Als we willen dat kinderen goed leren lezen, moeten we hen veel laten lezen. En als we willen dat kinderen veel lezen, moeten we hen goed leren lezen. De lagere school college Essen organiseert twee keer per week een vrij leesmoment. Alle leerlingen lezen op hetzelfde moment een zelfgekozen boek uit de schoolbib.
Tijdens een LIST-leesmoment geeft de leraar een korte mini-les, waarna de leerlingen twintig minuten vrij lezen. Op het einde bespreken ze wat ze gelezen hebben. Zo is het lezen niet (te) vrijblijvend.
Alle leerlingen leggen twee boeken klaar op hun bank, die ze vooraf hebben gekozen in de schoolbib, op een ander moment dan het leesmoment. Kiezen wat je leest, is bijzonder motiverend en laat iedereen toe een boek op haar/zijn niveau te kiezen. De leraar toont een boek en vertelt waarom hij dit boek gekozen heeft aan de hand van het stappenplan. ‘Ik heb dit boek gekozen omdat de kaft me aansprak. Er staan paarden op de kaft en paardrijden is mijn hobby. Ik lees graag boeken over paarden. Ik las de eerste bladzijden en kwam slechts drie moeilijke woorden tegen. Daarom heb ik dit boek gekozen.’
Andere mogelijke mini-lessen zijn: waar speelt het verhaal zich af, wie zijn de personages, op welk moment speelt het verhaal zich af, vertel in 3 zinnen wat er gebeurt in het verhaal, hoe voelen de personages zich, welk nieuw woord heb je geleerd, moet je alle boeken uitlezen, …
De kinderen zijn verdeeld over alle klassen in de school. Binnen dat lokaal kiezen ze vrij een plaats: van zittend op een stoel, over liggend op de grond tot hangend in een zitzak.
De leraar loopt rond, observeert, ondersteunt waar nodig om de kinderen aan het lezen te houden. Als het enigszins kan, leest de leraar ook zelf, dat werkt motiverend voor sommige leerlingen.
De kinderen vertellen, net zoals in de mini-les in duo’s waarom ze dit boek gekozen hebben. De leraar laat ook enkele kinderen klassikaal aan het woord. Andere opties zijn de leesvraag (keuze boek, personages, plaats, gevoelens …) in groepen bespreken en/of klassikaal, na het bespreken van de leesvraag leest de leraar nog een stukje voor aansluitend op het eerste deel.
TOsn2 Voldoende vlot kunnen lezen om leeftijdsadequate teksten te begrijpen.