20 oktober 2021 – Actualiteitsdebat over het lerarentekort in Vlaanderen: een bondige impressie

Je kon er niet naast kijken of horen de voorbije dagen… In onze 24/7-mediamaatschappij hadden al velen er hun zeg over gedaan, inclusief de politici. En op deze zelfde ochtend opnieuw: ik beperk me gewoon tot ‘mijn eigen’ krant (voor abonnees). Zoals zo vaak, was eigenlijk alles al gezegd, én bij herhaling. Het zij zo. Mijn verwachting was dus om weinig tot geen nieuws te horen. En toch… en toch vind ik het interessant om de precieze accenten van de diverse politieke fracties te observeren. Vooraf herinner ik (ja, ook opnieuw) nog graag aan de zeven (!) hoorzittingen die in de recente geschiedenis aan het thema gewijd zijn in de Commissie voor Onderwijs. Maar ook aan het feit dat het nadien… erg stil werd daarrond. Ach ja, nog iets. In mijn ‘jeugdige’ naïviteit had ik in mijn Outlook-agenda genoteerd voor de duurtijd van het actuadebat: 14.00 u – 15.30 u, maar net vóór 17.00 u was het aan de laatste spreker in de rij (van de zgn. tweede ronde), die zeker ook nog te maken kreeg met ten minste één interveniënt. Misschien ook meer, maar dat deel(tje) heb ik aan mij laten voorbijgaan. Ik had genoeg gezien.

Dit commentaar gaat relatief kort zijn (cf. supra) en ik bepaal me tot slechts enkele (politieke) punten die mij opvielen. Over allerlei inhoudelijke maatregelen en voorstellen was het al zo vaak gegaan.

Eén. Hoewel ik blijf vinden dat de concrete methode van zo’n parlementair actualiteitsdebat ergens blijft ‘wringen’, -- maar toegegeven, ik heb zelf geen beter voorstel en voorzitter Homans deed zeker weer haar best om enige lijn in de uitvoering te krijgen conform afspraken in het Bureau van het Vlaams Parlement --, vond ik, als methode, het niet slecht dat eerst minister Weyts een verklaring aflegde, waarin hij tien (vanuit de rijke voorgeschiedenis van dit thema zeker heel herkenbare) voorstellen deed rond twee deelthema’s: de zgn. zijinstroom en de activering van diverse, potentiële leraren. Vele van die voorstellen hadden we trouwens tot op deze dag zelf ook in de pers (cf. supra) kunnen lezen en horen. Ik ga die hier dus niet meer herhalen. Op een aantal ervan heb ik trouwens al hetzij ter gelegenheid van de zeven hoorzittingen, hetzij van parlementaire vragen, zelfs soms omstandig mijn licht laten schijnen.

Twee. Onverwacht, want in principe voorbehouden voor ministers en parlementsleden, kreeg onze directeur-generaal op de publiekstribune de uitnodiging van een medewerker van Villa Politica om tijdens het parlementaire debat op enkele vragen te gaan antwoorden. Dat was een primeur, leek mij. Dit is dan ook een cruciaal maar complex onderwijsbeleidsthema in deze legislatuur, maar ook mét al een serieuze voorgeschiedenis. Ik heb het nog eens even gecheckt in mijn archief: in 2009 (einde legislatuur) had toenmalig onderwijsminister Frank Vandenbroucke aan de Vlor (p.42 van het Jaarverslag 2008-2009) al de opdracht gegeven om een probleemverkenning te doen over het aantrekken en behouden van leraren; Elisabeth Meuleman wees er later in het debat terecht op dat in datzelfde voorjaar 2009 ook de zgn. Commissie-Monard over de hervorming van het secundair onderwijs het lerarenloopbaanthema opgenomen had in haar rapport; vanaf september 2010 ging het werk voort onder toenmalige onderwijsministers Pascal Smet en later Hilde Crevits met zeker een aantal resultaten, maar een gecoördineerd lerarenloopbaanpact kwam er niet. Dus werd het deze legislatuur opnieuw opgenomen in het Regeerakkoord, maar al snel bleek dat de huidige onderwijsminister voor een gefaseerde aanpak koos… tot nu het lerarentekort in de eerste fase van het nieuwe schooljaar blijkbaar nóg nijpender werd dan voordien.

Drie. Door toedoen van eerst Gwendolyn Rutten en nadien Björn Rzoska werd een stok in het politieke hoenderhok gegooid, maar eerlijk gezegd, hun demarche voor het oog van de camera’s leek mij eerder Much ado about nothing want voor dit debat in deze fase zo insisteren, zoals Rzoska deed, op de vraag of minister Weyts nu namens de hele Vlaamse regering sprak of niet verraste mij geen klein beetje. Alsof ministers in het Vlaams Parlement alleen maar dingen zouden mogen zeggen c.q. voorstellen die vooraf helemaal doorgesproken zouden moeten zijn binnen de voltallige Vlaamse regering. Ik vond het een vreemde tussenkomst.

Vier. Minder vreemd, want oh zo herkenbaar, was het grote, hernieuwde pleidooi van Jean-Jacques De Gucht, die wellicht vastbesloten was om ook eens om zijn politieke werk in de krant te komen, voor één neutraal onderwijsnet. Beide woorden zijn cruciaal: één en neutraal. Zo neutraal ongetwijfeld als hij steevast zelf is, neig ik daar dan altijd bij te denken. Sorry, beste lezer, het is sterker dan mezelf. Als een volleerd ‘advocaat’ richtte hij zich rechtstreeks tot Lieven Boeve op de publiekstribune, eerder een requisitoir van een openbaar aanklager dan een pleidooi van een advocaat eigenlijk. Voorwaar, ook een primeur, die ik zeer graag aan onze kleinkinderen ga vertellen, wanneer… ze nog wat groter zullen zijn.

Vijf. Het was te verwachten dat het debat over het lerarentekort vanuit de oppositie gekruid zou worden met enkele elementen uit die twee andere dossiers: de recente onderwijscao XII en… de nadien aangekondigde besparingen. Maar dat die kruiding, wat het syndicale thema uit de cao betrof, ook kwam, zelfs met meer dan één draai aan de pepermolen, van coalitiepartner Open Vld was veel minder verwacht. Bij het toch enigszins wat beperktere dossier van de nieuwe toelatingsproef voor de bacheloropleiding diergeneeskunde hadden we Gwendolyn Rutten toen ook al enigszins leren kennen. Elisabeth Meuleman deed niet onder en vroeg volgende week al een spoeddecreet, conform eerdere coronageplogenheden, voor de omzetting van de extra leraarsuren (“een lege doos”, “een kat in een zak”) uit de cao in punten zodat daarmee andere profielen aangeworven zouden kunnen worden om de leraren die er nog wél waren te ondersteunen. Ik ben benieuwd voor volgende week.

Het aantal nog andere deelthema’s was, volledig volgens de verwachting, werkelijk te groot om hier exhaustief op te nemen. Dat zou echt veel te ver leiden. Maar als conclusie wil ik ten slotte nog graag op iets wijzen dat vele politici leken en lijken te vergeten: je kunt mensen niet dwingen goesting te krijgen om leraar te worden via besluiten, decreten of andere incentives. En wat dat op te krikken imago van het lerarenberoep betrof, -- de communicatiecampagne stond in de steigers --, zou het misschien een troost kunnen zijn dat ook de (huis)dokter in het dorp, de advocaat, de notaris, godbetert de pastoor, het parlementslid, … evenmin het superieure imago van weleer hebben? Hoe zou dat toch komen…? En die regelluwe omgeving in de toekomst? Ik ben benieuwd…alweer!

Lees de bespreking van het “Actualiteitsdebat over het lerarentekort” met minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio