Bij zo’n gedachtewisseling, met meerdere sprekers en politieke interveniënten (nwvr: en dan was er zelfs nog geen tussenkomst van de Open Vld noch van Vooruit…), die alweer 3 uur en 40 minuten duurde, passeren heel veel zaken de revue. Heel diverse, grotere en kleinere kwesties. Het zou onbegonnen werk zijn om dat hier allemaal op te lijsten en van commentaar te voorzien. Ik ga het dus wat beperkter houden in deze zin, namelijk: eerst een kleine intro met een verwijzing naar de voorgeschiedenis; dan een overzicht van de gebruikte powerpointpresentaties en een algemene appreciatie; vervolgens selectief enkele belangrijke (vooral ook in politiek opzicht) elementen uit de bespreking en niemand zal het mij kwalijk nemen dat ik daarbij haast uitsluitend de invalshoek van Katholiek Onderwijs Vlaanderen in het vizier neem; om ten slotte te eindigen met wellicht de belangrijkste twee slides van de hele ochtend als een mooie conclusie met het oog op de toekomst.
De titel van de gedachtewisseling was een beetje misleidend want náást de formele jaarverslagen van de vier pedagogische begeleidingsdiensten (PBD’s) (schooljaar 2019-2020) ging het niet onverwacht (nwvr: trouwens expliciet vooraf als doel ook afgesproken) vooral ook over de actualiteit én de toekomst rond … corona (“ook in te zoomen op de leerachterstand als gevolg van de coronacrisis (diagnose en remediëring)”, luidde het in de regeling van de commissievergadering). Uiteraard speelde corona in het betrokken schooljaar sowieso al een belangrijke rol, ook in het werk van de PBD’s, maar zeker ook ná dat bewuste schooljaar zou dat het geval zijn. Bovendien liep dit schooljaar het bestaande 3-jaarlijkse begeleidingsplan af (2018-2021) en lag het voor de hand dat de sprekers ook enkele slides wilden tonen voor het volgende begeleidingsplan (2021-2024). Krachtens het zgn. Kwaliteitsdecreet (art.15, §2) (cf. infra) stelt inderdaad iedere PBD driejaarlijks een begeleidingsplan op voor de volgende drie schooljaren. De PBD deelt dat begeleidingsplan mee aan de onderwijsinstellingen en aan de Vlaamse regering. Jaarlijks rapporteren de PBD’s aan de Vlaamse regering over de activiteiten van het vorige schooljaar. Maar vorige legislatuur opperde toenmalig onderwijscommissaris Jo De Ro, bij de gedachtewisseling over de Onderwijsspiegel 2016 (28 april 2016), het idee om ook telkens de PBD’s aan het woord te horen over hun werking: zeg maar, hun jaarverslagen ook in de Commissie voor Onderwijs te laten presenteren en bespreken. Op 30 maart 2017 was het dan zover. Ik kan me vergissen, maar sindsdien was er geen zulke gedachtewisseling meer tot dus nu 29 april 2021.
De sprekers van dienst waren (met telkens een selectie van de getoonde slides): Walentina Cools (directeur pedagogische begeleidingsdienst OVSG), Stefan Potums (begeleider, OVSG), Marieke Van Nieuwenhuyze (coördinator begeleidingsdienst, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen), Soetkin Werbrouck (pedagogisch begeleider, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen), Saskia Lieveyns (adviseur-coördinator Pedagogische Begeleidingsdienst GO!), Machteld Verhelst (pedagogisch directeur, Katholiek Onderwijs Vlaanderen) en Frederik Vanackere (begeleider, Katholiek Onderwijs Vlaanderen). Ik vond het stuk voor stuk enthousiaste sprekers die een goed gestoffeerd verhaal brachten. Voorzitter Karolien Grosemans speelde terecht haar rol van tijdbewaker heel goed en er was in zijn geheel dan ook slechts een heel beperkte overschrijding van het geplande tijdsbestek. Prima.
Een paar specifieke punten dan, die overigens erg bekend voorkwamen. Eén. Uit álle presentaties bleek wel duidelijk dat er in de moeilijke coronatijdens enorme inspanningen geleverd waren. Twee. De ‘klassieke’ opwerping van de samenwerking tussen de verschillende PBD’s kwam ook weer aan bod in de vragen van de onderwijscommissarissen. Op dat vlak gebeurde al heel wat, zo bleek. Opvallend: één onderwijscommissaris sprak ook opnieuw over “soms het pedagogisch project als excuus gebruiken om niet samen te werken” en ging zelfs nog verder door haar natte droom te poneren van “één organisatie”, waarbij ze wilde weten hoever we daar nog vanaf stonden. Eén staatsinstelling creëren als PBD dus, denk ik dan, als alles- en alleenzaligmakende regeling, terwijl… en daarmee maak ik de naadloze overgang naar het volgende punt. Drie. Terwijl inderdaad deze legislatuur bepaalde commerciële spelers, die vaak op het (decretale, laten we dat niet vergeten…) terrein van de PBD’s opereren, heel veel ruimte krijgen. Hoewel ook zulke spelers zeker zinvol kunnen zijn (of ook de samenwerking met zulke spelers), staan de PBD’s voor allerlei kernprocessen toch op een unieke positie ten aanzien van ‘hun’ scholen en schoolbesturen. Vier. Een andere belangrijke kernvraag betrof de toetssteen van goede pedagogische begeleiding. Of met andere woorden: wie waren de voornaamste klanten van de PBD’s, wie bepaalde welke nood er was aan pedagogische begeleiding? Nadat de zgn. woordenwolk als resultaat van een lerarenbevraging binnen Katholiek Onderwijs Vlaanderen over behoeften aan ondersteuning erg kritisch én vooral erg simplistisch becommentarieerd werd, hoorde ik alvast een heel redelijke want genuanceerde repliek waarbij de richtsnoeren voor een aanbod van pedagogische begeleiding/ondersteuning divers waren: het leren van leerlingen, en dus de leraar, maar óók lerarenteams én leidinggevenden. Dat daarbij meermaals de kwesties van leerlingenevaluatie en datageletterdheid opnieuw vielen, was niet onlogisch. Vijf. We hoorden ook dat de taalscreening voor de kleuters volop voorbereid werd. Maar wellicht nog veel crucialer voor de toekomst, -- het beeld van de olifant in de kamer werd gebruikt --, waren de besparingen (-11 miljoen euro versus +3,5 miljoen euro voor beleidsimpulsen inzake de niveaus 0 en 1 van het zorgcontinuüm) en het nieuwe Kwaliteitsdecreet. Geen makkelijke zaken, waarover zeker nog heel wat te horen zal zijn.
Ten slotte wijs ik nog even op de laatste twee slides van de laatste presentatie, waarmee hopelijk rekening zal worden gehouden door de onderwijsminister bij die besparingen en bij dat nieuwe Kwaliteitsdecreet. Als dan onderwijscommissaris Koen Daniëls aan het eind van zijn eerste tussenkomst nog eens concludeerde dat hij blij was met de hands-on (sic) activiteiten die gepresenteerd werden, met de shift (sic) die gemaakt was, dan leek mij dat alvast hoopgevend voor de toekomst…
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.