Dan was het de beurt aan Kim De Witte, die blijkbaar familiale banden heeft met de CLB-wereld, voor een coronagerelateerde CLB-vraag om uitleg op deze Dag van de CLB-medewerker. De CLB’s speelden een belangrijke rol in de aanpak van de coronacrisis, via hun opdracht in de zgn. contactopsporing naar aanleiding van besmettingen op school. Tussen haakjes, ik lees daarin dat de CLB’s opnieuw én terecht daardoor een stuk meer krediet gekregen hebben in bepaalde politieke en andere milieus dan in de afgelopen jaren … Prima, vind ik. Maar naast de crisis was er ook de reguliere zorg. Op dat vlak (en wel op diverse werkdomeinen van het CLB) gingen alarmbellen af, wist vragensteller De Witte. Hij had vragen over het intussen ingezette extra budget, over de aanwerving van nieuwe CLB-personeelsleden en over het hervatten van de reguliere CLB-taken.
Minister Weyts kon, als Vlaams-nationalistische republikein (tenminste, dat vermoed ik toch), de kwinkslag over koningin Mathilde niet laten liggen - en zulke uitspraken behoren voor mij altijd tot de betere momenten van deze commissievergaderingen. Nog belangrijker, de minister uitte zijn terechte appreciatie voor het vele en onmisbare CLB-werk. En ja hoor, de minister is intussen ook bekend om zijn soms erg vindingrijke filmpjes op Facebook of elders. Hij gaf meer gedetailleerde cijfers over de ingezette extra middelen en de modaliteiten daarrond in het CLB-werkveld.
De middelen zouden lopen tot juni 2021, maar wat nadien, vroeg De Witte bijkomend. Hij trok vervolgens het thema nog wat breder open en peilde naar personeelscomplicaties in de scholen door een tekort aan leraren alsook naar complicaties door de lange wachtlijsten in de jeugdzorg, waarmee ook de CLB’s te kampen hadden.
Vier interveniënten dienden zich aan. Loes Vandromme ging door op de wat langeretermijnkwestie: door de noodzakelijke prioritering van zaken nu, konden de CLB’s bepaalde (reguliere) taken niet opnemen en dus was haar vraag hoe dat zou geregeld worden ná corona. Denk bijvoorbeeld ook maar aan nieuwe eindtermen en nieuwe opleidingen in het secundair onderwijs. Kathleen Krekels sloot zich, na voordien ook Loes Vandromme, aan bij de CLB-appreciatie van de minister. Ze wees op de verschillen tussen CLB-centra inzake beleidsvoerend vermogen en had heel wat vragen, die wel allemaal sloegen op de verhouding tussen coronaopdracht en reguliere opdracht en op eventuele extra maatregelen na corona. Jo Brouns kon, als burgemeester, zijn appreciatie rechtstreeks verbinden met zijn lokale CLB-ervaringen. De zgn. sneltests waren wel een moeizaam en laattijdig proces, zo vernam hij. Klopte dat? En wat was minister Weyts’ visie op de blijkbaar soms ook moeizame verhouding tussen CLB’s (lees: gratis testen van leraren) en de arbeidsgeneeskundige diensten (lees: een factuur voor zulke testen)? Johan Danen ten slotte besloot de huldebetuiging aan de CLB’s. Hoe wilde de minister de CLB’s voorbereiden op hun taak ná corona, waarmee Danen ook aansloot bij de eerdere vragen.
Na corona zou het CLB-werkvolume verminderen, zo stelde minister Weyts. Het ging dus nu inderdaad om tijdelijke contracten. Uit heel recent overleg tussen zijn kabinet en de CLB’s bleek dat het bevraagde beeld over de diverse CLB-taken erg verschillend was in het werkveld, maar met een grote bezorgdheid over het contactonderzoek. Strengere, lokale maatregelen creëerden soms voor de betrokken CLB’s ook méér werk. De minister wees op de grote druk op de CLB’s vanuit diverse hoeken en pleitte nogmaals voor de redelijkheid van de bestaande draaiboeken en protocollen. Terecht!
Vragensteller De Witte geloofde echter niet in die structurele werklastvermindering na corona en pleitte dan weer van zijn kant voor een (extra) structurele financiering van de CLB’s, gelet op de ontwikkelingen ter zake in de laatste tien jaar.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over extra middelen voor contactopsporing door de CLB's van Kim De Witte” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen