digitaal) ontwerpen;

  • aantrekkelijke en overzichtelijke artikelpresentaties ontwerpen.

Begeleiding door de leraar:

  • samenwerkend leren stimuleren;

  • leerlingen stimuleren om meerdere mogelijke oplossingen te bedenken bij de deelproblemen;

  • feedback geven op berekeningen en keuzes;

  • leerlingen stimuleren om keuzes te onderbouwen op basis van de criteria of het eisenprogramma;

  • verschillende ontwerpen (2D of 3D) bespreken in de klas met oog voor sterke en zwakke punten.

Je kan ervoor kiezen om leerlingen (delen) van hun plan te laten uitvoeren in een gesimuleerde context, voorbeelden:

  • een schaalmodel uitwerken (bv. op schaal 1:20) met behulp van karton en papier;

  • een plattegrond tekenen met indeling van zones.

Tot slot heb je aandacht voor reflectie over en evaluatie van het ontwerpproces: je kan leerlingen schetsen, foto’s en beschrijvingen van (materiaal)keuzes laten maken en presentatiemomenten organiseren om hun ontwerpproces in beeld te brengen. Daarbij heb je aandacht voor evaluatiecriteria bij het ontwerpproces waaronder ideeën genereren, ontwikkelen en weloverwogen kiezen.

Daarnaast kan je ook evaluatiecriteria bij de oplossing in overweging nemen op basis van de criteria in het eisenprogramma zoals winkelbeleving, klantcomfort en -gerichtheid, optimale benutting van de ruimte enz.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?