Enkele krantenartikelen en een vrije tribune van Raymonda Verdyck, gedelegeerd bestuurder van het GO!, in De Morgen van 30 november 2020 vormden de aanleiding voor deze actuele vragen. Alweer corona dus, hoewel de vrije tribune van Raymonda Verdyck ook ruimer keek. Een interessante vrije tribune trouwens. Maar toen ik de vragen las en ze nadien live concreet hoorde stellen door de drie vragenstellers Jean-Jacques De Gucht, Hannelore Goeman en Tom De Meester, vroeg ik me toch meteen af welk nieuws ik nog zou gaan horen ná inderdaad de vele, eerdere coronagerelateerde vragen (ook over leerachterstand) zowel in de Onderwijscommissie als in de plenaire vergadering. Het antwoord luidde: zo goed als niets. De eerste twee vragenstellers vroegen vrijwel hetzelfde, met één accentverschil: welke bijkomende maatregelen zou minister Weyts treffen om de leerachterstand op te lossen, met daarbij het onderscheidende accent van Goeman op “tijdens de lessen”. De derde vragensteller trachtte het probleem ruimer open te trekken: sociale ongelijkheid was er in het onderwijs sowieso, ook zonder corona, en hoe zou de minister dat dus structureel aanpakken?
Dat gaf de minister de gelegenheid om nogmaals zijn gekende maatregelen zowel op korte als op lange termijn op te lijsten. Vergeef het mij, beste lezer, maar die ga ik hier niet meer herhalen wegens genoegzaam bekend.
Bij de replieken van de vragenstellers en de tussenkomsten van de interveniënten (Koen Daniëls, Jan Laeremans, Jo Brouns en Johan Danen) hoorde ik alleen deze bijkomende elementen:
Minister Weyts antwoordde alleen nog dat in het corona-overleg van de dag voordien afgesproken was om de huidige maatregelen alvast te behouden tot 31 december 2020, dat de kerstexamens zo goed mogelijk georganiseerd zouden worden (hij zag vele goede inspanningen in de scholen), maar dat hij niet meeging in de uitspraak van viroloog Steven Van Gucht dat het afstandsleren weleens tot het einde van het schooljaar zou kunnen blijven duren. Open scholen waren voor de minister net een belangrijke voorwaarde om te kunnen werken aan die leerachterstand. De wensen van sommige anderen: vakanties verlengen, scholen dichthouden en toch leerachterstand willen wegwerken. Dat ging natuurlijk niet samen. In zijn woorden: le beurre et l’argent du beurre, dat ging natuurlijk niet, waarmee ik dan toch nog iets nieuws leerde. Een mooie Franse uitdrukking, zeg maar. In zijn initiële antwoord had de minister het overigens ook al gehad over better safe than sorry, wat dan weer een mooie Engelse uitdrukking is. Voor een goed begrip, voor wie eraan mocht twijfelen: in de twee gevallen bestaan óók mooie, volbloed Nederlandse uitdrukkingen 😉.
Uit de slotwoorden van enkele vragenstellers haal ik ten slotte nog deze elementen: Goeman stelde voor om de 90 miljoen euro voor kwetsbare leerlingen uit het coronarelanceplan te besteden in de scholen en De Meester wilde ook, naar analogie met de zorgsector, “meer handen aan het bord”, voor elke leerling een laptop en een goede internetverbinding én studiezalen, met als toch enigszins ambitieus voorbeeld… het Sportpaleis.
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de aanpak van leerachterstand van Jean-Jacques De Gucht, over de leerachterstand bij leerlingen wegens de coronacrisis van Hannelore Goeman en over de verontrustende resultaten van de bevraging van het Gemeenschapsonderwijs (GO!) van Tom De Meester” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen