Dat het hierover zou gaan in deze commissievergadering was, gelet op de actualiteit en het belang van het thema, zeer waarschijnlijk. Wat het voorstel van GO!-topman Koen Pelleriaux in dit verband betrof, wil ik onderwijscommissarissen die daardoor eventueel verrast zouden geweest zijn er toch graag aan herinneren dat Koen Pelleriaux daarmee opviel maar dan wél op de zesde (in de rij van zeven…) hoorzitting over onderwijskwaliteit en lerarentekort in deze eigenste commissie op 29 oktober 2020. Maar dat terzijde. De zaak van Lieven Boeve over masters in het basisonderwijs was trouwens nog van oudere datum. Ach ja, nog iets vooraf: nu was het vragensteller Johan Danen die haast twee A4’s volgeschreven had voor zijn vraag om uitleg, over de weliswaar bijzonder belangrijke invalshoek van de wiskundeleraren in dit verhaal. Met heel wat woorden en cijfers gaven de drie vragenstellers nogmaals een goed overzicht van de problematiek (incl. anciënniteitsregeling voor zijinstromers…”kan het niet wat méér zijn?”), zoals die ook her en der bij de aanvang van het nieuwe schooljaar ter sprake gekomen was. Wat dacht minister Weyts van een en ander en wat waren zijn plannen?
Hoeft het nog te verbazen dat de minister veel moest herhalen van wat hij al bij herhaling gezegd had, daarbij nu ook dankbaar gebruikmakend van de onderwijscao waarvan hij de pluim intussen op zijn hoed had kunnen steken? Ik ga dat hier dus niet doen: die herhaling, bedoel ik, de pluim gun ik de minister van ganser harte, hoewel we die nu ook weer niet moeten overdrijven. Bepaalde vragen over de wiskundeleraren van Johan Danen vond ik wel een meerwaarde, maar ik meende bij hem toch ook een zekere naïviteit te bespeuren bij vragen als “Zult u stappen ondernemen om de opleiding tot master in de wiskunde aantrekkelijker te maken?” en “Ongeveer 54 procent van de startende leraren wiskunde in de lagere graden heeft geen wiskunde gevolgd tijdens de lerarenopleiding. Zult u ook hier stappen nemen om de opleiding tot leerkracht wiskunde aantrekkelijker te maken?”… alsof dát in de handen van de onderwijsminister zou liggen… Eén zaak is wel zeker: er is hier echt wel een probleem. Hoe dan ook, het is heel complex en dit soort parlementaire gesprekken zullen aan de grond van de zaak weinig verhelpen.
Naast de al genomen maatregelen en cao-uitvoering zou er nog die beloofde communicatiecampagne komen (nwvr: van de “onderwijsambassadeur” uit het Regeerakkoord spreekt de minister allang niet meer), alsook een doordachte uitbreiding van de lijst van knelpuntvakken voor de te verrekenen anciënniteit van zijinstromers. Dat leek me allemaal nog al bij al realistisch en eenvoudig. De zgn. “versterking” van de lerarenopleiding (nwvr: er wordt altijd in het enkelvoud gesproken, terwijl er net méérdere soorten lerarenopleidingen zijn…), daarnaar ben ik pas echt benieuwd: wat die mensen de voorbije jaren al doorgemaakt hebben…sorry hoor, wat deze onderwijsminister daar nog wil, ik weet het alvast niet, en zijn verhaal over die zgn. verplichte remediëring na de instapproef…sorry opnieuw, mij overtuigt hij daar niet mee, alsof de betrokken lerarenopleidingen dat nu al niet zouden doen, dus zonder een (decretale) verplichting, laat staan middelen voor die remediëring.
Uit de drie replieken en de drie daaropvolgende interventies kon ik helaas, maar niet onverwacht (dus no offence), weinig tot geen nieuws halen, behalve dan misschien het voorstel van Karolien Grosemans i.v.m. gepensioneerden die nog (deeltijds) willen blijven werken (cf. ook de zgn. Bijsprong), maar daar speelt dan weer een mogelijk fiscaal addertje onder het gras en dat is per slot van rekening een …federale bevoegdheid (pensioenen en personenbelasting), waarop minister Weyts terecht wees. De vraag van Johan Danen (“Hoe komt dat nu dat een grote groep afgestudeerden van lerarenopleidingen zelfs niet start in het onderwijs?”): ook daarover weet men wel al wat; het gaat om dezelfde redenen als die spelen bij het snelle verlaten van de onderwijssector; de arbeidsmarkt tout court staat sowieso onder druk. Kijken naar nu ondervertegenwoordigde groepen in het lerarenkorps en de hele problematiek van de verloning van masters als masters in het basisonderwijs en van de zijinstromers (met al zijn complicaties) waren al gekende kwesties. Zo ook: een echt, coherent lerarenloopbaandebat/pact, zoals nog in het Regeerakkoord stond i.p.v. “wat ‘plik plok’-maatregelen” (in de nog niet gekende woorden van Hannelore Goeman). Conclusie: het is verre van een makkelijk verhaal. P.S. Johan Danen sloeg aan het eind spijkers met koppen met de cruciale factor van de jobonzekerheid (aan het begin van de loopbaan), maar… hij vergat daarbij dat het benodigde werkvolume in onderwijs áltijd gerelateerd zal zijn aan het soms wisselende maar nooit oneindige (het zou maar erg zijn) aantal… leerlingen op een school.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de voorstellen van enkele onderwijsverstrekkers om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken van Karolien Grosemans, over de zijinstromers in het onderwijs van Hannelore Goeman en over het tekort aan leraren in het algemeen, en leraren wiskunde in het bijzonder van Johan Danen” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen