Visie op krachtige leeromgeving en goed onderwijs voor alle leerlingen
De maatschappelijke context blijft ons steeds uitdagen om na te denken hoe we blijvend kunnen inzetten op een krachtige leeromgeving en goed onderwijs voor alle leerlingen. We gaan deze uitdagingen aan vanuit onze geïnspireerde visie op leren aangepast aan de context en de beginsituatie van de leerlingen. We zien al zeer veel goeie voorbeelden waarbij men afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen, goed onderwijs realiseert. We verkennen dit vanuit een blended bril verder en linken dit aan onze visie op leren.
Blended leren vraagt een doordachte en goed op elkaar afgestemde combinatie van synchrone leeractiviteiten (via online contact en fysiek contact) en asynchrone leeractiviteiten (digitaal en niet digitaal). Leerlingen gaan daarbij actief aan de slag met leerinhouden en daarnaast oefenen ze ook vaardigheden en attitudes. Dit gebeurt individueel, in interactie met elkaar en in interactie met de leraren.
online fysiek synchroon
digitaal niet-digitaal asynchroon
Als organisatie verbinden we onze visie op geïnspireerd en kwaliteitsvol onderwijs voor alle leerlingen met blended leren. Om alle leerlingen maximale kansen tot leren te geven, maken we gebruik van een rijke variatie aan didactische en pedagogische middelen.
Uit wetenschappelijk onderzoek[1] weten we dat onderwijstechnologie ondersteunend kan zijn om gedifferentieerd en afgestemd op de onderwijsbehoeften van iedere leerling, die leerkansen te creëren. Het blended leren en actief inzetten van deze onderwijstechnologie wordt al toegepast in voltijds contactonderwijs[2]. Daar waar we bijvoorbeeld leerlingen zelfstandig aan het werk zetten via een instructiefiche. Dit kan zowel synchroon samen tijdens de les gebeuren (fysiek en/of online), als asynchroon op een ander moment van de week thuis en/of op school, digitaal en/of niet-digitaal. Deze onderwijstechnologie vervangt de leraar echter niet. Het is de leraar die als ontwerper van de leeractiviteiten de afweging maakt vanuit de vooropgestelde doelen, rekening houdend met de beginsituatie en de context van de doelgroep welke soort leeractiviteiten er ingezet worden.
Er zijn uitgesproken onderwijskundige en pedagogische redenen die de keuze voor blended leren mee verantwoorden namelijk:
Daarnaast zorgen maatschappelijke omstandigheden zoals virologische factoren ervoor dat we hiervoor als school specifieke aandacht hebben.
De leraar neemt niet alleen de rol van inhoudelijk expert op zich, maar ook die van ontwerper, facilitator, begeleider en coach. De leraar ‘orkestreert’ het leren van de leerlingen door:
Hij is degene die de regie in handen houdt en zoals op onderstaand mengpaneel aangegeven, de schuivers (fysiek contact, online contact, synchroon en asynchroon) meer of minder openzet. Hij bepaalt vanuit doelen, beginsituatie en context welke combinatie van schuivers noodzakelijk zijn om alle leerlingen tot leren te brengen.
Nét omdat leerlingen bij blended leren meer aangesproken worden op hun zelfstandigheid en zelfsturing is er extra aandacht nodig voor de ondersteuning van:
Het schoolbeleid ondersteunt hierbij de leraren en de verschillende vakgroepen op organisatorisch en pedagogisch vlak om deze taak kwaliteitsvol te kunnen uitvoeren. Dit vraagt goeie afstemming en duidelijke keuzes vanuit de visie van de school.
Wat hebben leraren nodig om alle leerlingen in een blended setting tot leren te laten komen? Wat hebben leerlingen nodig om tot leren te kunnen komen in een blended setting? Welke keuzes maken we hierbij als schoolbeleid vanuit onze schooleigen visie? En hoe zorgen we ervoor dat deze keuzes in de praktijk kwaliteitsvol gerealiseerd worden?
De leraar doet ertoe: hij ontwerpt een krachtige leeromgeving, zorgt voor goed onderwijs
De verhouding tussen synchrone (via online contact en fysieke contact) en asynchrone (digitaal en niet digitaal) leeractiviteiten is dynamisch en hangt af van een viertal factoren. Deze staan nooit echt los van elkaar. Ze worden steeds alle vier door de ontwerper (leraar) mee in overweging genomen en daarbij is overlap zeker mogelijk.
Vanuit onze visie op leren, zorg en kansen willen we deze factoren nog een extra dimensie geven gekleurd door ons project van de katholieke dialoogschool.
Bij de concrete realisatie van deze factoren, is het belangrijk dat we steeds proberen de verbinding te maken tussen onze visie (pedagogisch opvoedingsproject van de school), onze beleidskeuzes en de concrete school- en klaspraktijk. Deze verbinding helpt ons om kwaliteitsvolle processen op de verschillende niveaus op te zetten.
Bij het plannen van een les neem je als leraar/lerarenteam beslissingen over de doelstellingen, het leer- en vormingsproces en de evaluatie. Die beslissingen worden beïnvloed door een aantal factoren:
Ook in een blended-concept doorloop je dezelfde componenten van het didactisch handelen bij het vormgeven van onze lessen. Hieronder vind je een mogelijk plan van aanpak.
Componenten van het didactisch handelen Toepassing Beginsituatie
Doelen
Leerinhouden Selecteer leerinhouden vanuit de lesdoelen die je wilt realiseren: via welke leerinhouden kun je de vooropgestelde doelen voor deze doelgroep realiseren? Werkvormen
Onder didactische werkvormen verstaat men de methode waarmee de leerstof aangebracht wordt om de leerlingen zo efficiënt mogelijk de doelstellingen te helpen bereiken. Vanuit een blended-concept ga je bij het ontwerpen van aangepaste methodes om doelstellingen te realiseren rekening houden met online strategieën zowel synchroon als asynchroon.
Als je als team/leraar bepaald hebt welke doelen je op welke manier wilt realiseren, dan onderzoek je welke onderwijsmiddelen (digibord, computer, praktijklokaal, digitale tools/apps …) en leermiddelen (digitaal handboek, lesmaterialen, praktijkmaterialen, computer, elektronische leeromgeving…) je daarvoor nodig hebt.
Nog een aantal tips voor het ontwerpen van leersituaties:
Lesrealisatie
Tijdens de realisatie van blended trajecten bots je op nog andere soms onvoorziene barrières die je eerst moeten oplossen vooraleer het leerproces verder kan gaan, zoals het uitvallen van internet, minder goed werkende apps, leerlingen die vooropdrachten niet gemaakt hebben, geluidsproblemen … Evaluatie
Naast een korte evaluatie van iedere lesfase kan de les afgesloten worden met de evaluatie van de leerplandoelstellingen en dit onder de vorm van een herhaling, een korte toets, een samenvatting. Dat kan ook digitaal gebeuren via aangepaste apps of tools (zie hiervoor suggesties op onze Pro-site per onderwijsniveau)
Zowel de evaluatie van elke lesfase als die op het einde van de les zijn formatief van karakter, dat wil zeggen dat deze vorm van evaluatie de bedoeling heeft direct bij te sturen daar waar het nodig blijkt. Dat sluit niet uit dat je geregeld lestijd besteedt aan een summatieve evaluatie.
Je gaat er sowieso vanuit dat je evalueert in functie van het leren, het groeien, het beter worden van de leerling en je hebt daarbij aandacht voor: