27 mei 2021 – Inkorting van zomervakantie in Franse Gemeenschap

Niet voor het eerst was over dit thema (kortstondig) veel te doen, ook trouwens recent nog in deze commissie op 22 april 2021, maar nu had de Franse Gemeenschap (of correcter: haar regering) voor een nieuw feit gezorgd. Op 16 mei 2021 was er al over gedebatteerd in De zevende dag, met de minister herself Caroline Désir, Koen Daniëls en onze eigen directeur-generaal Lieven Boeve. Maar nu mengde vragensteller Jean-Jacques De Gucht zich in het debat en die nam toch een eigen positie in. Hij toonde zich namelijk een voorstander van de ontwikkeling in de Franse Gemeenschap in tegenstelling tot Koen Daniëls en was nieuwsgierig naar het standpunt van de minister. Vragensteller Daniëls merkte dan weer op dat het akkoord over een hervorming van de schoolvakanties in Franstalig België in 2022 alleen bestond in hoofde van de Franse Gemeenschapsregering, niet in het brede maatschappelijke veld. Zeker voor de nieuwkomers in de Onderwijscommissie vond ik Daniëls’ kleine geschiedenisles erg opportuun, want ze bevatte veel waarheid. Hij voegde daaraan nu nog het pragmatisme m.b.t. de coronatoestanden toe. Eigenlijk vroeg Daniëls alleen naar het tijdspad van minister Weyts om het debat in Vlaanderen over de schoolvakanties desgevallend op gang te brengen.

De minister formuleerde Daniëls’ pragmatisme in zijn eigen woorden, met ook (opnieuw: cf. 18 november 2020) de metafoor van het monster van Loch Ness. Hij zou geen debat uit de weg gaan, maar dan moest het wel in de breedte gevoerd worden, en in één beweging liet hij haarfijn zien hoe complex dat wel ging worden (binnen én buiten onderwijs). Dus… een goede verstaander had geen bijkomende tekening nodig. Er was alleszins wel overleg over de zaak geweest met minister Désir. En dan weer het vooral interessantste punt van het wetenschappelijk onderzoek ter zake. Je moet maar eens bijvoorbeeld “summer learning loss research” googelen en je vindt heel wat (buitenlandse) bronnen, incl. die metastudie van 1996, waarnaar de minister verwees. Maar… dat wordt weleens vergeten in deze evidence informed policy-tijden: dat vele onderzoek, dat alvast geen betrekking heeft op Vlaanderen, is niet zo eenduidig als sommigen het willen doen voorkomen. Minister Weyts vergat dat niet. Even wijs vond ik de aanpak die de minister zou hanteren: Vlor en SERV consulteren over hun wens om het debat te voeren en zo ja, hoe dat in goede banen geleid zou kunnen worden.

Vragensteller De Gucht had oren naar de uitspraken van de minister, maar drong ook aan op een wetenschappelijke studie in Vlaanderen en vroeg naar een concretere timing. Vragensteller Daniëls deed opnieuw een beroep op zijn historische kennis over het debat en kwam met nog een paar andere, zelfs heel concrete argumenten. Ik kon hem ook helemaal volgen in zijn vraag “Gaan die negen dagen het verschil maken?”. Inderdaad, het plan in de Franse Gemeenschap zou negen dagen minder zomervakantie betekenen. Was het sop de kool wel waard, zei hij eigenlijk. Terecht! En passant kwam Daniëls ook even op de proppen met enkele (eerder N-VA-)remedies als alternatieven.

Interveniënt Loes Vandromme zoomde genuanceerd vooral in op de onderzoekskant van de zaak en zei terecht dat leerverlies en leerwinst tijdens de zomervakantie van wel meer afhingen dan zomaar alleen de duur van de vakantie. Ze zag ook een versterkende rol van het volwassenenonderwijs, wat de thuissituatie van mensen betrof. Interveniënt Jan Laeremans wees naar de Duitse diverse situatie van schoolvakanties. Maar vooral zei hij (heel terecht, volgens mij) dat er deze legislatuur wel heel wat andere, belangrijkere katten te geselen waren.

De rest van de bespreking was herhaling. Vragensteller Daniëls had nog wel een lichte referentie naar het Durf Denken van de UGent in petto. Met wat verbeeldingskracht had het ook het cardijniaanse zien, oordelen, handelen kunnen zijn. Maar dat terzijde.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio