De bezorgdheden over de operationalisering van de Edusprong (en daarbij de impact van het nieuwe financieringssysteem in het volwassenenonderwijs) waren dan wel nog een ander paar mouwen dan sommige van de voorafgaande vragen om uitleg. Vragensteller Loes Vandromme wist van de gezamenlijke brief van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO!, de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) en het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV) aan minister Weyts, waarin zij de knelpunten over de Edusprong oplijstten en oplossingen voorstelden, geïnspireerd op de aanpak in het Voorsprongfonds hoger onderwijs, evenals over de financiële toestand in het algemeen en de impact van de coronacrisis daarbij in het bijzonder. Op 30 maart 2021 was overigens ook al een kritisch Vlor-advies (op eigen initiatief) over de Edusprong en de financiële situatie van het volwassenenonderwijs gepubliceerd. Wat ging minister Weyts met de voorstellen doen?
Hij begreep de bezorgdheden wel en rapporteerde over het aan de gang zijnde overleg met de onderwijsverstrekkers en de vakorganisaties. De Edusprong-acties die op korte termijn gelanceerd zouden worden, waren de zgn. regioscan (lees: analyseren van de lokale arbeidsmarktbehoeften met het oog op een regionaal afgestemd opleidingsaanbod om de regionale verankering van het volwassenenonderwijs te stimuleren) en een eerste projectoproep aan de centra voor volwassenenonderwijs (10 miljoen euro). Het voorstel van de trekkingsrechten ging de minister daarbij ook hanteren, net zoals bij het Voorsprongfonds. Bij de besteding van het budget over de verschillende speerpunten zouden de centra voor volwassenenonderwijs ook een zekere vrijheid genieten. De regioscan was daarnaast een van de Vlaanderenbrede acties. Een promotiecampagne voor het volwassenenonderwijs en het al genoemde Opleidingskompas (cf. vraag om uitleg van Karolien Grosemans over het Centrum voor Avondonderwijs) waren andere voorbeelden van Vlaanderenbrede acties. Daarmee zou de minister tegemoetkomen aan de vraag van het volwassenenonderwijs om zeker 80 procent van de middelen van Edusprong rechtstreeks naar de centra te laten gaan.
Vragensteller Vandromme toonde zich erg positief, maar drong gelijk ook aan op snelle duidelijkheid. Interveniënt Johan Danen beaamde die vraag, maar stelde zich, al vragend, ook een stuk kritisch op ten aanzien van het patroon dat hij al meermaals in de aanpak van de minister gezien meende te hebben, wat de timing van diens overleg met het onderwijsveld betrof. Interveniënt Karolien Grosemans ten slotte herhaalde wat de minister gezegd had en stelde dan de wat eigenaardige vraag in welke mate de minister dacht dat de regioscan zou leiden tot een rationalisering van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs. Door expliciet de metafoor van de glazen bol te gebruiken bevestigde ze eigenlijk zelf al dat die vraag enigszins… eigenaardig was.
Minister Weyts zag Danens probleem in zijn aanpak niet. Het ging naar zijn zeggen allemaal goed vooruit. De duidelijkheid zou er vóór de start van het schooljaar zijn, maar de minister moest inderdaad de besluitvormingsprocedures respecteren. Daarover ging het al vaker. Hij wilde het volwassenenonderwijs een boost geven. Vragensteller Vandromme besloot met nog een paar keer de woorden “flexibiliteit” en “vrijheid” te laten vallen. Daar konden we niet tegen zijn, integendeel! Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de bezorgdheden van onderwijsverstrekkers over het uitrollen van Edusprong van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen