Directeur Bernard Schatteman trapt direct een open deur in… data uit de ZILL-doelenrapportage kwaliteitsvol gebruiken in een school, start met het maken van afspraken met het hele schoolteam.

Als het voor elke leraar duidelijk is wat er van hem/haar wordt verwacht, dan krijgen de kwantitatieve cijfers ook een kwaliteitsvolle betekenis. Doelgericht en gelijkgestemd monitoren om te groeien is een speerpunt. De doelenrapportage is een verhaal van heel het schoolteam.

In Smartschool intradesk vinden de leerkrachten bij ons op school een document waarin de afspraken staan rond het gebruik van de planner. Een tweede document toont in een stappenplan hoe je een doelenrapportage maakt. Beide documenten worden regelmatig bijgestuurd en aangepast. De mentor overloopt deze documenten steeds met de startende leraren.

Hoe gebruikt de school data om de kwaliteit te verbeteren? Dit kan op verschillende manier gebeuren, maar prioriteiten stellen is hier de boodschap volgens directeur Bernard. Zo zet onze school dit jaar in op muzische vorming. Om te kijken of deze prioriteit ook landt op de klasvloer, gebruiken de directeur en beleidsmedewerker de doelenrapportage. Ze lezen de data, maken grafieken, analyseren en reflecteren hierop.

De data en analyses worden in een personeelsvergadering besproken, maar zijn ook een vast onderdeel van het jaarlijks functioneringsgesprek door de directeur met zijn leraren. Deze gesprekken zijn zeer verrijkend. Uit de data halen we zowel werkpunten als pluimen voor de leraren.

Een achterliggende gedachte is om via data het onderwijsaanbod gelijkgericht te krijgen binnen onze grote school. Op onze school is de planner zichtbaar voor iedereen. Op deze manier kunnen leerkrachten van elkaar leren. Naast dit voorbeeld, wordt de data uit de doelenrapportage ook nog gebruikt bij de voorbereiding van een doorlichting. Het werken met doelen uit het leerplan is nu éénmaal een vereiste van de overheid om de ontwikkelingsdoelen na te streven en eindtermen te behalen.

Ten slotte gebruikt de school de doelenrapportage ook nog in combinatie met andere databronnen om vanuit een onderzoeksvraag aan de slag te gaan. De doelenrapportage is geen eiland op zich. Zo worden werkpunten, bijvoorbeeld vastgesteld uit de paralleltoetsen, naast de doelenrapportage gelegd. Zetten onze leraren wel voldoende in op deze werkpunten? Liggen hier nog kansen? Ook de resultaten van de Vlaamse toetsen zullen afgetoetst worden aan de dagelijkse praktijk van de leraren.
Directeur Bernard sluit af met: "Data, ook de doelenrapportage, is als het ware een spiegel voor de school waar het buikgevoel afgetoetst wordt aan data.

Kijk in de spiegel, borg de positieve punten en zet werkpunten uit in een haalbaar beleidsplan."