Handvatten voor een beginsituatieanalyse

Leerlingen kunnen instromen vanuit verschillende studiedomeinen en studierichtingen van de derde graad. Afhankelijk van de studierichting hebben ze in meer of mindere mate talige voorkennis verworven. Ten minste één vreemde taal (Engels of Frans) is gekend vanuit de derde graad A-finaliteit. Een beginsituatieanalyse is noodzakelijk om na te gaan of alle leerlingen voldoende vaardig zijn in de vreemde taal die in de derde graad al aan bod kwam.

Situering

sla link op in klembord

Kopieer

Op basis van een valide beginsituatieanalyse in een (gesimuleerde) functionele context verifieert de school bij de start van het zevende leerjaar dat elke leerling voldoende vaardig is in de vreemde taal die in de derde graad al aan bod kwam. Indien de beginsituatieanalyse aantoont dat die vreemde taal nog niet voldoende is verworven, dan zal de school bijkomende lesuren of remediëring moeten voorzien opdat leerlingen de vooropgestelde doelen bereiken. Een nieuwe evaluatie op een later moment moet dan vaststellen dat de doelen bereikt zijn. De beginsituatieanalyse moet minstens in de (gesimuleerde) functionele context gebeuren, maar hoeft zich daar niet toe te beperken.

Om te testen of de leerlingen functioneel kunnen communiceren in het Engels of Frans zoals vastgelegd in het leerplan VII-EnFr stellen we per leerplandoel voor de vaardigheden enkele mogelijke opdrachten voor.

Voorbeelden

sla link op in klembord

Kopieer

De voorbeelden zijn opgesteld in het Nederlands, met uitzondering van de voorbeelden voor luistervaardigheid. Ze zijn eenvoudig te transfereren naar de vreemde taal. Aangezien de evaluatie minstens moet gebeuren in een (gesimuleerde) functionele context, is het noodzakelijk om zoveel mogelijk de situaties aan te passen aan het beroepsprofiel van de leerlingen.

Bij de voorbeelden voor de productieve vaardigheden vind je materiaal dat toelaat om het verwachte taalniveau in te schatten.

Voorbeelden voor receptieve vaardigheden

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 1 De leerlingen bepalen het onderwerp en de hoofdgedachte bij het doelgericht lezen en beluisteren van teksten met deze kenmerken.

LPD 2 De leerlingen selecteren relevante informatie bij het lezen en beluisteren van teksten met deze kenmerken.

Lezen

sla link op in klembord

Kopieer

Voorbeeld 1

sla link op in klembord

Kopieer

Deze catalogus vind je in je mailbox. Je wil die graag doormailen naar een collega schoonheidsspecialist-adviseur. Welk onderwerp voeg je aan je mail toe?

Voorbeeld 2

sla link op in klembord

Kopieer

Je volgt het zevende jaar barman. Je bent op zoek naar studentenjobs die passen bij jouw studiedomein. Welke zoekertjes selecteer je?

Voorbeeld 3

sla link op in klembord

Kopieer

Je bent uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Je kreeg volgende instructies in de mail:

Het sollicitatiegesprek vindt plaats in gebouw C, op de eerste verdieping. Om naar het juiste lokaal te gaan, moet u vanaf de trap rechtdoor stappen tot het onthaal, dan gaat u naar links. Het gesprek vindt plaats in het tweede lokaal na de toiletten, aan de linkerkant.

Teken op onderstaand grondplan de weg om naar het juiste lokaal te gaan. Schrijf een X in het juiste lokaal.

Voorbeeld 4

sla link op in klembord

Kopieer

Lees onderstaande mail. Waarover gaat deze mail? Wat vraagt de klant?

Luisteren

sla link op in klembord

Kopieer

Voor luistervaardigheid geven we een voorbeeld in het Engels en een voorbeeld in het Frans om een duidelijk beeld te geven van de kenmerken waaraan de teksten conform het leerplan VII-EnFr moeten voldoen.

Noot: luistervaardigheid kan je ook testen bij de opdrachten voor mondelinge interactie.

Voorbeeld 1

sla link op in klembord

Kopieer

Luister naar volgende dialoog. Los volgende vragen op.

Wie belt er? Naar wie? Met welk doel? (LPD 1)

Wanneer is de bestelling geplaatst? Wat is het bestelnummer? Wat is er besteld? Wanneer wordt de bestelling geleverd? (LPD 2)

Voorbeeld 2

sla link op in klembord

Kopieer

Luister naar volgend bericht. Wat is de boodschap over je acnébehandeling die men voor jou achterlaat?

Voorbeelden voor productieve vaardigheden

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 3 De leerlingen spreken en schrijven doelgericht met behulp van aangereikte zinnen, sleutelwoorden of een voorbeeld (minimumvereisten).

Spreken

sla link op in klembord

Kopieer

Voorbeeld 1

sla link op in klembord

Kopieer

Je belt naar een klant om hem te melden dat de afspraak van komende woensdag een week uitgesteld moet worden. De klant is niet beschikbaar, dus laat je een bericht achter op de voicemail.

Voorbeeld van een niet-geslaagde productie in het Frans: voorbeeld

Voorbeeld van een geslaagde productie: voorbeeld (Frans) en voorbeeld (Engels)

Voorbeeld 2

sla link op in klembord

Kopieer

Je laat een bericht op de voicemail van een persoon die morgen in je zaak op bezoek komt bij mevrouw Jacobs om te melden dat mevrouw Jacobs (wegens renovatiewerken) niet in haar eigen bureau zal zitten, maar uitzonderlijk op de vijfde verdieping, het eerste lokaal links als je de lift uitkomt.

Voorbeeld 3

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf volgende week maandag is je bedrijf veertien dagen in jaarlijks verlof. Je bent vergeten je wekelijkse bestelling bij je vaste leverancier af te zeggen. Spreek een voicemailbericht in om dit alsnog in orde te brengen.

Voorbeeld 4

sla link op in klembord

Kopieer

Je bestelling is beschadigd aangekomen. Laat een voicemailbericht bij de leverancier achter met de vraag of de volgende keer bubble wrap zou kunnen worden gebruikt bij het verpakken.

Voorbeeld 5

sla link op in klembord

Kopieer

Je bent ingeschreven voor een internationaal uitwisselingsprogramma waar jongeren uit verschillende landen aan deelnemen. Je neemt een kort filmpje op waarin je jezelf voorstelt aan je nieuwe correspondent Alex, uit Zweden.

Voorbeeld van een niet geslaagde productie in het Engels (ontbrekende inhoud): voorbeeld

Schrijven

sla link op in klembord

Kopieer

Bij de verbetering van een schrijfopdracht staat de doelgerichte communicatie centraal. Begrijpt de lezer de boodschap? Op dit niveau, zoals vastgelegd in het leerplan:

  • schrijven de leerlingen woorden uit het aangeleerde repertoire correct over. Andere schrijffouten worden niet aangerekend: bv. *le materiel, *je travaile / *matterial, the folowing things

  • verwacht je van de leerlingen een beperkte beheersing van eenvoudige, aangeleerde grammaticale constructies. Fouten tegen vervoegingen en verbuigingen die het begrip niet in het gedrang brengen, worden niet aangerekend: bv. *les parfum, *nous avon / *I going to work, *three scissors

Voorbeeld 1

sla link op in klembord

Kopieer

Maak een affiche voor de opendeurdag van je schoonheidssalon. De opendeurdag vindt plaats op vrijdag 19 september tussen 11 en 18 uur. Gebruik het voorbeeld als inspiratie.

Alternatief: uitnodiging voor een wijnproefavond; een grote opening van het nieuwe restaurant waar je werkt, een ladies night in je zaak, een intern bericht dat de drankautomaat defect is en men zich aan de receptie moet melden voor een drankje ...

Voorbeeld 2

sla link op in klembord

Kopieer

Mail een korte klacht naar je leverancier.

Voorbeeld 3

sla link op in klembord

Kopieer

Je hebt een nieuwe job. Je stuurt een korte mail naar de personeelsdienst met de nodige informatie:

  • welke functie bekleed je in het bedrijf;
  • op welke dagen en welke uren werk je; 
  • welk materiaal heb je nodig.

Vul de volgende mail aan:

Voorbeelden voor mondelinge interactie

sla link op in klembord

Kopieer

LPD 4 De leerlingen nemen doelgericht deel aan mondelinge interactie (tekstkenmerken en minimumvereisten).

Voorbeeld 1: vraaggesprek

sla link op in klembord

Kopieer

Vraaggesprek: zich voorstellen (kan ook in een professionele context)
Je gaat met de leerling in gesprek. Je stelt enkele vragen aan de leerling waarbij die zichzelf voorstelt, praat over zijn gezin, zijn vrije tijd etc. Je praat niet te snel en articuleert duidelijk. Als de leerling de vraag niet begrijpt, herformuleer je de vraag.

Voorbeeldvragen:

  • Hoe heet je?
  • Hoe schrijf je dat?
  • Kan je iets vertellen over je familie? Heb je broers en zussen?
  • Wat is je nationaliteit?
  • Waar woon je?
  • Waar ga je naar school?
  • Wat studeer je?
  • Waar wil je later werken?
  • Wat zijn je hobby’s?
  • Hoe ziet een gewone weekdag eruit?
  • Wat doe je in het weekend?
  • Wat eet je graag?
  • ... 

Voorbeelden van geslaagde mondelinge interactie in het Frans: voorbeeld en in het Engels: voorbeeld.

Voorbeeld 2: dialoog

sla link op in klembord

Kopieer

Je zit op een terrasje en wil graag iets bestellen. Er is echter geen prijslijst, dus je informeert naar de prijzen. Daarna plaats je een bestelling.

Dit zijn de producten op de menukaart:

Voorbeeld van een geslaagde mondelinge interactie in het Frans: voorbeeld en in het Engels: voorbeeld

Voorbeeld 3: dialoog

sla link op in klembord

Kopieer

Alternatieven:

Je werkt aan het onthaal van een hotel en antwoordt op de vragen van een hotelgast, bv. waar is het zwembad, wat zijn de openingsuren van beautysalon, om hoe laat kan er worden ontbeten, is het mogelijk om een tafel te reserveren in het restaurant …

Je werkt in de slagerij en beantwoordt de vragen van een klant, bv. welke vleeswaren zijn deze week in de aanbieding, welk vlees leent zich het best voor een barbecue, hoeveel kost het gehakt …

Je werkt als kok in de keuken van een restaurant en geeft informatie aan je collega’s, bv. wat is de opdracht van de dag, wijziging menu omwille van ontbrekend ingrediënt …

×
Kijkt als...
Niveau
Regio