Algemeen

In de fase van de verhoogde zorg voorzie je extra ondersteuning voor leerlingen voor wie de brede basiszorg niet (meer) of slechts gedeeltelijk volstaat om aan hun onderwijsbehoeften tegemoet te komen.

Overgaan naar fase 1 betekent niet dat je de maatregelen uit fase 0 overboord gooit. Die blijven gewoon gelden. Ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, stimuleer je de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en creëer je een veilig pedagogisch klimaat, waar fouten kansen zijn om uit te leren. Een klasklimaat waarin anders-zijn als een meerwaarde wordt beschouwd, biedt kansen aan wie speciale aandacht vraagt.

Je staat er niet alleen voor. Als je ondervindt dat de ontwikkeling van een leerling niet vlot, ondanks het creëren van een krachtige leeromgeving, stem je schoolintern af met de leerlingenbegeleider en met collega's en ga je na welke stappen je kunt zetten om het ontwikkelingsproces een stimulans te geven.

In het overleg komen twee vragen aan bod:

  • Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerling?
  • Welke ondersteuningsnoden heb je als leraar?

Doorheen zeven stappen kan de M-cirkel helpen om dat denkproces te structureren en een antwoord te vinden op beide vragen.

Soms is hij niets meer dan een geheugensteun om na te gaan of je niets over het hoofd zag, of er nog kansen voor het grijpen liggen. Andere keren is het niet zo eenvoudig om te achterhalen wat een leerling nodig heeft of welke ondersteuning jij wenst, en wil je de cirkel stapsgewijs doorlopen. Maar het is niet de bedoeling dat je het instrument als een keurslijf gebruikt of dat het voor administratieve planlast zorgt.

Als je iets noteert dan doe je dat omdat systematiek en transparantie de begeleiding van de leerling en de ondersteuning van de leraar ten goede komen. Het is nuttig dat elk lid van het schoolteam zich kan informeren over hoe je de betrokken leerling ondersteunt en dat de manier van werken en de afspraken voor iedereen duidelijk zijn. Je noteert alleen wat echt nodig is ('need to know, not nice to know'). Mogelijk zal je volgende conclusies en afspraken in een begeleidingsplan willen noteren:

  • de onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot het doel waaraan je met de leerling werkt
  • de gekozen maatregelen
  • concrete afspraken: wie doet wat, wanneer, waar, op welke manier, tijdstip evaluatie …

Na een evaluatie kun je dit aanvullen met:

  • de effecten van de gekozen maatregelen. Wat werkte en waarom? Wat werkte niet en waarom?
  • de eventuele nieuwe maatregelen of mogelijke bijsturingen na evaluatie van de vorige.

Op die informatie kun je terugvallen om te bespreken welke stappen je nog kunt zetten en of uitbreiding van zorg (fase 2) nodig is.

Contact

Katrien Bressers
pedagogisch begeleider
      02 507 07 25
      Jan Coppieters
      pedagogisch begeleider
          02 507 07 87
          Lien De Feyter
          stafmedewerker
              02 507 07 64
              Annemie Jennes
              stafmedewerker
                  02 507 06 25
                  Inge Ranschaert
                  pedagogisch begeleider
                      02 507 06 97
                      ×
                      Kijkt als...
                      Niveau
                      Regio