Het leerplandoel “Een oplossing ontwerpen voor een probleem of uitdaging door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden” komt zowel in de 1ste, 2de als 3de graad aan bod. In dit inspirerend voorbeeld vind je een situatieschets waarin we het doel hebben uitgewerkt.
Het voorbeeld bouwt verder op de algemene tekst over dit leerplandoel. Die verheldert de volgende elementen:
Het is zinvol om met je collega’s in overleg te gaan over de wijze waarop leerinhouden van Wiskunde en Natuurwetenschappen aan bod zijn gekomen en hoe samenwerking tussen de vakken kan verlopen.
De school wil een online winkel opstarten voor tweedehands babyartikelen. Jij, leerling in de studierichting Onthaal, organisatie en sales, krijgt de opdracht om een realistisch en gevarieerd (virtueel) assortiment samen te stellen en daarvoor een gebruiksvriendelijke webshop te ontwerpen.
Relevante criteria voor de oplossing
De volgende leerplandoelen komen nadrukkelijk aan bod. Ze staan centraal bij de didactische evaluatie van de opdracht.
Het leerplan Onthaal, organisatie en sales
In relatie tot het Gemeenschappelijk funderend leerplan I-II-III-GFL
De volgende leerplandoelen beschrijven kennis en vaardigheden die relevant kunnen zijn om de ontwerpopdracht uit te voeren. Een gerichte selectie uit deze doelen kan geheel of gedeeltelijk, vooraf of gelijktijdig aan bod komen bij de realisatie van de opdracht in de klaspraktijk.
Het is belangrijk dat de probleemstelling aansluiting kan vinden bij de beginsituatie van de leerlingen. Als leraar zal je dus moeten inschatten wat de beginsituatie van de leerlingen is en bepaalde leerplandoelen nog eens moeten toelichten zodat je tot een kwaliteitsvol ontwerp komt.
In functie van het aanwenden van wetenschappen, wiskunde:
In functie van integratie van technologie en het specifieke van de studierichting Onthaal, organisatie en sales:
De kans is groot dat leerlingen snel en oplossingsgericht aan de slag gaan. Dat is niet verkeerd, maar kan ertoe leiden dat bepaalde oplossingen onvoldoende toereikend of zelfs helemaal niet passend zijn. Je stimuleert de leerlingen om gegevens te verzamelen bv. via observatie of (online) onderzoek. Een virtueel assortiment samenstellen betekent dat ze niet echt babyartikelen hoeven te verzamelen, maar dat ze een realistische en gevarieerde lijst opstellen en deze integreren in een zelf ontwikkelde aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke webshop.
Je kan leerlingen laten nadenken over informatie die ze nodig hebben. Daarbij kan je volgende vragen opwerpen:
Natuurlijk wil je dat het probleem opgelost is of de uitdaging een antwoord heeft gekregen. Je kan denken aan:
Oplossen via het integreren van wiskunde, wetenschappen of technologie
Wetenschappen
Wiskunde
Mogelijke aanknopingspunten voor technologie en het specifieke van de studierichting
Je kan verschillende werkvormen hanteren door leerlingen individueel dan wel in groepjes te laten reflecteren over de gestelde vragen. Je kan het probleem opsplitsen in verschillende deelproblemen en deze toewijzen aan meerderen leerlingengroepen.
We schetsen hieronder een mogelijk lesverloop en handvatten om het ontwerpproces te begeleiden.
In een eerste fase introduceer je de uitdaging en stel je de opdracht voor als een realistische uitdaging. Je stimuleert de leerlingen om de uitdaging te verkennen: aan welke eisen moet de oplossing voldoen en welke middelen zijn nodig om een aantrekkelijke, goed georganiseerde pop-upwinkel van tweedehands speelgoed te maken vertrekkend van een lege ruimte?
Begeleiding door de leraar:
Leerlingen verzamelen informatie en verkennen een tweede maal het probleem zodat ze een het eisenprogramma bij het probleem of de uitdaging kunnen vervolledigen.
Vervolgens ontwerpen de leerlingen een plan van aanpak zoals
Begeleiding door de leraar:
Tot slot heb je aandacht voor reflectie over en evaluatie van het ontwerpproces: je kan leerlingen schetsen, foto’s en beschrijvingen van keuzes laten maken en presentatiemomenten organiseren om hun ontwerpproces in beeld te brengen. Daarbij heb je aandacht voor evaluatiecriteria bij het ontwerpproces waaronder ideeën genereren, ontwikkelen en weloverwogen kiezen.
Daarnaast kan je ook evaluatiecriteria bij de oplossing in overweging nemen op basis van de criteria in het eisenprogramma zoals beschreven in punt 2.